Jan Paul van Soest

75 Artikelen
20 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Lutz Koch (cc)

Storm zaaien, wind oogsten

De discussie over windenergie zwelt aan.

Op plekken waar windplannen zijn is er verzet: Not In My Backyard. Daarover wordt ten onrechte vaak schamper wordt gedaan, maar natuurlijk mag iedereen in het geweer komen tegen ontwikkelingen in de buurt die men niet ziet zitten. Dat is legitiem, en over de som en de verdeling van lokale lasten en lusten valt zinvol te discussiëren.

Er is ook ander verzet, meer principieel van aard: een duurzame energiehuishouding kost ons te veel geld, onze welvaart is te danken aan goedkope fossiele brandstoffen, terwijl we wind en zon zwaar moeten subsidiëren. Ook daarover valt zinvol te discussiëren: hoe verhouden die subsidies zich dan tot de maatschappelijke kosten van fossiel, en moeten die niet in rekening worden gebracht? Welke stappen kan Nederland zelf zetten in het licht van internationale ontwikkelingen? Wezenlijke vragen.

Die discussie kan ook uit de klauwen lopen als een partij uit is op het coûte que coûte blokkeren van een ontwikkeling. Informatie vervormt dan tot misverstanden en onwaarheden: de benodigde subsidiebedragen zouden veel hoger zijn dan EZ en ECN berekenen, windenergie zou geen brandstof en CO2 besparen, en van innovatie in de windsector zou geen sprake zijn.

Verschillende groepen van deskundigen die met elkaar over feiten gaan hakketakken – een betere garantie voor vertraagde besluitvorming is amper te geven.

Foto: Julia Manzerova (cc)

Energiekennis als bokshandschoen

ACHTERGROND - We kunnen veel leren van Duitse stakeholdersdialoog: daar speelt wetenschappelijke kennis een hele andere rol in het energiedebat dan in Nederland.

Inspiratie haal ik tegenwoordig bij onze oosterburen, ik schreef dat al eerder. Winkelen in Duitsland is niet alleen interessant als het om hernieuwbare energie gaat, ook op het gebied van fossiel kunnen we nog van Duitsland leren. We kunnen leren hoe het niet moet, en leren hoe het wel moet.

Hoe het niet moet: fossiele energie, in het bijzonder bruinkool, bevorderen. Bij de huidige randvoorwaarden en beleidsmaatregelen ontwikkelt de energiehuishouding in Duitsland (maar ook elders) zich schizofreen: duurzame energie groeit hard, maar (bruin)kolencentrales blijven vooralsnog behoorlijk overeind.

De winning van bruinkool wordt in Duitsland sinds jaar en dag met allerlei directe en indirecte en verborgen regelingen bevorderd. De duurzame-energiewetgeving heeft tot een nieuwe, perverse prikkel geleid: de elektriciteit die gebruikt wordt bij de bruinkoolwinning is vrijgesteld van de heffing waarmee hernieuwbare energie wordt gefinancierd. Alsof de exploitanten van een bruinkoolmijn anders bij Venlo de grens over zouden gaan om daar verder te graven.

Leerzaam: zo moet het niet. Maar kom als land maar eens los van zo’n benadering, die van oudsher gesteund wordt door onder meer de vakbonden en de SPD.

Foto: Nick Cross (cc)

‘Nieuw rapport Urgenda verfrissend en confronterend’

OPINIE - Als we écht willen, is 100% hernieuwbare energie in 2030 mogelijk.

Heel, heel lang geleden, diep in de vorige eeuw, in 1974 om precies te zijn, schreef de vermaarde columnist en voormalig Volkskrant-hoofdredacteur Jan Blokker de bundel Ben ik eigenlijk wel links genoeg? Verplichte kost destijds, kritische zelfreflectie voor linksige intellectuelen die aan permanente twijfel onderhevig zijn. Niet te geloven, maar het boekje staat integraal op internet.

Ik moest aan de columns van Blokker denken bij lezing van het nieuwe rapport van Urgenda: Het kan als je het wilt – Nederland 100% duurzame energie in 2030. Dat vond ik een verfrissend en tegelijk confronterend rapport. De titel zegt alles: ‘Het kan als je het wilt.’ En dat roept meteen de vraag op: willen we? Wil ik? Wat dan, hoe en hoe snel?

