Er was in 2008 een wereldwijde economische crisis voor nodig om het neoliberalisme uiteindelijk toch niet van z’n plaats te krijgen als dominante ideologie. Als een crisis, zo groot, die verandering niet teweeg brengt, hoe moet zo’n verandering waarvan de noodzaak voor velen duidelijk is dan beginnen? Klein?
Laten we eerst een paar dingen op een rij zetten over ideologieën, zoals de vraag wat we überhaupt onder een ideologie moeten verstaan?
Je kunt zeggen, een ideologie is een min of meer samenhangend stelsel van begrippen en ideeën. Een stelsel dat, in tijden van brede ideologische consensus, meestal op de achtergrond aanwezig is en zelf niet wordt betwist. Ze vormt dan de grondslag van het dagelijkse politieke en maatschappelijke debat. Vergelijkbaar met het speelveld in de sport: de lijnen op het voetbalveld, de zwart-witvlakken op het schaakbord, ze worden als uitgangspunt geaccepteerd.
Oude ideologieën
Neoliberalisme wordt de ideologie genoemd die in de jaren 80 dominant werd en waar zeker tot de kredietcrisis in 2008 brede consensus over bestond. Ze werd voorgegaan door het keynesianisme dat sinds de Tweede wereldoorlog leidend was geweest, maar geen antwoord had op de economische turbulentie in de jaren 70. Stagflatie bijvoorbeeld – een combinatie van inflatie en een stagnerende economie – kon binnen het keynesiaanse begrip van de economie eigenlijk niet bestaan. De ideologische consensus verbrokkelde, mede door de neoliberalen die wel antwoorden leken te hebben. Naar haar vertolkers werd steeds meer geluisterd en dat plaveide de weg voor een ideologische en een politieke omwenteling.