Zondag zijn de Hongaarse parlementsverkiezingen. Of eigenlijk de eerste ronde. Het zullen hoe dan ook historische verkiezingen worden voor het kleine Donauland. Op de eerste plaats omdat het land er economisch heel beroerd voor staat. Maar vooral omdat voor de eerste keer er namelijk nieuwe partijen in het parlement komen. En wat voor partijen: de extreem-rechtse Jobbik en het ‘GroenLinkse’ Lehet Más a Politika. En dat is alleen maar goed voor Hongarije.
In Hongarije zijn sinds de vreedzame overgang van communisme naar democratie, grofweg slechts vier partijen in het parlement vertegenwoordigd. Er zijn twee grote partijen, namelijk de FIDESZ, de steeds conservatievere club van voormalig (en ook toekomstig) premier Viktor Orbán, MSZP, de sociaal-democratische communistische opvolgerspartij. Daarnaast zijn er twee kleinere partijen, de MDF, een conservatief-liberale partij en de SZDSZ, een liberale partij. FIDESZ heeft de afgelopen jaren de hele rechterkant opgeslokt. Het Hongaarse kiessysteem is erg nadelig voor nieuwe partijen: het is een gemengd systeem met deels evenredige vertegenwoordiging en deels een districtenstelsel, waarbij je per kiesdistrict handtekeningen moet halen. Bovendien is er een kiesdrempel van 5 procent.
Nieuwe partijen
De starheid van het politieke systeem, in combinatie met de enorme polarisatie tussen links en rechts die Hongarije in de greep houdt en enkele schandalen, leidt nu eindelijk tot nieuwe partijen die een goede kans maken in het Hongaarse parlement te komen. De Jobbik behaalden vorig jaar in de Europese verkiezingen een enorme verkiezingsoverwinning. Het is een extreem-rechtse partij, die zich openlijk uitsprak tegen joden, homo’s en vooral zigeuners. Ze zijn sterk verwant met de knokploegen van de inmiddels verboden Magyar Gárda, die openlijk niet welgevallige groepen in elkaar sloeg. Er zitten zelfs figuren in die terug willen naar de paganistische godsdienst van voor de kerstening van Hongarije in de Middeleeuwen. Of die vinden dat Jezus eigenlijk Hongaars was. Hele rare mensen dus. In Nederlandse commentaren wordt echter vaak hét unieke aspect van de Jobbik (letterlijk Rechtsen en tegelijkertijd Beteren) vergeten.