Grieken zijn niet lui

Volgens onderzoek in The Lancet zijn Grieken helemaal niet lui. Toegegeven, ook ik kan het me haast niet voorstellen, maar de Grieken zijn behoorlijk beweeglijk. Misschien is het het bordengooien, of al die sirtaki's die te pas en te onpas gedanst moeten worden, maar Grieken zijn het meest beweeglijke volkje in Europa. The Lancet publiceerde vandaag een internationaal vergelijkend onderzoek naar fysieke activiteit, of liever gezegd, inactiviteit. The Guardian zette deze cijfers mooi op een rij (thank you very much indeed). Fysieke inactiviteit is als je de volgende zaken niet doet:

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Misdrijf

Dus nu gaan we ouders hoofdelijk verantwoordelijk stellen voor het overgewicht van kinderen.

Wanneer ouders niet genoeg doen om hun kinderen slanker te krijgen, kunnen die zelfs onder toezicht worden geplaatst. De Amsterdamse wethouder van der Burg gooide er nog een schep bovenop door in zijn rechtvaardiging van deze maatregel vetzucht bij kinderen gelijk te stellen aan kindermishandeling.

Welja, geef de ouders alle schuld en maak er maar meteen een misdrijf van om een te dik kind te hebben. Zo gaat-ie lekker, meneer van der Burg. Wat is uw volgende voorstel? Zulke ouders in de gevangenis gooien?

Dat inmiddels een kwart van de Amsterdamse kinderen aan overgewicht lijdt, is zorgwekkend. Maar het is raar om ouders daarvoor als enige schuldige aan te wijzen. Ernstig overgewicht bij kinderen is een internationale ontwikkeling, van Europa en de VS tot China en Japan; zou dat nu écht uitsluitend aan die ouders liggen?

Op straat kun je nergens meer spelen, sportvelden liggen ver buiten de stad, kinderen worden voor de veiligheid overal per auto of achterop de fiets naartoe gebracht. Scholen hebben de uren voor sport en gym flink meten wegbezuinigen. In de winkels zijn hele schappen gevuld met snoep en snacks op graaihoogte, en bij de kassa word je bijkans besprongen door suikerwerk. Reclames houden vol dat repen waar noten in zitten ‘gezond’ zouden zijn, al bevatten ze evenveel calorieën als een Mars, en vruchtensap dat stijf staat van de suiker wordt aangeprezen als een ‘verstandige’ keus.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Mail van een psychotherapeut

Geachte Heer Hoogeboom,

Zoals u misschien weet, werd in 1966 Psychotherapeutisch Centrum De Oosthoek geopend, dat tussen Heiloo en Limmen inlag, aan de kalme Oosterzijweg. Het was onderdeel van Psychiatrisch Centrum St. Willibrordus te Heiloo. In De Oosthoek werkte ik ook, als jong en net afgestudeerd psychotherapeut, vanaf 1967. Het was de bedoeling dat we een stuk of 30 jongeren met problemen zouden opvangen en na een jaartje weer naar huis zouden sturen. Hun problemen mochten niet te erg zijn, ze moesten bijvoorbeeld geen psychotisch gedrag vertonen, schizofreen zijn etc., maar een depressie, dat mocht wel. Die jongeren kwamen uit heel het land, en er was genoeg vraag, vooral in die jaren zestig en zeventig. De leeftijden van de jongeren varieerden van 17 tot 25 jaar. Als je jonger dan 17 was, dan ging je – dat weet ik eigenlijk niet. Naar je dichtstbijzijnde ziekenhuis? Was je ouder dan 25, dan kwam je terecht in St. Willibrordus, in Endegeest etc., en daar kwam je ook terecht als je ernstig malende was.

In mei 1968 kwam in De Oosthoek de 21-jarige Erik Greveling wonen. Hij kwam uit Voorburg, studeerde in Leiden, maar kon het opeens niet meer, studeren. Wat te doen? Naar De Oosthoek. Tegenwoordig doen we dat niet meer, maar toen nog wel. We wisten nog niets af van depressies, verslavingen, schizofrenie etc., we raadden maar wat en dachten dat een rustig, goed gesprek al veel zou helpen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Transparante overheid is niet per se een betere overheid

Transparantie om prestaties van organisaties in de publieke sector te verbeteren: het klinkt goed maar het werkt niet, vindt Stephan Grimmelikhuijsen van Overheid 2.0. 

Door prestaties van publieke instellingen transparant te maken, kunnen burgers kiezen voor het beste onderwijs of het beste ziekenhuis. Dit zou bijdragen aan een betere kwaliteit van publieke dienstverlening. Toch doet transparantie niet wat we er van hadden verwacht: agenten richten zich op bonnenschrijven in plaats van boeven vangen, ziekenhuizen richten zich op gemakkelijk behandelbare patiënten en de tandartsenprijzen stijgen in plaats van dat ze dalen. Transparantie heeft te weinig betekenis voor burgers en professionals: tijd voor een vorm van transparantie die wel bijdraagt aan kwaliteit.

Tucht

De ‘tucht van transparantie’ zou moeten leiden tot een betere publieke dienstverlening. Dit is gebaseerd op het simpele economische principe dat een meer transparante markt – meer informatie over prijzen en kwaliteit – consumenten in staat stelt om de optimale keuze te maken voor een product. Dit dwingt marktspelers om zo optimaal mogelijk te presteren.

In de jaren ’90 heeft deze gedachte van transparantie ook zijn ingang gevonden in de Nederlandse publieke sector. Zo zijn volgens de Onderwijsinspectie het percentage leerlingen dat nominaal hun schoolcarrière doorloopt en het gemiddelde eindexamencijfer belangrijke indicatoren voor de kwaliteit van onderwijs. Door deze gegevens te publiceren zouden prestaties verbeteren, omdat burgers iets te kiezen hebben, fouten gesignaleerd worden, en het handelen van professionals en organisaties gestuurd worden in de goede richting. Maar werkt dit wel?

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Vorige Volgende