De farce van het Nationaal Historisch Museum

De farce rond het Nationaal Historisch Museum blijft de gemoederen bezig houden. Bas Heijne wijdde er onlangs een boek aan en medievist Henk ‘t Jong zei er gisteren verstandige dingen over (hier). Beide heel lezenswaardig. Ik heb er zelf voortdurend een ongemakkelijk gevoel bij gehad. Eén reden was persoonlijk, namelijk dat ik in een vroeg stadium ben geciteerd als voorstander van de nationale canon die het museum aanvankelijk geacht werd te zullen presenteren. De reden was dat ik in een boekje aan immigranten had uitgelegd hoe Nederlanders hun verleden graag zien. De eerste zin maakte al duidelijk dat ik het beschouwde als een mythografie. Dat de voorstanders van een canon me als geestverwant rekruteerden – en dat ze dus een mythe niet van geschiedenis konden onderscheiden – gaf mij een ietwat nare bijsmaak bij wat op zich leuk projecten hadden kunnen zijn: vijftig vensters op het verleden en een daaraan gewijd museum.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Transparantie is voor overheden geen wondermiddel

Transparantie zou een wondermiddel zijn om het vertrouwen van burgers in de overheid te vergroten. Maar de ontsluiting van informatie brengt overheden in een lastige spagaat: mensen krijgen meer vertrouwen in de eerlijkheid van gemeente, maar minder vertrouwen in haar competentie, zegt universitair docent Stephan Grimmelikhuijsen.

Al jaren verkondigen politici – Barack Obama voorop – de belofte van meer overheidstransparantie. Behalve dat transparantie corruptie en misstanden aan kaak moet stellen, zou zo ook het vertrouwen van burgers in de overheid worden vergroot. ‘Onbekend maakt onbemind’, dus zal meer kennis van besluitvorming en beleid leiden tot een overheid die meer ‘bemind’ is, zo luidt de gedachte achter transparantie.

Andere politici pleiten juist voor minder transparantie. Voormalig minister Donner zorgde in mei vorig jaar voor ophef met zijn uitspraak: ‘Wetten zijn als worstjes. Je kunt maar beter niet zien hoe ze gemaakt zijn.’ Het zou volgens Donner beter zijn om overheidstransparantie in te perken: meer kennis van burgers leidt tot minder vertrouwen.

In het wetenschappelijke debat over de effecten van transparantie op vertrouwen zien we deze tweestrijd terug. Optimisten beargumenteren dat transparantie een positief effect heeft op vertrouwen in de overheid. Pessimisten zien het tegenovergestelde. Daarnaast zijn er ook nog sceptische wetenschappers die zeggen dat transparantie geen enkel effect heeft of dat het effect zo klein is dat het wordt overstemd door andere determinanten van vertrouwen, zoals ontevredenheid met een regering of zorgen over de economische crisis.

Foto: copyright ok. Gecheckt 08-09-2022

Kunst op Zondag | Gezichtsbedekking

Gezichtsbedekkende kleding wordt verboden, als het kabinet haar zin krijgt. Men bedoelt de boerka, want de voorgestelde wet kent wel uitzonderingen. Voor zover wij weten is het kabinet vergeten gezichtsbedekkende kunst in het rijtje uitzonderingen op te nemen. Misschien omdat het kabinet denkt dat het zinloos is, nu ze heel wat kunst heeft wegbezuinigd.

Of is het juist wel de bedoeling verhullende kunst te verbieden? In veel gevallen waar de kunstenaar iets maskeert, is het een commentaar op starre normen en waarden, overdreven regelgeving, dictatoriale censuur en angst. Neem bijvoorbeeld James Ensor, een kunstschilder die te boek staat als een van de eerste vernieuwers van de Belgische kunst.  In zijn latere werken duiken veel maskers op. Ze staan symbool voor zijn afkeer en verzet tegen de gevestigde orde en tegen zijn criticasters. Hier zijn ‘Zelfportret met masker” (1917).

