Participeren kan ook met een basisinkomen

n het debat over de toekomst van het socialezekerheidsstelsel ligt de nadruk op betaald werk. Maar wat als je participatie breder definieert? Dan komt een basisinkomen als serieus alternatief in beeld. Docent-onderzoeker Barbara Brink bepleit een fundamenteel gesprek over nut en effect. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) roept in een recent rapport, Sociale en culturele ontwikkelingen 2025op om de achterliggende waarden van beleidskeuzes expliciet te maken. Zo kan zichtbaar worden wat de samenleving belangrijk vindt. Laten we dat bijvoorbeeld doen voor de rol van betaald werk in de discussie over het socialezekerheidsstelsel. De opstellers van het CPB-rapport Kiezen voor later vragen zich af of een basisinkomen een oplossing kan bieden voor de tekortkomingen van het bestaande socialezekerheidsstelsel. Zij concluderen van niet, en noemen als grootste bezwaar dat een basisinkomen de prikkel tot betaald werk vermindert. Maar klopt dit argument wel? En welke waarden zijn hierbij doorslaggevend? Bezwaar Het CPB verwijst naar een Amerikaanse studie waarin aangetoond zou worden dat een basisinkomen de arbeidsdeelname verlaagt. Een basisinkomen staat niet haaks op de bereidheid om te werken> Opvallend genoeg laat het CPB daarbij belangrijke nuances buiten beschouwing van bijvoorbeeld Fins onderzoek. Dat laatste laat zien dat ontvangers van een basisinkomen optimistischer zijn over hun toekomst en meer vertrouwen hebben in hun kansen op de arbeidsmarkt. Leids onderzoek concludeert bovendien dat een basisinkomen mensen in staat stelt om werk te vinden dat zij als betekenisvol ervaren. Een basisinkomen staat dus niet haaks op de bereidheid om te werken. Wat daarbij vaak onderbelicht blijft, is dat het huidige socialezekerheidsstelsel ook niet voor iedereen een prikkel tot arbeid bevat. In de bijstand geldt het ‘huishoudinkomenprincipe’: als één partner werkt en voldoende verdient, heeft de ander geen recht op een uitkering. Hierdoor worden werkloze partners niet individueel aangespoord om hun talenten en vaardigheden in te zetten op de arbeidsmarkt. Veel potentieel blijft onbenut, simpelweg omdat de structuur van het stelsel actieve deelname onvoldoende stimuleert. Een overstap naar individuele bijstandsrechten of een basisinkomen zou deze dynamiek kunnen doorbreken en bijdragen aan een systeem waarin iedereen wordt aangespoord en gefaciliteerd om deel te nemen, ongeacht hun gezinssituatie. Moet een socialezekerheidsstelsel primair gericht zijn op het zo snel mogelijk vinden van betaald werk? Onderzoeken naar het basisinkomen roepen ook een andere vraag op: moet een socialezekerheidsstelsel primair gericht zijn op het zo snel mogelijk vinden van betaald werk, of gaat het ook om het vinden van passend of betekenisvol werk? Het SCP benadrukt in een ander rapport, over de bijstand, dat een socialezekerheidsstelsel dat bijstandsgerechtigden ondersteunt in het vinden van passend werk tevens bijdraagt aan een beter leven van betrokkenen. Dus wat als het stelsel ruimte creëert om mensen te begeleiden naar werk dat bij hun talenten en vaardigheden past, levert dat niet een veel duurzamere oplossing op, voor zowel het individu als de samenleving? Eenzijdig De Bijstand als onderdeel van de Participatiewet is erop gericht mensen te laten uitstromen naar betaald werk. Dit uitgangspunt bepaalt niet alleen de voorwaarden voor bijstandsverlening, maar ook de wijze waarop participatie wordt gewaardeerd. Het stelsel erkent maatschappelijke bijdragen zoals mantelzorg, vrijwilligerswerk en zorgtaken nauwelijks als volwaardige vormen van participatie, ondanks hun belang voor de samenleving. Een basisinkomen kan bijdragen aan de erkenning van alle vormen van maatschappelijke participatie Het SCP merkt op dat de eenzijdige focus op betaald werk ten koste gaat van maatschappelijke betrokkenheid op andere terreinen. Evelien Tonkens, de Utrechtse hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector, wees in 2013 al op de noodzaak om participatie breder te definiëren dan alleen betaald werk. Pas de laatste twee jaar wordt participatie breder gedefinieerd. Dit is onder anderen zichtbaar in de Participatiewet in balans. In die wet, ingediend door de toenmalige minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen Carola Schouten, wordt participatie niet uitsluitend opgevat als het verrichten van betaalde arbeid, maar breder gedefinieerd als vertoon van maatschappelijke betrokkenheid. Betekenisvol Een basisinkomen kan bijdragen aan de erkenning van alle vormen van maatschappelijke participatie. In reactie op de eerdergenoemde Amerikaanse studie naar de effecten van de invoering van een basisinkomen zegt columnist en podcastmaker Simon van Teutem dat de vastgestelde afname van arbeidsparticipatie voornamelijk plaatsvond onder deelnemers met kinderen. Het betrof met andere woorden een groep die betaalde arbeid inwisselde voor informele zorg. Is dat problematisch? Voor Van Teutem niet, voor hem is dat effect eerder reden om te concluderen dat een basisinkomen inderdaad andere vormen van participatie mogelijk kan maken. Bij elke keuze om het stelsel te verbeteren, zal er sprake zijn van een afruil Samengevat lijkt het verstrekken van een basisinkomen mensen in staat te stellen om een bij hen passende en betekenisvolle bijdrage aan de samenleving te bieden. Er is geen bewijs voor het argument van de tegenstanders dat een basisinkomen ertoe leidt dat mensen lui achterover gaan hangen. Het tegendeel is eerder waar. Fundamenteel Vragen over de financiering van en het politieke draagvlak voor het basisinkomen zijn terecht. Maar zoals de Commissie Sociaal Minimum aangeeft: bij elke keuze om het stelsel te verbeteren, zal er sprake zijn van een afruil. Om die afruil goed in kaart te brengen, moeten we het gesprek echter niet meteen afkappen. Voor het goede functioneren van het socialezekerheidsstelsel en van de samenleving als geheel moeten we een fundamenteel gesprek voeren over de waarde van participatie. Alleen dan kunnen we bewuste keuzes maken. Willen we een samenleving waarin iedereen naar vermogen kan participeren? En zo ja, hoe meten we participatie: in geld of ook in maatschappelijke waarde? De keuze moet hoe dan ook expliciet zijn, zodat we onze samenleving en het socialezekerheidsstelsel erop kunnen aanpassen. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Barbara Brink is docent en onderzoeker socialezekerheidsbeleid Rijksuniversiteit Groningen

