Wanneer heb jij eigenlijk een fijn, gelukkig leven? In deze gastbijdrage gaat Joep Bos-Coenraad in op deze vraag.
Natuurlijk is voor bijna iedereen een goede gezondheid en een liefdevolle omgeving het belangrijkste. Geen zorgen over het dak boven je hoofd, eten op je bord, en zorg als je die nodig hebt staat ook zelden ter discussie. Een baan die daaraan bijdraagt en inhoudelijke voldoening geeft volgt voor de meesten ook snel.
En dan? Lekker eten? Sport? Veel vrije tijd? Een mooie auto? Lekker op vakantie, verre reizen maken? Een mooie computer of televisie? Een groot huis?
Sport en lekker eten zijn hele natuurlijke wensen: zelfs de eerste primaten en hun voorouders streefden daar al naar. Maar ik denk dat veel van wat we denken dat ons gelukkig maakt cultureel en (dus) aangeleerd is. Het kan overigens goed dat het ons, mede daardoor, ook daadwerkelijk gelukkig maakt, maar als we andere behoeften zouden promoten dan zouden we dáár naar verlangen en zou de wereld er anders uitzien.
Het wordt overal, in alle lagen van de bevolking aangeleerd. Rappers die ‘braggen’ (opscheppen) over hoeveel moneys en auto’s ze hebben. Kinderen die zich op school onderscheiden door dure kleren waarvan reclames hebben voorgeprogrammeerd dat ze cool zijn, en dokters hebben zelfs een vereniging waarvan het clubblad nog altijd “Arts & Auto” heet.