Weense meisjes en likeurbonbons: over de Alkmaarse chocoladefabriek Ringers (1905-1970)

De beste chocolade van Nederland, dat wilde de jonge banketbakker Hendrik Ringers gaan maken en daarom reisde hij in 1901 naar Zwitserland om bij het beroemde chocoladehuis Cailler in de leer te gaan. Via Parijs kwam hij vier jaar later terug naar Nederland en begon hij een chocoladefabriek in Alkmaar. De bonbons die Hendrik Ringers maakte smaakten verrukkelijk, al lukte het hem niet direct om het bedrijf winstgevend te krijgen. Daar kwam verandering in toen zijn broer Theo in de zaak kwam werken en het cijfermatige werk overnam; vanaf dat moment ging de handel voor de wind. In de jaren twintig werd er een nieuwe fabriek neergezet, de Historische Vereniging Almaar vecht nu voor behoud van het gebouw. De fabriek van Ringers groeide snel, er kwam een tweede vestiging in Rotterdam, maar na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om het productieproces in Alkmaar te concentreren. De chocolade van Ringers werd wereldberoemd. Vooral de kersenbonbons en de likeurbonbons, maar ook hun sinaasappel-chococolades, zoals Orlacta en de Sina-schilletjes moeten heerlijk zijn geweest. In 1928 werd de Amsterdamse chocoladefabriek De Bont & Leijten uit Amsterdam overgenomen, vanaf dat moment kreeg Ringers ook koosjere chocolade in zijn assortiment. Een ander bekend product was

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

De opkomst en ondergang van Job Cohen

DATA - “Bijna twee jaar geleden heb ik de overstap naar de landelijke politiek gemaakt omdat ik vanuit die positie wilde bijdragen aan een fatsoenlijke samenleving, waarin zo veel mogelijk mensen –ongeacht hun afkomst of achtergrond– tot hun recht komen. Ik moet helaas vaststellen dat ik er onvoldoende in ben geslaagd om in de politieke- en mediawerkelijkheid van ‘Den Haag’ de weg naar deze fatsoenlijke samenleving geloofwaardig over het voetlicht te brengen.” Met deze woorden nam Job Cohen gisteren afscheid als fractievoorzitter van de PvdA en als Tweede Kamerlid.

Dat sprake is van een harde politieke en mediawerkelijkheid is duidelijk. Iedereen die geregeld een krant of blog leest, is ingehaakt op Twitter en DWDD en Pauw en Witteman kijkt, weet dat de pieken en dalen voor Cohen groot zijn geweest. Een aantal onderzoekers van de Nederlandse Nieuwsmonitor heeft in de avondlijke en nachtelijke uren een analyse gemaakt van hoe Cohen in een aantal media is afgeschilderd. Deze gastbijdrage is lang, maar zeer de moeite waard voor wie de medialogica wil doorgronden. Een verhaal over de opkomst en ondergang van Job Cohen in de media.

Medialogica

“Geheel conform de management-retoriek van een BV, is de taal van de politieke campagne die van afrekenen, competitie en winnen. Met peilingen die hijgerig worden gevolgd als waren het rendementskoersen. Tel daarbij op dat in de mediacratie alle aandacht voor meervoudige politieke keuzes en programma’s zich heeft verengd tot de vileine grimas, een goede acteerprestatie of een geslaagde grap van de lijsttrekker en het resultaat is een genant oppervlakkige politieke ratrace” (de Volkskrant,  5 juni 2010). Dit schrijven Henk van Houtum en Esther-Mirjam Sent in een opiniestuk in de Volkskrant aan de vooravond van de Tweede Kamerverkiezingen van 2010. Deze ontwikkelingen worden door sommigen omschreven als een mediacratie, dramademocratie (Elchardus 2002) of zelfs een emocratie (De Ridder 2000). De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) vat deze toegenomen invloed van media samen in de term ‘medialogica’.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Castricum vindt zijn Waterloo bij DWDD

De epische Untergang van Rutger Castricum bij DWDD. De Powned verslaggever dacht even zijn boekje over Ibiza te pluggen maar hij werd genadeloos op z’n plek gezet door mannen met net iets meer hersenen dan hijzelf. FILMPJE!!

In de Nederlandse twittersfeer brak direct een overwinningsfeest los dat nu al uren aanhoudt. Geenstijl deed dezelfde avond nog huiliehuilie en WNL probeerde in het ontbijtnieuws de schade voor Castricum te beperken. Maar de meerderheid van de Nederlanders lijkt erg ingenomen met het feit dat deze ‘journalistieke’ wildplasser de roze rode plopkap op zijn neus kreeg. Jean-Pierre van Geelen zag in deze aflevering van DWDD een Amerikaanse western en schreef in Volkskrant: “Dat kenmerkt de betere western: het gevaar loert van alle kanten. Spannend, reputaties aan flarden schieten”.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mooi spul voor weinig geld?

Wij Nederlanders willen het hele jaar door aardbeien, en dus levert Lidl aardbeien. Ik denk er het mijne van, maar veel mensen vinden er niks mis mee. En ach, kijk die lekkere zomerkoninkjes er toch eens smakelijk bij liggen. Glanzend rood en zo te zien ook van binnen volrijp. Nou, dan is 75 cent voor een half pond natuurlijk een koopje.

Toch maar even naar les één in de beoordeling van reclame-uitingen. Die luidt: als iets te mooi klinkt om waar te zijn, is het ook meestal te mooi om waar te zijn. Dat geldt ook hier. De aardbeien die bij Lidl in de winkel liggen, zijn Spaanse van het ras Candonga. De aardbeien die hier op de foto staan, zijn Nederlandse van het ras Elsanta. Die tweede liggen, in tegenstelling tot de eerste, volrijp in de winkel en smaken dus naar aardbei in plaats van er alleen maar zo uit te zien.

Lidl bedient zich van dezelfde trucs als malafide huwelijksbureaus: foto’s plaatsen van topmodellen maar lelijke eendjes in de aanbieding hebben. Een gewaarschuwd eetlezer telt voor twee!

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

De beste nudge: alleen chips op zaterdagavond

Gezond eten kun je aan mensen overlaten of je kunt hardhandig ingrijpen. Nudging is een redelijk alternatief, zeggen Denise de Ridder, Emely de Vet, Marijn Stok en Marieke Adriaanse. Voeding kent echter weinig succesvolle nudges; we worden weliswaar overladen met informatie wat en hoeveel we moeten eten, maar zelden horen we iets over wanneer en waar we zouden moeten eten.

De moderne voedselomgeving wordt ‘obesogeen’ (of dikmakend) genoemd omdat er op iedere plaats en op ieder moment van de dag ongezond en calorierijk eten te verkrijgen is – in flinke porties bovendien. Het gevolg is dat mensen meer eten dan goed voor ze is en dat inmiddels ruim de helft van de Nederlandse bevolking te dik is.

Voeding kent weinig succesvolle nudges
De roep om maatregelen om de effecten van de obesogene omgeving terug te dringen is groot. Een maatregel die op veel bijval kan rekenen is om mensen te stimuleren om gezondere keuzes te maken (zie bijvoorbeeld het artikel van Krispijn Faddegon op deze site), helaas in de meeste gevallen zonder concrete aanwijzingen hoe ze dat zouden moeten doen. Zo benadrukt minister Schippers bij herhaling dat de burger zelf verantwoordelijk is voor het consumeren van gezond voedsel, maar laat in het midden hoe ze dat voor elkaar moeten krijgen in een omgeving die vergeven is van ongezond voedsel.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende