Wat De Winter ons vanachter zijn keukentafel schenkt

Aan zijn Bloemendaalse keukentafel beziet Leon de Winter de wereld en ziet dat alles goed is in Israël en de wereld. Toen hij een keertje Zomergast mocht zijn, onttrok Joris Luyendijk hem de bekentenis dat hij al jaren geen voet meer in het Midden-Oosten heeft gezet. Maar ja, De Winter leest Elsevier en de New York Times dus wat moet je verder nog weten? Leon heeft de wereld door. Wie kritiek heeft op Israël is een anti-semiet, dat weet hij zeker. Het moet daarom ook pijn hebben gedaan toen hij in zijn geliefde New York Times een gedicht las van Günter Grass waarin de Duitse schrijver vraagtekens zet bij de hysterie rondom Iran en erop wijst dat er meer landen, in casu Israël ook niet bepaald de regionale vrede bevorderen. Uiteraard schoot De Winter in zijn Godwin-reflex en besloot een sinterklaasgedichtje te sturen aan Die Welt. De titel geeft al zijn intenties aan: Günter schenkt de Joden een gedicht. Günter heeft het nergens over joden, maar over Israël. De 'de enige democratie in het Midden-Oosten' is toch geen theocratie? Maar dat terzijde. Hij zet al lekker in: Güntertje kon het niet laten, over oude Duitse waarheid moest hij praten: De Joden hebben van alles de schuld Waarom verliest Günter geduld?

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 18-10-2022

Nederlandse ID-wet doet rabbijnen denken aan Nazi-tijd

NIEUWS - De Jerusalem Post:

The Conference of European Rabbis on Thursday compared a Dutch law that requires citizens to carry their identity cards at all times to restrictions placed on Jews by the Nazi regime in Germany.

The current controversy stems from a decision by an appeals court in The Hague which ruled this week that there is no religious exemption for Orthodox Jews that would allow them to refrain from carrying their identity documents on Shabbat, when transporting objects outdoors is prohibited under Halacha (Jewish law).

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het amusement dat verontwaardiging heet

lex immersMijn ouders waren gisteravond op bezoek. Dat betekent televisiekijken. Zo zag ik in korte tijd in vijf programma’s het voorval langskomen van de ADO-speler die zong “We gaan op Jodenjacht”. Met opvallende gretigheid werd schande werd gesproken van deze actie. Het beschavingsoffensief boekte aanzienlijke terreinwinst. De hoeveelheid zendtijd die het voorval kreeg, overtrof met gemak de doden in Libië en ander wereldnieuws.

Ik kan deze volstrekte overreactie maar op een manier begrijpen: er is een grote groep mensen die aanzienlijk genot ontleent aan het verontwaardigd zijn. De verveling in de middenklasse is groter dan gedacht. Er wordt wel eens geklaagd dat veel burgers apathisch voor de buis zouden zitten, maar dat lijkt een vorm van wensdenken te zijn. Was het maar waar. Verontwaardiging is een tak van de amusementsindustrie geworden. Afgezien van de bankiersachtige salarissen van producenten als Pauw en Witteman, kan verontwaardigingstelevisie tegen lage kosten worden vervaardigd, terwijl het toch voorziet in een behoefte. Dat heeft het gemeen met talentenjachten en realityseries.
De kwalificatie antisemitisme speelde een centrale rol in de opwinding. Ik kan me vergissen, maar een voorwaarde voor antisemitisme lijkt me toch dat het gericht moet zijn tegen de Semieten. Niemand lijkt echter te bestrijden dat Immers, de betreffende ADO-speler, alleen verwees naar de aanhangers van voetbalclub Ajax, niet naar de Joodse medemens of cultuur. Deze kleinigheid wordt opgelost met het argument: sommige Joden namen toch aanstoot. Als dat de norm is, dan wil ik graag dat de KNVB ook de aanstoot van dierenvrienden serieus neemt. Week in, week uit wordt het geslacht van de mannetjeshond beledigd.

De redactie van Voetbal International leek ook nattigheid te voelen. In de eerste artikelen sprak men van “antisemitische liederen”. Vandaag hanteerde men ineens het weinig vlotte “anti-Ajax-liederen die een antisemitische strekking hadden”.

Waarom staan sommige Joodse organisaties in de rij om zich over een akkefietje op te winden dat niets met Joden te maken heeft? Het enige dat ik daarvan begrijp is het beledigd zijn een manier is om je eigen bestaan wat glans te geven. Wel is het een gemiste kans dat ze tot nu toe nooit hun gekwetstheid hebben geuit wanneer het drugskartel dat ook wel wordt aangeduid als de Ajax-aanhang zichzelf identificeert als Joods.

