Toekomstige NAVO moet vooral Rusland sussen

Dat Rusland, ondanks de droevige staat waarin haar economie verkeert, haar oude invloedssfeer in Centraal-Azië tracht te herwinnen, baart de westerse bondgenoten zorgen. Na twee decennia van bijna onbetwiste Amerikaanse hegemonie zit niemand te wachten op een heropleving van de Koude Oorlog. De verhoudingen binnen de NAVO zelf zijn echter niet meer zo hecht als voorheen: de teloorgang van de oude Sovjet-Unie heeft het belang van de verdragsorganisatie doen afnemen.
Over de toekomstige rol van de alliantie wordt al heel wat langer nagedacht. Een soort permanente vredesmacht onder VN-mandaat zoals de Britse historicus John Keegan voorstelde is minder aantrekkelijk dan het misschien lijkt. In april schreef ik hierover: “Om te voorkomen dat de NAVO in zo’n rol als instrument van Westers imperialisme wordt gezien, zouden zeer veel nieuwe lidstaten tot de organisatie moeten toetreden, wellicht zelfs Rusland, terwijl dat land juist reden is dat vele Oost-Europese landen tot de NAVO zijn toegetreden, of dat willen.”
Rusland blijft een beperkende invloed hebben op de speelruimte van de NAVO. Dat weet ook Zbigniew Brzezinski, nationaal veiligheidsadviseur onder president Carter. Hij schreef onlangs in de New York Times: “Rusland is niet meer de vijand maar het beschouwt de NAVO nog altijd met enige vijandigheid.” Om Rusland tot bedaren te brengen moet het land meer en vaker betrokken worden bij kwesties die de Europese veiligheid betreffen. De grote Russische weerstand tegen de toetreding van enkele voormalige Sovjetrepublieken tot de verdragsorganisatie, zou zo kunnen worden afgezwakt.