Door: Foto: RDNE Stock Project via Pexels.com.
Foto: woodleywonderworks (cc)

Experimenteren met (arme) mensen

LONGREAD - Ik las laatst wat schandaligs. Er wordt geëxperimenteerd met zieke mensen. Door gezonde mensen nog wel! Waarom mogen gezonde mensen experimenteren met zieke mensen? Experimenteren met zieke mensen, het is even bijzonder als zorgelijk dat dit kennelijk door een ethische commissie is goedgekeurd.

Kritiek op experimenten

Bovenstaande is een bewerking van enkele zinnen uit een opinieartikel in de Volkskrant van een tijd terug, van Tim ’s Jongers en Laura Batstra: “Opinie: Experimenteren met arme mensen, het is even bijzonder als zorgelijk”. In plaats van zieke en gezonde mensen, spreken zij er schande van dat er wordt geëxperimenteerd met arme mensen, door mensen die het goed hebben. Het stuk ageert specifiek tegen een experiment van het Kansfonds.

Hun punten, kort samengevat, is dat dergelijk onderzoek onnodig is omdat we al voldoende kennis hebben, het gedaan wordt door ‘hoopvollen’ op ‘hooplozen’ om te kijken ‘of ze meer op henzelf gaan lijken als we ze een beetje geld geven’ en het onethisch is dat er een controlegroep is.