László Moholy-Nagy vluchtte voor de ellende in Hongarije en nazi-Duitsland.  Zijn compositie met twee maskers (1934)verwijst naar het carnaval en Venetiaanse maskerades. De identiteit verhullen om even loos te gaan.

Maurio Anzeri pakt met naald en draad foto’s aan en voorziet de geportretteerden zo van fraaie maskers. Meer daarvan in een artikel van de Saatschi Gallery.

Met afbeeldingen van maskers zal de boerka-wet geen moeite hebben. Het gaat uiteindelijk om het dragen van gezichtsbedekkende zaken. De feestelijke maskerade of moderne varianten van rituele maskers uit Afrika en Azië zijn nog steeds inspiratiebronnen voor hedendaagse maksermakers. Nu zijn de volgende voorbeelden niet strikt gebonden aan het Limbursge carnaval, dus mocht de wet er doorkomen dan moeten we afwachten wat de poltie doet als je een kunstzinnig feestje in de openbare ruimte houdt. 

Foto: Ivan Radic (cc)

Knip het klimaatprobleem op in deelproblemen

‘Het zeldzame geval waarin gemeenschappelijke belangen je laten rekenen op de coöperatie van je medemens.’Zo definieerde Jean-Jacques Rousseau een paar eeuwen geleden het begrip ‘collectieve actie’. Vandaag de dag heeft die uitspraak niets aan kracht verloren. Het blijkt erg moeilijk om in grote groepen samen te werken, zeker als de gemeenschappelijke belangen niet helder zijn. Dat is zeker het geval bij het probleem van klimaatverandering. Prof. dr. Rosemary Rayfuse, hoogleraar Internationaal Recht aan de University of New South Wales en hoogleraar Internationaal Milieurecht aan Lund University, laat zien dat collectieve actie mogelijk is als we het klimaatvraagstuk opdelen in deelproblemen die met een kleiner aantal partijen aangepakt kunnen worden, bijvoorbeeld met het mensenrechteninstrumentarium. Klimaatverandering biedt kansen om het rechtssysteem aan te scherpen en opnieuw te definiëren wat belangrijk is. 

Groepspsychologie

Wie de wetenschappelijke onderzoeken naleest ziet dat er drie hoofdproblemen zijn wanneer mensen in een groot collectief iets proberen te bewerkstelligen. Hoe groter de groep, hoe kleiner het individuele voordeel is dat de afzonderlijke groepsleden hebben. Omdat het voordeel van het individu zo klein is, zet niemand de eerste stap. Bovendien is het erg duur om een dergelijke groep op te zetten en draaiende te houden, waardoor het economisch gezien ook niet gemakkelijk is om vanuit een groot collectief te opereren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Crisis in 1458

Arthur van Schendel twitterde al in 1906

Google kan wel inpakken. Gisterenavond kreeg ik een seintje dat er een nieuwe kleine zoekmachine voor het Nederlands online is, Kronos. Hij is nog in staat van ontwikkeling, ik heb hem nog nergens aangekondigd gezien, de interface is wat eenvoudiger dan die van andere zoekmachines. Maar hij biedt iets anders: historische diepte.

Je gebruikt Kronos om oude voorkomens van Nederlandse woorden te zoeken. Als basis gebruikt het systeem het Chronologisch Woordenboek dat Nicoline van der Sijs tien jaar geleden samenstelde en waarin ze van zeer veel Nederlandse woorden vermeldde wanneer ze voor het eerst werden opgetekend. Dat woordenboek is in Kronos uitgebreid met heel veel nieuwe bronnen — vooral oude teksten die te vinden zijn bij de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren of het al Project Laurens Jz. Coster. Je kunt daardoor ineens de woorden zien in de omgeving waarin ze echt gebruikt werden.

Soms worden Van der Sijs’ bevindingen ook nog eens sterk verbeterd. In 2002 kwam de eerste vindplaats voor crisis bijvoorbeeld nog uit 1763. Dankzij Kronos weten we nu dat Bartholomeus Engelsman het al in 1485 gebruikte (so en salmen die lopinge int begin niet stempen op dat crisis niet belet en wert).

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende