OPINIE - De consument wordt genaaid. Of het nou om dure iPads of iPhones, suiker, alcohol of medicatie gaat.
Toen ik in de jaren ’80 in San Diego als verkoper bij Stanley Dodge Superdealer werkte, hield de sales manager elke maandagochtend een peptalk. En elke week weer legde hij uit dat elke klant die de dealership binnen kwam ons volgende salaris in zijn zak droeg. Het was onze taak dat er uit te kloppen. We moesten de klant voorover buigen en hem vervolgens zo diep en hard mogelijk naaien. “But”, zo was zijn uitsmijter, “use plenty of vaseline.” Wij moesten daar dan om lachen. Dus dat deden we. Elke week weer.
De zakenmentaliteit die uit dit voorbeeld spreekt, lijkt erg ouderwets. Maar wie om zich heen kijkt, de kranten leest en wat kritische weblogs volgt, kan niet anders dan constateren dan dat er niks veranderd is. Wij, consumenten, worden door veel ondernemingen gezien als productiemiddel en financier, als arbeidskracht én leverancier van inkomen. Zij zijn op aard om ons zo veel mogelijk geld uit de zak te kloppen. Om ons zo diep en zo hard mogelijk te naaien. Al dan niet met vaseline.
Ingebouwde levensduurverkorting
Enerzijds is er het uitbuiten van individuele consumenten. Bedrijven ontwikkelen steeds nieuwe producten met een steeds kortere levensduur. Ik zag vandaag iemand een nieuw model Philips stofzuiger bij het grof vuil zetten en zelf gooi ik ook regelmatig spullen weg van maar een paar jaar oud. Ze houden er gewoon mee op. Iets breekt af of brandt door. Op. Neem nou die spaarlampen. Niet goedkoop, maar dank zij de vele tienduizenden branduren toch voordelig. Zeiden ze. Die dingen bestaan nog niet eens vijf jaar. Waarom heb ik er dan al zoveel moeten weggooien? Ik maak me sterk dat de producenten hun spullen wel beter kúnnen maken, maar het gewoon niet willen. Voor de gloeilampenindustrie zijn daar overigens gewoon bewijzen voor. En als Apple iPhones en iPods verkoopt waarvan de batterij zeer lastig te vervangen is of even duur is als een nieuw apparaat, is ook dat eenhufterige manier om je klanten te ‘verplichten’ een nieuwe versie te kopen. Overigens valt ook het elke acht maanden uitbrengen van een nieuwe en verbeterde versie onder de definitie van ‘planned obsolence’. Ze smeren de verbeteringen uit over een langere periode, zoals Sergej Boebka elk groot toernooi zijn wereldrecord polsstokspringen met 1cm verbeterde om de kampioensbonus op te strijken. Veel aantrekkelijker dan in één keer 10 cm hoger springen. En wat te denken van het steeds ‘verbeteren’ van besturingssystemen zodat je op een gegeven moment je computer wel móet vervangen? Ik heb een zeven jaar oude MacBook die het nog prima doet. Maar zodra je online gaat, weigert hij dienst met de mededeling (in vier talen) “Herstart uw computer”. OK, ik kan er nog DVD’tjes op kijken, maar als computer is hij waardeloos.