Initiators en intenties

Het Kansenfonds kan prima voor zichzelf spreken maar ik ga toch nog reageren op de algemene strekking van dit artikel. Full disclosure voor de mensen die het niet weten: ik was zowel ambtelijk projectleider als wetenschappelijk onderzoeker naar een soortgelijk experiment onder bijstandsgerechtigden in Nijmegen. Dat ging, net als het experiment van het Kansenfonds, uit van meer vertrouwen in mensen en het gaf hen de ruimte om meer bij te verdienen naast de uitkering. Het had ook zo’n vermaledijde controlegroep.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Quote du jour | onvoorwaardelijke bijstand in Noorwegen

QUOTE - In Noorwegen heeft een gemeente besloten om een bijstandsexperiment te houden, waarbij deelnemers meer geld kregen en aan minder voorwaarden hoefden te voldoe… hee, wacht, dat klinkt bekend! Wat een goed idee! En natuurlijk is het dan heel interessant wat de bevindingen zijn van deze studie. Toch? Als het antwoord ja is, dan heb je geluk, want de resultaten zijn zojuist gepubliceerd. EN WAT ER TOEN GEBEURDE DAT VERWACHTTE NIEMAND:

Foto: Eigen foto Proefschrift bijstandsexperiment Nijmegen

De oogst van de experimenten – blijvende invloed op bijstandsbeleid

ONDERZOEK - De lezers van Sargasso hadden nog één antwoord van me tegoed, op de vraag wat er nou eigenlijk is veranderd als gevolg van de lokale bijstandsexperimenten. Bij deze. Evelien Rombouts, die het grootste deel van het werk heeft gedaan, en ik (János) hebben onderzocht tot welke beleidswijzigingen die lokale experimenten met de bijstand nou eigenlijk hebben opgeleverd.

De aanleiding voor de experimenten met de bijstand was de invoering van de Participatiewet in 2015. Bij gemeenten, onder bijstandsgerechtigden en (andere) experts was er bezorgdheid en onvrede over die wet, nog voor hij was ingevoerd. De kritiek was onder andere dat de wet te streng was en te veel uitging van wantrouwen. De verwachting was dat de wet ineffectief zou zijn en veel extra bureaucratie zou opleveren.

Veel gesprekken

Gemeenten wilden daarom experimenteren met een ruimhartiger vorm van bijstand, die meer uitgaat van vertrouwen en die meer ruimte en autonomie geeft aan de bijstandsgerechtigden. Het vermoeden was, onder andere op basis van inzichten uit de gedragswetenschap, dat dit zou leiden tot betere resultaten op het gebied van onder andere gezondheid, welzijn, re-integratie en participatie.

Na veel gesprekken en behoorlijk wat tijd, kwam er toestemming van het ministerie van SZW voor de experimenten, waarbij enigszins van de Participatiewet kon worden afgeweken (zie o.a.: Bommeljé, 2017; Betkó, 2018). Hoewel ze minder ver konden gaan in hun experiment dan eigenlijk gewenst, deden zes gemeenten hier aan mee: Deventer, Groningen, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Wageningen. Een aantal andere gemeenten deden op eigen houtje een soortgelijk experiment, zonder daarbij af te wijken van de wet (Biezen et al., 2020; Bos et al., 2023).

Foto: Eigen foto Proefschrift bijstandsexperiment Nijmegen

Bijstandsexperimenten, vraag me alles!!

OPROEP - Ok, dit was het denk ik voorlopig weer even. Op 2 januari 2018 schreef ik hier voor het eerst over het Nijmeegse bijstandsexperiment, dat toen net één maand bezig was. En waar ik al een paar jaar voor aan het werk was om het voor te bereiden. En als buitenpromovendus nog jarenlang wetenschappelijk onderzoek zou doen.

Ook na het afronden van mijn proefschrift ben ik hier veel met jullie blijven delen. Over de resultaten van het Nijmeegse experiment, en van andere experimenten. Over het leven als buitenpromovendus. Het ambtelijke werk dat in de voorbereiding van de experimenten ging zitten. En allerlei rare en soms irritante dingen in de wetenschap.

Eigenlijk vraag ik me vooral af: hebben jullie nog vragen? Dus als iemand nog iets wil weten over alles waar ik de afgelopen jaren over heb geschreven onder het kopje ‘proef bijstand’, dan is nu de kans! Antwoord niet gegarandeerd, maar wel waarschijnlijk.

Vanaf nu dus geen niet-iedere-week-maar-toch-vrij-regelmatige donderdagochtendblog over dit onderwerp meer. Maar, mochten er nieuwe interessante dingen te vertellen zijn, over dit experiment of (klop klop) vervolgexperimenten, dan meld ik me vanzelf wel weer.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Foto: Eigen foto Proefschrift bijstandsexperiment Nijmegen

Ambtelijke arbeid

ACHTERGROND, LONGREAD - Dit stukkie gaat over een aspect van de bijstandsexperimenten waar ik tot dusver nog niet zo veel over geschreven heb: het ambtelijke werk dat er bij is komen kijken om ze mogelijk te maken. Bij de gemeentes, maar ook bij onder andere het Rijk. En ik wil het graag wat breder trekken, omdat er in de samenleving soms (cliché)beelden heersen over ‘wie er hard werken’. Als iemand het heeft over ‘de hardwerkende Nederlander’, laten we wel wezen, dan zal het meestal niet over de gemeenteambtenaar gaan.

