‘Koop met compassie, niet méér dan je nodig hebt.’ Zo luidt de slogan van menig initiatief dat duurzame consumptie promoot als groen alternatief voor het prevalerende hyper-consumentisme. Het houdt mij bezig, de balans vinden tussen wel en niet af en toe iets nieuws kopen, want wanneer heb je nu echt iets nodig?
De eerste les van ‘duurzaam consumeren’ luidt dat géén nieuwe spullen kopen ecologisch gezien vrijwel altijd beter is dan wel iets nieuws kopen. Consuminderen dus. Trouwens, wat zou het toch heerlijk zijn als we geen spullen nodig hadden: probleem opgelost! Maar ervaring leert dat we toch één en ander nodig hebben, bijzondere diersoort die we zijn.
Tot miskoop gedoemd
Soms is het eigenlijk van tevoren wel duidelijk: dit wordt een miskoop. Het is bij voorbaat al een miskoop, het lijkt wel geproduceerd als miskoop. Ik bedoel dat veel producten zo specifiek zijn dat je het in maar zeer specifieke gevallen gaat gebruiken, en in totaal dus maar een paar keer.
Veel spullen in de winkels en webshops vallen wat mij betreft in de volgende categorie: misschien wordt het mijn nieuwe grootste hobby, maar waarschijnlijker is dat ik het twee keer gebruik en er daarna niet meer naar omkijk. En als ik er dan naar kijk, is het vol ergernis omdat het wel ruimte in beslag neemt en ik de niks mee doe. Een andere mogelijkheid is dat ik het wel gebruik, maar dat het praktisch gezien een al aanwezig apparaat of ‘ding’ vervangt. Daardoor wordt het andere ding niet meer gebruikt, neemt het onnodig ruimte in beslag, en is het rijp voor de tweedehandswinkel of de vuilnisbelt. Triest.