Vernieuwing of herhaling van zetten?
COLUMN - Bijdrage van Joyce Hes, waarin ze de voorgenomen herziening van het bestuurlijk stelsel in Amsterdam kritisch bekijkt.
Het bestuurlijk stelsel van Amsterdam blijft een ‘pain in the ass’. Het afschaffen van de deelgemeenten in 2014 en het gelijktijdig instellen van gekozen bestuurscommissies met een dagelijks bestuur dat uit hun midden werd benoemd (het budgetrecht en de kaderstellende bevoegdheid bleven uitdrukkelijk bij de raad) werd al snel onbevredigend gevonden.
In 2016 was er het rapport van de Commissie Brenninkmeijer, dat te veel schuring constateerde tussen de verschillende bestuurslagen. Daarop is ervoor gekozen de dagelijkse bestuurders direct te laten benoemen door het college om binnen de stedelijke kaders vanuit de gemeenteraad een betere wisselwerking tot stand te brengen met het lokaal bestuur in de stadsdelen. In 2018 kregen de gekozen stadsdeelcommissies de rol om ogen en oren van gebied en stadsdeel te zijn en de taak om het dagelijks bestuur over de lokale belangen te adviseren.
Inmiddels ligt er alweer een rapport van Necker van Naem en Tilburg University, waaruit blijkt dat de ambities die met het huidig stelsel worden beoogd onvoldoende uit de verf komen. Het rapport onderstreept breed de noodzaak voor versterking en verbetering van de positie van het lokaal bestuur en van de invloed van Amsterdammers daarop. Ook is onvoldoende helder voor alle betrokkenen, bestuur, uitvoering en bewoners wie waarover gaat en dat gaat ten koste van de stadsdelen.