Daar had hij moeten staan
Gerd Leers keek naar de cover van het ongevraagd advies dat voor hem lag. ‘Tussen afkomst en toekomst’, stond er. Daaronder: ‘Etnische categorisering van de overheid.’ En daaronder een balpen, een Bic-pen, een zaklamp, een pen die hij niet thuis kon brengen (een vulpotlood?), een vulpen, een voorzittershamer en een wat chiquere pen, vermoedelijk ook een balpen. Het lukte Gerd Leers maar niet om de betekenis van deze voorwerpen te doorgronden. Hij keek er nu al een klein kwartier naar. Wat hadden deze voorwerpen in godsnaam met ‘etnische categorisering van de overheid’ te maken? Waarom konden die mensen niet gewoon iets duidelijks bedenken? Waarom moest een ongevraagd advies, dat ongetwijfeld ten doel had iets wat onduidelijk was duidelijk te maken, zo’n onduidelijke voorkant hebben?
Hij keek opzij en werd vanuit de opengeslagen krant van maandag toegelachen door een stralende Henk Bleker die met gifgroene petjes in de weer was waarop ‘Eerlijk helder Henk’ te lezen stond. Henk Bleker. Met z’n schminkloze clownskop. Omhoog gevallen paardenhandelaar. Daar had hij moeten staan. Met petjes waarop Eerlijk helder Gerd stond. Of: Gerd Leers. Duidelijke keus. Gerd Leers. Eer en geweten. Gerd Leers. Altijd integer.
Hij, die zo’n geweldige, eigenzinnige, geliefde burgemeester was geweest, had de moeilijkste post moeten bezetten. Maxime had hem persoonlijk gevraagd. Hij had getwijfeld. Maar Maxime had hem overtuigd. Hij was de enige die het kon. Met bezwaard gemoed, maar met een zuiver hart, moeilijke beslissingen nemen. Van hem zouden de mensen het pikken. Ze zouden het begrijpen. Hij zou een eerlijk, helder beleid voeren. Hard, maar fair. En na vier jaar zou hij klaar zijn om het CDA naar een klinkende overwinning te leiden.