Het ambtelijke werk aan de experimenten

Het verhaal over de praktische organisatie van het Nijmeegse bijstandsexperiment is er één van “ambitieus starten, heel lang wachten, in een rotvaart haasten om mee te kunnen doen”. Nijmegen was één van de eerste, zo niet de eerste, gemeente waar sprake was van het houden van een bijstandsexperiment, met een op vertrouwen gebaseerde bijstand. Echter: in Nijmegen kwam dit initiatief uit de gemeenteraad, terwijl in andere gemeenten het initiatief uit het college van B&W kwam. En een college kan in de regel sneller handelen, dus tegen de tijd dat in Nijmegen de formele besluitvorming geregeld was, waren er al vier gemeenten gestart met een onderhandeling met het ministerie over hoe die bijstandsexperimenten er uit zouden komen te zien. Nijmegen was te laat om daar nog bij aan te sluiten, en moest op de achterbank wachten. En wachten. Wel bloody anderhalf jaar wachten, totdat er (eindelijk) een concreet kader lag hoe de experimenten er uit mochten zien. (Gelukkig ben ik een geduldig mens).

Foto: Eigen foto Proefschrift bijstandsexperiment Nijmegen

Hoe nu verder met de bijstand?

Ja, wat nu? We hebben enorm veel informatie opgehaald in een aantal bijstandsexperimenten. Her en der heeft dat al geleid tot grotere of kleinere aanpassingen in het beleid van deelnemende gemeenten. Ook bij het Rijk is een omslag te zien, in het wetsvoorstel Participatiewet in Balans van minister Schouten. Daarin wordt erkend dat de Participatiewet op punten niet goed werkt, dat het mensbeeld dat er achter zit niet ok is, dat er minder moet worden uitgegaan van wantrouwen, en dat de menselijke maat terug moet. De concrete wijzigingen lijken, op basis van de beschikbare kennis goede, edoch vrij kleine aanpassingen in het bestaande systeem. Maar wat zou een goede weg zijn als je, op basis van de bekende wetenschappelijke inzichten, ons bijstandsbeleid (of wat breder, de hele sociale zekerheid) zou willen verbeteren?

We weten wat niet werkt

Want zoals ik al eerder schreef, we weten namelijk al ontzettend veel uit wetenschappelijk onderzoek over ons sociale stelsel. En heel veel van die kennis is dat wat we doen vrij beroerd werkt. Het stukje achter de link gaat over Nederland, maar ook uit onderzoek naar het Verenigd Koninkrijk weten we dat soortgelijke systemen als het onze voor veel problemen kunnen zorgen (van ‘material hardship and health problems’ tot ‘increased child maltreatment and poorer child well-being’). De nadruk op strenge sancties (aan kwetsbare mensen) zorgt voor schier oneindige maatschappelijke ellende. Op basis van de beschikbare wetenschappelijke kennis zou je dus best kunnen zeggen: het huidige systeem moet helemaal anders. Niet alleen in Nederland maar in de hele westerse wereld, van Australië via het UK tot de VS. Overal waar dogma’s rondom ‘zelfredzaamheid’ en ‘workfare’ decennialang het beleid hebben bepaald. En de mensen die het had moeten helpen in de ellende heeft gestort.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Eigen foto Proefschrift bijstandsexperiment Nijmegen

Naar nieuwe bijstandsexperimenten!

Het is een cliché, maar daarom niet minder waar, dat elk onderzoek eindigt met een roep om méér onderzoek. Voor een deel is die roep gewoon terecht. De wetenschap is nooit ‘af’, en dus is het niet meer dan logisch om als onderzoeker na te denken over wat een logisch vervolg zou zijn. Maar soms hebben wetenschappers ook belang bij vervolgonderzoek. Immers, veel geld komt onze hoger onderwijs- en onderzoeksinstellingen binnen door ‘onderzoek in opdracht’. En ja, als je van dat geld afhankelijk bent (voor je voortbestaan als onderzoekseenheid, of als wetenschapper voor je bevordering naar een betere functie of het behouden van je baan), dan is een vervolgopdracht natuurlijk wel erg prettig – niet anders dan bijvoorbeeld in de consultancy.