In de Volkskrant mocht de zelfverklaarde Joodse schrijver Robert Vuisje uitleggen dat “weldenkende mensen” niet roepen dat ze op Jodenjacht gaan. Ik dacht dat de aanduiding “weldenkende mensen” alleen nog in ironische zin werd gebruikt, maar dat bleek een misvatting. Robert Vuijsje werpt zichzelf hier op als weldenkend mens. Dat biedt houvast. Laten we zijn denken eens nader bekijken.

Hij erkent volmondig dat Immers’ zang over de Jodenjacht niet over Joden gaat, maar over de aanhangers van Ajax. Dan presenteert hij drie argumenten waarom het toch “niet los gezien kan worden” van antisemitisme.
Nu even opletten.
Ten eerste, zegt Vuijsje, is hij als Joodse Ajax-aanhanger niet blij met het feit dat Ajax-aanhangers zichzelf als Joden aanduiden. Waarvan akte. Het ontgaat me waarom dit een argument is voor zijn stelling.
Het tweede argument is nog merkwaardiger. Hij insinueert dat Immers een aanhanger is van Geert Wilders. De lezer moet zelf invullen waarom dat een bewijs is voor het verband tussen haat jegens Ajax en antisemitisme. Mij is dat niet gelukt. Als Immers GroenLinks zou stemmen, mag hij blijkbaar wel op Jodenjacht.

Het derde argument is dat voetballers een voorbeeldfunctie zouden hebben. Het begrip ‘voorbeeldfunctie’ is een geliefde stok om de medemens mee te slaan. Het maakt het mogelijk – moreel hoogstaand zelfs – om de medemens te veroordelen op basis van een moraal waar je zelf niet aan hoeft te voldoen. Moraal is de uitoefening van macht zonder van macht te reppen – ik parafraseer de socioloog Goudsblom.Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat deze argumenten niet of nauwelijk verband houden met de stelling van Vuijsje. Wellicht hecht de redactie van de opiniepagina van de Volkskrant bij de selectie van stukken aan een correcte spelling. Aan zindelijk redeneren hecht men blijkbaar minder belang.

Als je kijkt naar de verontwaardigingsindustrie, dan kijk je ook naar de kruiperigheid van degene die moet proberen de verontwaardiging te dempen. De eerste reactie van Lex Immers en ADO was nog ter zake en oprecht: dit heeft niets met antisemitisme te maken. Die reactie hield niet lang stand. In de plaats daarvan kwamen kruiperige zelfbeschuldigingen. Op een gegeven moment twijfelde ik wie ik weerzinwekkender vond: de verontwaardigden of degene die aan de verontwaardiging probeerden te ontkomen.

Vandaag werd bekend dat Lex Immers en ADO de straffen van de KNVB accepteren. Immers is voor vijf wedstrijden geschorst, waarvan een voorwaardelijk. Ook trainer Van den Brom en speler Vicento kregen straf. Een schande. Ik kan niet ontkennen dat ik nu verontwaardiging koester en daar enig genot aan onttrek. Maar ik heb nog geen televisieprogramma of opiniestuk gevonden dat in mij hierin bedient.

Meer bij Bijzinnen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het begrijpen van geweld

GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Dit keer is dat Verbal Jam, die het onderstaande stuk aanbood via de mail.

Altijd klaar om zich te verdedigen (Foto: Flickr/alexdecarvalho)

Als je iets begrijpt, betekent dat nog niet dat je er begrip voor hebt. Want dat laatste houdt een zekere goedkeuring in. Ik begrijp bijvoorbeeld dat Israël extreem geweld toepast in Gaza, ik keur het ten stelligste af. Als je iets begrijpt, weet je waarom het gebeurt en kun je er rekening mee houden bij het zoeken naar een oplossing.

De joden lijden onder een lange historie van vervolging, discriminatie, racisme en massale uitmoording. Die beperkt zich niet tot de holocaust. In heel veel literaire boeken die we tegenwoordig lezen en die direct of zijdelings over joodse families gaan, worden we geconfronteerd met pogroms in allerlei uithoeken van de wereld, met racisme tegenover joden, met massamoord en vervolging. Zie bijvoorbeeld ‘Het lot van de familie Meyer’ van Charles Lewinsky en ‘De dagen van Lazarus’ van Aleksandar Hemon.

