5G heeft consequenties voor het milieu

Waar denk jij aan als je ‘5G’ hoort? Misschien aan lekker snel internet, of Chinese spionage met Huawei-apparatuur. Maar er is één belangrijk onderwerp dat achterwege blijft: het milieu. Hoe zit het met de impact van 5G op het klimaat en waarom blijft dit onderbelicht? Het is de nieuwste manier om data te versturen, het is vele malen sneller dan voorganger 4G en wordt in Nederland opgezet as we speak. 5G komt er in 2020 al aan en biedt veel mogelijkheden, van opereren op afstand tot het streamen van extreem zware games, of het creëren van een geautomatiseerd netwerk van zelfrijdende auto’s. Maar er zijn ook zorgen: 5G zal onze honger naar data alleen maar versterken en zo tot een toename in internetgebruik leiden. Dit gaat impact hebben op het milieu en daar lees je weinig over. Wat zegt dit over ons en onze drang naar vooruitgang?

“De verdeling van wetenschapsgeld is zo oneerlijk, laat een bingomolentje voortaan bepalen wie een beurs krijgt”

Hoogleraar Marleen Kamperman betoogt dat loten eerlijker is in het toekennen van onderzoeksbeurzen dan de huidige procedure met commissies.

Goed, dat was de intro. Dan komt nu mijn punt. De verdeling van wetenschapsgelden door middel van beurzen is een ondoorzichtige, oneerlijke, te veel door toeval gestuurde aangelegenheid.

Laat een commissie het kaf van het koren scheiden, al te gammele voorstellen ertussenuit filteren, en gooi de rest in een bingomolentje. Dat is arbitrair, zeker, maar eerlijker en duidelijker dan hoe het nu vaak gaat.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Gerd Leonhard (cc)

Hoe gevaarlijk zijn nanobots?

ACHTERGROND - Nanorobotica klinkt als scifi, maar in het laboratorium is het al werkelijkheid en overheden investeren er volop in. De mogelijkheden zijn mooi, maar kunnen ook vernietigend zijn in bijvoorbeeld oorlog.

In de Terminator-films zie je nanobots als ijzersterke, gedaanteverwisselende bepantsering. Ze herstellen direct en kunnen elk opgegeven wapen vormen dat ze willen. In de film Black Panther dienen nanobots als bescherming en kunnen ze klappen en kogels absorberen. Of dit soort toepassingen er ooit van komen is twijfelachtig, maar het gebruik van nanobots is wel degelijk realiteit. De mogelijkheden van deze technologie zijn volgens sommigen onuitputtelijk. Maar er zijn risico’s: een bestuurbaar ‘apparaatje’ dat niet te zien is met het blote oog kan in verkeerde of onbekwame handen veel schade aanrichten.

Nanobots?

In films zijn nanobots vaak zichtbare, kleine robotjes van mechanisch materiaal. Dat beeld klopt niet.

De bestaande nanobots zijn niet zichtbaar met het blote oog, en hebben een grootte variërend van 10 tot 10.000 nanometer: de kleinste zijn zo groot als een bacterie. In wetenschappelijke publicaties en media spreekt men ook van nanobots als het een microscopisch robotje betreft dat is opgebouwd uit nanotechnologisch geproduceerd materiaal. Een voorbeeld daarvan is de nanobot die is ontworpen om schadelijke stoffen uit de oceaan te verwijderen: deze heeft de breedte van een mensenhaar, maar wordt gemaakt van grafeen. Dat is een materiaal dat wordt geproduceerd met nanotechnologie.

Foto: UCL Mathematical & Physical Sciences (cc)

De schaduw van grafeen

ACHTERGROND - Het werd aangekondigd als het wondermateriaal van de 21e eeuw: grafeen. Sterker dan staal, harder dan diamant en superlicht. Maar er kleven ook risico’s aan grafeen. Lopen we te hard van stapel?

Plakband was het simpele middel dat in 2004 een kleine wetenschappelijke revolutie veroorzaakte. Natuurkundigen Andre Geim en Kostantin Novoselov vonden dat jaar per toeval uit hoe grafeen kon worden geïsoleerd. Door plakband op een potloodstreep te plakken, te verwijderen en dit voorzichtig te herhalen deden ze wat al sinds medio twintigste eeuw werd geprobeerd: het isoleren van grafeen. De twee wetenschappers wonnen hier een Nobelprijs voor. Het materiaal is namelijk 200 keer sterker dan staal, harder dan diamant, en ook nog eens superlicht, superdun en supergeleidend. Vandaar dat het wordt gezien als de opvolger van plastic: een wondermateriaal dat een tijdperk vormgeeft.

