ANALYSE - Gastredacteur Merijn Oudenampsen roept Lodewijk Asscher op een duidelijke keuze te maken voor links.
Het moment in het radiodebat, vorige week vrijdag, waarin Jesse Klaver de hand reikte aan Lodewijk Asscher, was veelbetekenend.
Klaver probeerde Asscher een belofte ontlokken om voor links te kiezen en de VVD uit te sluiten. Later zwakte hij dat wat af. Het verzoek was om af te spreken als linkse partijen niet alleen in een rechts kabinet te gaan zitten. Asscher was opmerkelijk onwillig:
“Wat is nou het probleem in Nederland op dit moment? Dat ze politici zien die bezig zijn met zichzelf. Ik reik de hand, ik doe een trucje, ik doe stratego. Het uitsluiten, het formuleren van breekpunten, het voor de verkiezingen al allerlei scenario’s voorspiegelen alsof ze waar zijn, doet geen recht aan wat er nodig is in Nederland.”
Al dat gedoe over wie met wie wil, veel mensen vinden het saai en vervelend. Het is echter bijzonder relevant. De partijprogramma’s zijn op zichzelf geen getrouwe weergave van de partijkoers. Want de werkelijke partijkoers wordt ook bepaald door wie de favoriete partners zijn in de formatie.
Zo was het partijprogramma van de PvdA de afgelopen twintig jaar veel linkser dan de werkelijke koers van de partij. Die koers ging namelijk uit van coalities over rechts. Wouter Bos schreef vrij expliciet over deze voorkeur en identificeerde ‘de overbrugging van traditionele links-rechts scheidslijnen’ als officiële partijstrategie. Het maakte onderdeel uit van het sociaal-liberalisme van de Derde Weg.