Kunstbeleid en diversiteit
OPINIE - Het Amsterdamse raadslid voor Forum voor Democratie Annabel Nanninga en haar spreekbuis GS maakten zich onlangs nogal druk over een rapport van de Amsterdamse Kunstraad en het beleid dat wethouder Meliani van GroenLinks daarop willen baseren. Steen des aanstoots is de eis van de gemeente om iedereen die voor een subsidie in aanmerking wil komen te verplichten tot een ‘actieplan over inclusiviteit en diversiteit (van governance tot organisatie en bedrijfsvoering, van publiek tot programma en talent).’ In het Parool noemt Theodor Holman het rapport ‘weerzinwekkend’. Hij ziet er een poging in om Amsterdammers een bepaalde manier van denken op te leggen. Volgens Holman is het ‘een illustratie van de langzame moord op onze cultuur, op ons vrije denken, op de vrijheid van de kunstenaar.’ Maar ja, hij is dan ook columnist en mag ook wel een beetje overdrijven.
Nanninga keert zich in de Amsterdamse raad tegen de ‘politisering van de gesubsidiëerde kunstensector.’ En dan met name tegen de ideologie van de ‘uit de VS overgewaaide identiteitspolitiek’ die volgens haar leidraad is geweest voor het kunstenplan. Haar kritiek vind ik voor een FvD-politica echter nogal hypocriet. Als het aan partijleider Baudet ligt gaan we alleen voor kunst die de nationale identiteit niet besmeurt. Met zijn weerzin tegen moderne kunst zullen we, mocht hij het ooit voor het zeggen krijgen, waarschijnlijk ondergedompeld worden in de zuivere ‘boreale cultuur’ met ‘trotse schilderijen’ , ‘sculpturen van onze helden’ en veel pracht en praal. Over politisering van de kunst gesproken.