Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Armoede naar Nederlandse maatstaven
Het percentage mensen dat in armoede leeft loopt op, becijferde het SCP onlangs. Het is daarom wenselijk te kijken naar de opbouw van het sociaal minimum en arbeid niet als panacee voor armoede te zien. Dat stelt SCP-onderzoeker Cok Vrooman in reactie op de vele vragen die hij kreeg naar aanleiding van het recente Armoedesignalement.
In zijn column in Trouw stelde Sylvain Ephimenco onlangs dat men door het woord ‘armoede’ voor Nederland te gebruiken het begrip devalueert, en dat deel van de wereldbevolking schoffeert dat onder de ‘echte’ armoedegrens leeft. Hij illustreerde dit door te berekenen dat Pakistani van de armoedenorm van de Wereldbank maandelijks 42 liter melk kunnen kopen, of 76 halve broden, 96 kilo aardappelen of 511 eieren. Gebruikt men de Nederlandse armoedenorm van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), dan kan een alleenstaande zich in ons land volgens Ephimenco iedere maand maar liefst 1008 liter melk, 1559 halve broden, 1512 kilo aardappelen of 7984 eieren veroorloven.
Dit was één van de vele commentaren op de uitkomsten van het recente Armoedesignalement 2011. Het contrast met een aantal reacties die we op het SCP van ‘Nederlandse armen’ ontvingen was opmerkelijk. Daarin werd ons regelmatig voorgerekend dat de armoedegrens die we hanteren in hun geval te laag zou zijn, bijvoorbeeld omdat men meer huur betaalt dan wij veronderstellen. Het is daarom nuttig kort op een rij te zetten wat armoede naar Nederlandse maatstaven inhoudt, en wat we hiervan empirisch weten.
De burger volgens de overheid
Onze MP is een welgemoed man en een slimme retoricus. Maar heeft hij ook een visie? Zo wurmt hij zich uit onder het onbehaaglijk thema van de stijgende armoede, door te zeggen dat er alleen lage inkomens zijn. Vergeleken met het Afrikaanse consumptieniveau klopt dat wel, maar het is natuurlijk op het randje van onbehoorlijk. Maar laten we de politicus Rutte links liggen en kijken naar zijn inhoudelijke voornemens met hervormingen. De slagzin die onmiddellijk op komt: “een kleinere, sterkere overheid”.
Het is niet een doelstelling waar ik direct voor uit mijn stoel kom, maar onzin is het ook niet. Het past in langjarige traditie en bij het liberale denken. Laten we eens kijken wat hier achter schuilt.
Het doel “kleiner en sterker” zegt iets over de waargenomen verhouding tussen staat en burger. De overheid moet zich minder bemoeien met de burger (kleiner), maar als de overheid dat wel doet, moet de burger beter luisteren. (sterker) Dat laatste geldt bij Rutte c.s. vooral op het vlak van de veiligheid.
Dat is tamelijk dubbel: een kleinere overheid betekent minder beheersing, een sterkere overheid vergt juist meer beheersing. Hoe je hiermee omgaat, wordt bepaald door je visie op de gewenste verhouding tussen overheid en burger. Die visie wordt vrij sterk gevormd door je geloof in de regulerende werking van het marktmechanisme.
De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
Meer werkende armen door ‘flexicuritymodel’
Er is een groep mensen in Nederland die hard moet werken en toch in armoede leeft, zonder perspectief op verbetering. Deze groep is werkzaam in zogeheten fuikbanen: ze kunnen geen fulltime werk vinden en combineren vaak verschillende parttime jobs, verdeeld over de week. Het flexicurtymodel komt hun niet ten goede, beweert journalist/schrijver Will Tinnemans.
In zijn bijdrage van 19 oktober bepleit Paul Elhorst om het Deense ‘flexicuritymodel’ te gebruiken als leidraad voor de vormgeving van het toekomstige arbeidsmarktbeleid in Nederland. Bij dit model wil ik een paar kanttekeningen plaatsen.
Met de keuze voor een flexicuritymodel wordt werkzekerheid verkozen boven baanzekerheid. Het idee hierachter is: door het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om hun werknemers te ontslaan, nemen ze makkelijker mensen aan wanneer de markt erom vraagt. Met zo’n beleid zouden mensen over de hele linie vrijwel permanent aan het werk kunnen komen. Je hebt niet langer altijd een baan, maar wel altijd de mogelijkheid om te werken.
Denemarken kent al een vorm van flexicurity. Zijn er redenen voor Nederland om het Deense pad te volgen? We kennen hier, na Luxemburg, nog steeds de laagste werkloosheid van alle EU-landen – enkele procentpunten lager dan Denemarken – en de hoogste arbeidsparticipatie en -productiviteit. Natuurlijk is het belangrijk zo veel mogelijk mensen aan het werk te krijgen – wie kan werken, is beter af met een baan – maar het flexicuritymodel is het ei van Columbus niet. De werkgevers worden uitstekend bediend met een soepeler ontslagrecht; voor de werknemers blijft vooralsnog het gebrek aan zekerheid bestaan. Een soepeler ontslagrecht kun je namelijk bij wet regelen, werkzekerheid niet.
