RECENSIE -
‘Rommel in plaats van muziek’. Muziekliefhebbers weten onmiddellijk waar dit over gaat. Het is het beruchte artikel in de Pravda van 28 januari 1936, waarin de krant zijn banvloek uitsprak over de muziek van Dimitri Sjostakovitsj. Er waren wel eerder aanvallen geweest op die ‘onbegrijpelijke’ muziek maar dat waren opiniestukken geweest.
Dit was een artikel. Dit was dus de mening van de grote leider Stalin en van de Communistische Partij. En Sjostakovitsj wist wat dit betekende. Hij moest zo snel mogelijk laten zien dat hij ook anders kon werken, dat hij de voorschriften van de Sovjetkunst omarmde en uitdroeg. Anders zag het er slecht voor hen uit. Of was het al te laat? Stond zijn naam al op een lijst, zoals die van duizenden anderen, voorbestemd voor een enkele reis naar de Goelag? Honderden kunstenaars waren al verdwenen. Was hij aan de beurt? Hij stond doodsangsten uit.
‘Rommel in plaats van muziek’ was geen op zichzelf staande actie. Spoedig volgden vrijwel identieke artikelen, allemaal gericht tegen tot dan toe onaantastbaar geachte kopstukken van het Russische cultuur. Artikelen met titels als ‘Balletbedrog’, ‘kakofonie in de architectuur’ en ‘Over kliederkunstenaars’, gericht tegen grootheden als Meyerhold, Eisenstein, en de beroemde architect Konstantin Melnikov. Die artikelen vormden slechts een startschot. Andere kranten en gespecialiseerde tijdschriften namen de aanval over. Daarna werden de kunstenaars in spoedvergadering bijeengeroepen, officieel om te bespreken hoe men hierop moest reageren maar in feite om iedereen duidelijk te maken dat de tijd van ‘formalisme’, van artistieke experimenten, voorbij was.