Verhalen van het front
REPORTAGE - De oorlog in Oekraïne duurt deze week precies een jaar. Ardy Beld sprak voor zijn nieuwe boek ‘Hoe Poetin zijn tanden stukbeet’ met soldaten van de Oekraiense troepen aan het front. Het leven aan het front bestaat uiteraard uit heel wat meer dan succesvolle heroveringen en dodelijke nederlagen die het nieuws halen. ‘Enkele soldaten vertelden mij – op basis van anonimiteit – hun ervaringen in korte verhalen en anekdotes. Deze herinneringen zijn niet glorieus of heldhaftig. Het zijn verhalen over de daadwerkelijke omstandigheden van mannen en vrouwen die onze vrijheid verdedigen.’ Hieronder enkele fragmenten als voorpublicatie.
Pokemon
‘Het moet in september zijn geweest. Nadat we de rivier de Donetsk waren overgestoken, gingen we verder om ons gebied te heroveren in de richting van Liman. We passeerden vakantiecentra die langs de “goloebye ozjora’ (blauwe meren) lagen. Ergens in de bossen namen we posities in om vijandelijke aanvallen af te kunnen slaan. Er was geen paniek in mijn eenheid, maar er was natuurlijk wel spanning. We waren de hele tijd aan het graven. We groeven loopgraven, groeven bunkers, het was geregeld zo dat we twee keer per dag loopgraven maakten, omdat we van positie moesten veranderen. Op een dag stonden we op onze positie en voor ons liep de verkenning. Plots werden ze beschoten en begonnen ze zelf te schieten. Ik weet zeker dat twee van hen werden gedood en één in een hinderlaag liep. De vijand zette hem klem zodat hij niet terug kon naar ons. Een van de commandanten zei dat we tien vrijwilligers nodig hadden om onze verkenner daar weg te krijgen. Ik was een van hen. Toen we de vijandelijke posities naderden, liepen we in een hinderlaag, er ontstond weer een klein vuurgevecht. In de buurt ontploften mijnen en granaten; er was enorm veel lawaai en was het onduidelijk waar het schieten vandaan kwam. Nadat alles gekalmeerd was, zaten we met vier gewonden. De commandant besloot me achter te laten met een hospik om eerste hulp te verlenen aan de gewonden. De anderen gingen de verkenner helpen. Twee van hen hadden lichte verwondingen en de andere twee waren ernstig gewond. We verplaatsten ze uit de vuurzone. Een van hen was een soldaat met de roepnaam Pokemon. Hij keerde terug in onze gelederen na een lange ziekenhuisopname en revalidatie. Toen hij na Nieuwjaar weer terugkwam was hij nog steeds zo woedend op de Russen dat hij in een volkomen roekeloze actie alleen een tank onschadelijk maakte! Iedereen grapte later dat we hem drie maanden eerder niet voor niets hadden gered.’