De jodenhaat bestaat tot op de dag van vandaag. Een ontluisterende bloemlezing komen we tegen in het artikel van historicus Bert de Bruin op zijn weblog, dat hij schreef naar aanleiding van de lezersreacties op een bericht in de Telegraaf. Het bericht ging over de verdwijning van Sonja Kohn, een belangrijke dame in de beleggingswereld. Ze wordt geassocieerd met de fraude van Madoff. Maar louter het feit dat mevrouw ultra-orthodox joods was, gaf menig Telegraaf-lezer de kans om weer eens ongeremd zijn anti-semitische gevoelens te spuien.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Rehabiliteer Süss de Jood!

Joseph Süss Oppenheimer (Foto: Wikimedia Commons)

Een van de meest bloedstollende romans uit de Duitse literatuurgeschiedenis is Jud Süss van de Joods-Duitse auteur Lion Feuchtwanger. Het boek draait om de achttiende-eeuwse Joodse financier Joseph Süss Oppenheimer, zijn uiterst complexe relatie met de tyrannieke keurvorst van Württemberg, en hoe, wanneer de regering van de keurvorst ineen stort, Süss en de Joodse bevolking van Württemberg, het kind van de rekening worden. Het boek is een briljante analyse van de persoon Süss, en van de werking van het anti-semitisme.

Waarom is dit meesterwerk totaal in vergetelheid geraakt? Zoals bekend worden boeken maar al te makkelijk overschaduwd door verfilmingen. ‘Jud Süss’ kwam in 1925 uit, en was met reden een groot succes. De Duitse filmmaatschappij UfA maakte plannen om het boek te verfilmen toen de nazi’s aan de macht kwamen. Algemeen was de verwachting dat de verfilming van de baan was, maar Joseph Goebbels zag brood in het verhaal. Het is niet al te moeilijk om van een kom vissen vissoep te maken: de film Jud Süss uit 1940, gebaseerd op een roman over anti-semitisme, is een door en door anti-semitische film. Waar sommige nazi-propagandafilms, zoals ‘Triumph des Willen‘ van Leni Riefenstahl nog wel als een soort absurd theater gezien kunnen worden, is deze film ronduit bedrukkend. Süss, in het boek een prachtig ambivalent personage, is veranderd in een afschuwelijk een-dimensionale Hollywood-schurk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wat Amerika van Wagner kan leren

Portret Wagner

Op de top 20 van meest gespeelde opera’s in de Verenigde Staten prijken vier opera’s van Mozart, een niemendalletje van Johan Strauss, een paar Franse opera’s waaronder Carmen, en verder voornamelijk Italiaanse opera’s. De naam Richard Wagner is opvallend afwezig. Het werk van de man geldt klaarblijkelijk nog altijd als besmet. Dit is merkwaardig. Goed, Wagner was anti-semiet, maar dit komt nergens expliciet in zijn opera’s naar voren. Andere culturele figuren wier werk expliciet anti-semitische uitspraken bevat, zoals Shakespeare, Voltaire, en Dostojevski, worden hier nooit op aangesproken. Mozarts Die Zauberflöte haalt de tiende plek op de lijst, hoewel deze opera openlijk racistische elementen bevat. Wagners misdaad kan als ‘being anti-semitic while German’ omschreven worden.

Maar is het erg dat Amerikanen niet van Wagner houden? Het antwoord hierop is ondubbelzinnig ‘ja’. Natuurlijk, Wagner zelf was een onaangename man, en zijn opera’s neigen ertoe bombastisch te zijn, en ook (mag het gezegd worden) wat aan de lange kant. Maar hij brengt een boodschap die met name voor de Verenigde Staten van het hoogste belang zijn.

Het gaat hier om de vierdelige Der Ring des Nibelungen. We leven in een fantasy-achtig universum, waarin er drie grote machten zijn: de dwergen, ook wel de Nibelungen genoemd, die gedreven worden door rancune; de stompzinnige, hersenloos gewelddadige reuzen; en de machtigsten van allen, de goden. Der Ring des Nibelungen is uiteindelijk het verhaal van de val van de goden. Hoe gebeurt dit? De goden hebben de macht, niet omdat ze sterker zijn dan hun concurrenten, maar omdat ze hun macht stoelen op rechtvaardigheid, en ook de belangen van degenen zonder macht proberen te dienen. Maar de goden laten zich meeslepen in de lage machtsspelletjes van hun concurrenten (in het bijzonder, de strijd om de ring), en verliezen hun morele gezag, en daardoor, uiteindelijk, alles. En met hun val gaat de wereld ten onder.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.