Inkomensverschillen nog nooit zo groot geweest
DATA - Met update onderaan
De inkomensverschillen in zijn ontwikkelde landen nog nooit zo groot geweest als nu. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de OESO naar de inkomensverdeling tussen 1985 en 2008, dus nog voordat de effecten van de crisis goed zichtbaar zijn.
Vooral in de Verenigde Staten, Turkije, Israel en Mexico zijn de verschillen erg groot. Opvallend is dat juist in traditioneel egalitaire landen, zoals Zweden, Finland en Duitsland, de inkomensverschillen snel zijn gestegen.
De oorzaak, aldus de OESO: ,,The main driver behind rising income gaps has been greater inequality in wages and salaries, as the high-skilled have benefitted more from technological progress than the low-skilled. Reforms to boost competition and to make labour markets more adaptable, for example by promoting part-time work or more flexible hours, have promoted productivity and brought more people into work, especially women and low-paid workers. But the rise in part-time and low-paid work also extended the wage gap.
Tax and benefit systems play a major role in reducing market-driven inequality, but have become less effective at redistributing income since the mid-1990s. The main reason lies on the benefits side: benefits levels fell in nearly all OECD countries, eligibility rules were tightened to contain spending on social protection, and transfers to the poorest failed to keep pace with earnings growth.”
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
Stapelgek of niet?
Wat de laatste weken weinig aandacht kreeg, is het rapport over de stapelingseffecten van de bezuinigingen, dat 23 november werd gepresenteerd. NICIS en Ecorys onderzochten in opdracht van de G32 (32 grootste gemeenten) of mensen in problemen kunnen raken, omdat ze door meerdere bezuinigingsmaatregelen getroffen worden.
Weten we nu hoeveel mensen last van stapelingseffecten kunnen krijgen en hoe groot die last zal zijn?
De betrekkelijke stilte rond dit rapport wijst er op dat de oppositie geen extra munitie in handen heeft gekregen. Het rapport (hier in pdf) somt keurig alle maatregelen op, vermeld hoeveel mensen bij die maatregelen betrokken zijn, maar kan niet meer dan een paar cases als voorbeeld geven, die uit berekeningen van een drietal gemeenten komen. Uit die cases (in dit pdf-document) blijkt dat sommige mensen er 280 euro, anderen meer dan 5000 euro per jaar op achteruit kunnen gaan. De algemene conclusie van de onderzoekers is: bij bepaalde huishoudens dreigen inkomensdalingen van tientallen procenten, vooral bij huishoudens met lage inkomens en/of meerdere problemen. Maar de exacte omvang van het aantal kwetsbare huishoudens is nog niet goed vast te stellen.
Rutte zelf houdt vol dat het kabinet zeker aandacht voor deze effecten zal hebben. In een interview in september bij RTL, zei hij dat er zo’n 10,000 gezinnen met een laag inkomen er volgend jaar meer dan 5 procent op achteruit zullen gaan. Rutte weet meer? Voorlopig zijn er van die kant ook nog geen exacte cijfers.
Dankzij een aantal overzichten in het rapport, zijn er wel wat vragen te stellen over de aard van de bezuinigingen. De overzichten zijn samengevat in dit exceldocument, waar ook gegevens in staan die bij de rest van dit betoog horen.
De gewone Griek werkt
Beeldend kunstenaar Cathelijne Miggelbrink woont in Griekenland, gooit niet met stenen naar de politie, maar ervaart iedere dag wat de crisis veroorzaakt.
Vrolijk geklingel kondigt de komst van de kudde aan. Op het naburige olijfveldje jaagt de herder luid vloekend zijn schapen op, hun deerniswekkende houding in schril contrast met het gezellige getinkel van de bellen om hun nek. Met de koppen laag bij de grond, hun mottige vachten vol teken en doornen, zoeken ze naar het gras dat de lange zomer allang tot karig hooi heeft verschroeid.
Lang geleden kwam ik voor het eerst in Griekenland, waar ik een speciale gewone Griek ontmoette. De gewone Griek begon een bakaliko, een kruidenierswinkel. Ik verliet het Noorden zodat we samen een bestaan konden opbouwen. We trouwden, kregen kinderen, bouwden een huis op een olijfveldje. Een moestuin, wat kippen.
Dit is het leven in de periferie. We gooien geen stenen naar de MAT (de Griekse ME), dragen geen koukoula (capuchon), we protesteren zelfs niet. Daar is geen tijd voor. De gewone Griek werkt.
Toch is de crisis ook hier voelbaar. Ethnikistes (nationalisten) vullen de muren in het dorp met hun leuzen. Het zijn geen rellen, maar het gevoel van onvrede en onveiligheid is net zo sterk.
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.