COLUMN - Mijn buurvrouw is psychiater. Ze had kanker, daardoor belandde ze financieel in een ongemakkelijke mix van ziektewet en prepensioen. We spraken elkaar geregeld. Ze had snel door – ze was immers een professional – dat ik in een diep dal was beland, en gaf me een gouden tip.
‘Wanneer je middenin een depressie zit, ontwikkel je allerlei gedrag dat daarbij hoort. Maar later, wanneer het je emotioneel weer beter gaat, zit dat gedrag je nog flink aangekleefd. Dat heeft zich inmiddels verzelfstandigd, en het bindt je alsnog aan die depressie, sleurt je daar onbedoeld telkens weer in terug. Je moet moedwillig afstand nemen van het gedrag dat je een tijdlang tegen jezelf beschermde, anders kom je nadien geen stap verder.’
Het was een gouden tip, vrijelijk gegeven, en in dank ontvangen.
En wat een mazzel dat ze in de ziektewet zat, niet in de bijstand. Anders had de Sociale Dienst gemeend dat de buurvrouw haar advies aan mij in rekening had moeten brengen en had ze bij ontstentenis daarvan zelf een naheffing plus fikse boete gekregen.
Want dat is wat De Monitor ons in de uitzending van zondagavond leerde: wie een uitkering krijgt en onderwijl in de persoonlijke sfeer iets voor een ander doet dat in een andere context geld zou kunnen opleveren – de zogeheten ‘op geld waardeerbare activiteit’ – wordt duchtig gestraft. Oma Diane ontving van de Sociale Dienst een rekening van vierendertigduizend euro boete – binnen een maand te betalen, nota bene – wegens het oppassen op haar eigen kleinkinderen. Ze had daar kennelijk geld voor moeten vragen. Of mogelijk hadden haar kinderen haar betaald met boodschappen, wat al even fout was.