Grafeen zelf is niet nieuw, maar dat het geïsoleerd kan worden wel. En daar is de wetenschap nogal enthousiast over. Maar enthousiasme kan gepaard gaan met naïviteit. Langzamerhand wordt namelijk duidelijk dat grafeen niet alleen zonnige kanten heeft. Sommige onderzoekers voorspellen dat de kleine deeltjes afkomstig van de productie van grafeen schade aan de natuur en de menselijke gezondheid zullen veroorzaken als er van tevoren geen maatregelen worden genomen. Moeten we ons zorgen maken?

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sleutel met Scandinavische motieven (Museum Dorestad) copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Radbod. Koning tussen twee werelden

RECENSIE - Wie wat bewaart, die heeft wat: ik bezit een echt kaartje van de vorig jaar terecht geflopte speelfilm Redbad. Oké, ik heb die film dus ook werkelijk gezien, maar inmiddels hebben alweer twee musea laten weten dat ze dit zeldzame stuk graag in hun collectie willen hebben, dus mijn bioscooplijden legt mij geen windeieren. Dat is niet het enige voordeel dat Redbad achteraf oplevert.

Er zijn namelijk twee goede boeken verschenen over de vroegmiddeleeuwse heerser, die door Frankische monniken Radbodus wordt genoemd en door de Britse geleerde Beda Rathbedus. Dit moeten weergaven zijn van een naam die leek op het Oud-Friese Rêdbêd of het Oudengelse Ræthbed. In latere sagen heet de man Radboud of Radbold, terwijl de vorm Redbad een nog latere vorming is in het Fries. Het ene goede boek is Redbad van Sven Meeder en Erik Goosmann; het andere is Radbod. Koning in twee werelden van Luit van der Tuuk. Waar Meeder en Goosmann boeiende dingen hebben te melden vanuit Frankisch perspectief, benadrukt Van der Tuuk Radbods Noord-Nederlandse achtergrond. Radbod was een man van twee werelden en dat maakt twee visies mogelijk.

De eerste hoofdstukken van Radbod gaan over de vroege geschiedenis van (en de samenleving in) het gebied tussen de mondingen van de Zwin en de Wezer. Natuurlijke factoren maakten dat dit heel versnipperd was: enerzijds het gebied bewesten de Vlie (zeg maar het latere graafschap Holland), vervolgens het gebied van Westergo en Oostergo (ofwel de huidige provincie Friesland), tot slot het gebied ten oosten van de Lauwers, dus ruwweg de provincie Groningen en het Duitse Ostfriesland. Deze driedeling is herkenbaar in de vroegmiddeleeuwse optekening van het Friese recht, de Lex Frisionum, en is ook weer verder onder te verdelen. Het westelijke deel kende bijvoorbeeld bewoningskernen aan de monding van de Maas en de Rijn, langs de Vecht, in het Kennemerland, rond het huidige Medemblik en op Wieringen en Tessel. Iets dergelijks geldt voor de twee andere delen. Het moge duidelijk zijn dat in dit versnipperde gebied geen echt centraal gezag kon ontstaan en dat lokale heersers de dienst zouden blijven uitmaken. Dat Radbod desondanks toch enig supraregionaal gezag lijkt te hebben gevestigd, duidt erop dat de bewoners zich bedreigd hebben gevoeld.

Foto: © Bron www.commissievanrijn.nl Aanbieding rapport wissels om. Minister I. van Engelshoven (links), voorzitter drs. M Van Rijn (rechts). copyright ok. Gecheckt 08-09-2022

Geen zin in een leuk stukje

COLUMN - Ja, ik schrijf altijd van die leuke stukjes over interessant nieuw of minder nieuw neerlandistisch onderzoek, of met observaties over taal, of met milde grapjes over de managementcultuur.

Maar nu heb ik geen zin.

Sinds vrijdag ben ik heel bezorgd en heel boos. De idiote aanbevelingen uit het vreselijke rapport van de commissie Van Rijn lijken nu te worden overgenomen door de minister van wetenschappen, drs. I. van Engelshoven. In een tijd van ongekende welvaart, in een tijd van allerlei oververhitte maatschappelijke discussies waarvan we de aard en structuur nauwelijks begrijpen, in een tijd waarin Nederlandse wetenschappers wereldwijd geprezen worden om de doelmatige manier waarop ze met hun middelen omgaan, in een tijd dat menige collega zich volkomen over de kop werkt, besluit drs. I. van Engelshoven dat het wel genoeg is met die hele wetenschap.

