Fragmenten uit het danboek van Penelope Bijtring | 15-06-2019
Zelfmoordaanslagen. Zelfs als het er honderden per dag zijn zoals nu, toch lig je er niet wakker van. Maar deze week veranderde alles. We zaten al in de klas toen de zusjes El-Kunami binnenkwamen, de oudste heet Mirsa, de jongste ken ik niet goed. Meneer Wijnvlek zei iets over te laat komen. Mirsa barstte daarop in tranen uit. Ze ging met mevrouw Mandil de klas uit. Haar zusje liep meteen achter haar aan. Even later kwam mevrouw Mandil spierwit de klas binnen. Ze fluisterde meneer Wijnvlek wat in. Die klapte onmiddellijk in zijn handen en zei dat we zo snel mogelijk onze jassen moesten pakken en zo ver mogelijk bij het schoolgebouw vandaan moesten gaan samen met een van de klassenmoeders. Ik kreeg meteen buikkramp want ik dacht aan een aanslag. En ik had gelijk. Toen we naar buiten renden zag ik dat de vader van Mirsa uit zijn auto kwam. In zijn hand had hij een soort walkietalkie zoals Jup heeft, maar dan zwart. Hij schreeuwde iets met om het andere woord Allah erin terwijl hij naar de school liep. Meneer Wijnvlek sprong op hem af en sloeg de walkietalkie uit zijn handen. Een klassenvader sprong daarna ook bovenop de man. Die liet zich vrij makkelijk overrompelen. Wat er daarna gebeurde weet ik niet, want ik werd weggesleurd door mevrouw Makereel.