Meer onderzoek: verder met wat er al ligt

Dus, het risico nemend dat één of andere cynicus gaat roepen dat ik als onderzoeker natúúrlijk vervolgonderzoek wil, ga ik het hier hebben over mogelijke interessante paden voor méér onderzoek en experimenten naar de bijstand. Want die paden die zijn er, heel veel, zoals ik ook hier al aanstipte. De bijstandsexperimenten van de afgelopen jaren hebben een hoop opgeleverd. Zowel kennis over de bijstand, als over hoe je dit soort experimenten in de toekomst (nog) beter kan houden zodat er nog meer van geleerd kan worden. En op die kennis kan worden voortgebouwd.

Foto: Eigen foto Proefschrift bijstandsexperiment Nijmegen

Ere wie ere toekomt: de ‘niet-officiële’ bijstandsexperimenten

ACHTERGROND, LONGREAD - Er is inmiddels al een hoop geschreven over de bijstandsexperimenten, die gehouden zijn in Nederland, tussen 2017 en 2020. Hier op Sargasso, op andere blogs, in vaktijdschriften, wetenschappelijke artikelen en twee dissertaties. In veel van die teksten gaat het om (één van) de zes ‘officiële’ bijstandsexperimenten, die gehouden zijn met toestemming van het ministerie van SZW. Deze vonden plaats in Deventer, Groningen*, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Wageningen.

Echter: naast die zes waren er nog een aantal experimenten, die niet het officiële stempel van goedkeuring van SZW mochten dragen, maar qua inhoud toch behóórlijk veel lijken op de anderen. Ook ik heb me wel eens bezondigd aan het weglaten van deze ongestempelde broederexperimenten. In mijn proefschrift heb ik ze zelfs weggemoffeld in een voetnoot. Waarbij ik er, als insult to injury, nog eentje vergeten ben ook. Bij deze wil ik die omissie goedmaken, en wat extra aandacht geven aan deze andere experimenten.

Officieel en niet-officieel

Hoe zat het ook al weer? Heel beknopt: Rutte 2 voerde de Participatiewet in, in 2015. Daar waren heel veel mensen boos over. Waaronder veel gemeenten, die nog voor de daadwerkelijke invoering al in het wetsontwerp zagen dat het een ramp ging worden: te bureaucratisch, teveel gericht op verplichtingen en straffen, niet genoeg rekening houdend met kwetsbare mensen, et cetera. Dus wilden een aantal gemeenten experimenteren. Een vrij fors aantal, de schatting is dat ergens tussen de 50 en 80 gemeenten hier in eerste instantie wel oren naar hadden.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Eigen foto Proefschrift bijstandsexperiment Nijmegen

Experiment afgelopen, proefschrift verdedigd – tijd voor wat reflectie

Ruim een half jaar geleden ben ik gepromoveerd op een onderzoek naar het Nijmeegse bijstandsexperiment. Wellicht hebben jullie er iets van meegekregen. Ik had het voornemen om daarna een en ander te schrijven over de uitkomsten van dat experiment, wat ze (kunnen) betekenen voor sociaal beleid, over het proces van promoveren en publiceren en meer van dat soort wonderlijke dingen. Maar dat lukte, in alle drukte, maar matig. Toen mijn proefschrift net was goedgekeurd en ik daar blij iets over riep op de socials, kreeg ik te horen van iemand: “haha je denkt dat je klaar bent maar nu begint het werk pas”. Vervelend genoeg had die persoon gelijk. En meer dan gelijk, want ik kwam er achter dat zelfs ná de verdediging van zo’n proefschrift het werk nog lang niet klaar is. Laat me daar, in dit eerste exemplaar van een ietwat verlate serie stukjes, wat over vertellen.

Veel werk

Het gaat een beetje als volgt. Zo’n proefschrift bestaat in de regel uit een stuk of vier hoofdstukken, die elk publiceerbaar zijn als artikel in een (internationaal) wetenschappelijk tijdschrift. Want ‘output’, die wordt in de wetenschap vaak gemeten aan de hand van gepubliceerde artikelen, en liefst in journals met zo’n hoog mogelijke ‘impact factor’. Daar kun je van alles van vinden, en wellicht doe ik dat ook op een later moment, maar dat is hoe het werkt.

Volgende