Heidag

Al het geld moet naar beta/techniek, want alleen die brengen geld in het laatje. Dat veel rechtschapen onderzoekers in die sector helemaal niet zitten te wachten op geld dat moet komen uit de afbraak van de rest van het gebouw van de wetenschap, doet er niet toe. Dat sommigen onder hen zelfs waarschuwen dat met een dergelijke plotselinge ongeleide groei er allerlei problemen ontstaan in hun eigen discipline – de minister is er doof voor.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Quote du Jour | Kwik Kwek en Kwak

Een paar jaar geleden is van alle studenten de studiebeurs afgepakt met de expliciete belofte dat het vrijkomende geld geïnvesteerd zou worden in het onderwijs. Dat de studiefinanciering van de geschiedenisstudent wordt gebruikt om de opleiding van de werktuigbouwkundestudent te verbeteren was er niet bijgezegd. Sommige dingen lijken zo vanzelfsprekend dat je ze niet expliciet hoeft af te spreken maar met Haagse logica is alles mogelijk.

Uitstekende column in de Volkskrant, door hoogleraar statistiek Casper Albers. In Duckstadmetafoor, omdat dit (met dank aan Rob Jetten) zo hoort in deze discussie over de herverdeling van onderwijsmiddelen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

Nog één keer: de Nationale Wetenschapsagenda

COLUMN - De Nationale Wetenschapsagenda (NWA), waarover ik eind 2016 de vragen over de Oudheid beantwoordde, is in het nieuws. Het geld is nu verdeeld en Bart Braun van het Leidse universiteitsblad Mare legt uit waarom dat betekent dat de Wetenschapsagenda is mislukt.

En passant wijst hij erop dat duizenden vragen onbeantwoord zijn gebleven, een punt dat Marc van Oostendorp en K.P. Hart (die tientallen vragen over neerlandistiek en wiskunde beantwoordden) ook al maakten. En ze hebben gelijk. De wetenschap heeft de burger uitgenodigd vragen te stellen, het waren doorgaans redelijke vragen, en die verdienden een antwoord. De organisatie kan zeggen dat nooit beloofd is dat die vragen zouden worden beantwoord en dat het altijd de opzet was dat er clusters van zouden worden gemaakt en nog zo wat dingen, maar dan verschuilt de organisatie zich achter bureaucratische formuleringen en doet ze net alsof kennisverspreiding niet de bestaansreden is van de wetenschap. Nu ze verzuimd heeft te antwoorden, lijkt de wetenschap op iemand die tegen betaling een lezing komt verzorgen, afrondt met “wie stelt de eerste vraag?” en wegloopt als mensen interesse tonen.

Dat is even ongemanierd als dom. De Nederlandse wetenschap heeft mensen die genoeg belangstelling hadden om een vraag in te dienen van zich afgestoten en heeft zo draagvlak vernietigd. De NWA was daarmee contraproductief. En dat is niet alles.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Leenwoorden uitspreken: je eigen keuze

COLUMN - © Oxford OUP, cover Shana Poplack, Borrowing. Loanwords in the Speech Community and in the Grammar, 2018Sommige taalonderwerpen lijkt iedereen interessant te vinden, behalve de taalkundige. Leenwoorden zijn daar een voorbeeld van: begin in een volle bus een gesprek over taal, en binnen de kortste keren worden leenwoorden daarin genoemd; maar heel veel taalwetenschappelijk onderzoek is er niet naar dat verschijnsel.

Het boek Borrowing van de Canadese taalkundige Shana Poplack is daarom een welkome aanwinst in de literatuur. In het boek beschrijft Poplack uitgebreid haar onderzoek naar hoe woorden uit de ene taal in een andere taal worden overgenomen en hoe zo’n ‘vreemd’ woord gaandeweg integreert – in de taal zelf en in de taalgemeenschap.

Een fascinerend hoofdstuk is bijvoorbeeld dat over de uitspraak van leenwoorden.

Als een woord lang genoeg gebruikt wordt, gaat de uitspraak zich vanzelf aanpassen aan de nieuwe taal. In het Nederlands spreekt niemand computer nog op zijn Engels uit, met een Engelse p of een Engelse t. Als je dat wel doet, klink je enorm aanstellerig en eigenlijk alsof je niet weet hoe het hoort. Voor nieuwere leenwoorden is dat niet altijd even duidelijk: ik geloof dat Whatsapp nog door veel mensen in mijn omgeving met een Engelse w wordt uitgesproken. Waar ligt de grens?

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Vorige Volgende