Het rapport zelf kiest helder positie: 100% hernieuwbare energie in – toe maar! – 2030 al. Waar de meeste studies, ook uit Duitsland waar het hernieuwbare denken én doen verder ontwikkeld is dan hier, 80-95% emissiereductie in 2050 aanhouden, legt Urgenda zich twee extra taken op. De eerste: sneller in de tijd. De tweede: de energievoorziening moet volledig fossielvrij zijn.

Dat zijn zware opgaven. Dat blijkt ook uit de onderbouwende sommen. Het plan is doorgerekend met het Energietransitiemodel waarin de kennis van velen, waaronder veel partijen uit de fossiele hoek, is verwerkt. John Kerkhoven schreef op Energiepodium een toelichting.

Foto: Moyan Brenn (cc)

Verrassing: klimaatsceptici produceren alarmerend rapport

ANALYSE - Selectief winkelende klimaatsceptici produceerden – onbedoeld – een alarmerend rapport over klimaatverandering.

De afgelopen week ontstond een rimpeling in de klimaatvijver. Een rapport van de Global Warming Policy Foundation GWPF zou aantonen dat de zogeheten klimaatgevoeligheid veel lager is dan het klimaatpanel IPCC inschat. Die conclusie is gebaseerd op selectief winkelen in de wetenschappelijke literatuur, zeggen verschillende wetenschappers. Ze hebben gelijk.

Maar als we er nu, for the sake of argument, vanuit gaan dat de auteurs, ex-bankier Nic Lewis en ‘sceptisch’ journalist Marcel Crok, de klimaatgevoeligheid beter schatten dan het IPCC. Stel. Dan is de verrassende conclusie dat ook dan bij ongewijzigde CO2-uitstoot het klimaat eind deze eeuw zo’n 2 à ruim 4 oC kan zijn opgewarmd, terwijl op de langere termijn volgens de GWPF-getallen zelfs 7 graden in het verschiet kan liggen.

Kennelijk produceren ‘sceptici’ nu rapporten die ze als ze van het IPCC zouden komen ronduit ‘alarmistisch’ zouden noemen.

Studies die claimen dat de klimaatwetenschap niet deugt of ‘goed nieuws verbergt’ moeten het liefst wat sceptisch worden bekeken. Gaat het hier om een bijdrage aan de wetenschap, of om een bijdrage aan het maatschappelijk-politieke debat? Dat laatste is duidelijk het geval. Het stuk is niet in de wetenschappelijke vakliteratuur gepubliceerd, maar is gesponsord door en uitgebracht als rapport van de zich ‘denktank’ noemende lobby-organisatie GWPF van Nigel Lawson.

Foto: Uwe Hiksch (cc)

Duitse ‘Energiewende’ kost een paar centen, maar dan heb je ook wat

ACHTERGROND - Op de dag dat we (dochter Heleen van Soest en ondergetekende) terugkwamen van een studiereis door Duitsland om de Energiewende in het wild te bestuderen, bracht het conservatieve blog De Dagelijkse Standaard een bericht over Duitsland’s Groene Nachtmerrie (sic).

Merkwaardig. Ging het om het zelfde Duitsland waar wij zojuist waren? En over dezelfde Energiewende waarover wij ons net geïnformeerd hadden?

Waar zelfverklaard klimaat- en energie-expert Hans Labohm in de Dagelijkse Standaard rept over stijgende energieprijzen en verlies aan concurrentiekracht bij de Duitse industrie, en over lastenverzwaringen die de geïndoctrineerde bevolking lijdzaam draagt, komt uit onze gesprekken met betrokkenen en instituten en uit boekenkasten vol diepgravende rapporten een heel ander beeld tevoorschijn. Een beeld van vastberadenheid, ingenieurstrots en uitdagingen.

De steun voor de Energiewende is onverminderd groot, bleek onlangs uit een enquête die door de vereniging van industriële energie- en waterverbruikers BDEW was uitgezet: 89 procent van de ondervraagden staat achter de doelen van de Energiewende, maar om en nabij de helft van hen meent wel dat het veranderingsproces beter en slimmer gemanaged moet worden.

De Energiewende is een interessante cocktail van doelstellingen: los komen van de invloed van energiegrootmachten zoals Poetins Rusland, autarkie en autonomie (de wens om de toekomst zelf in de hand te nemen zonder afhankelijk te zijn van grote, onpersoonlijke energiebedrijven), het tegengaan van klimaatverandering, de mogelijkheid om een eigen duurzame energie-industrie op te bouwen, aansluitend bij de beste tradities van de Duitse maakindustrie en ingenieurscultuur, de wens de uitgaven voor energie niet naar het buitenland te zien wegspoelen, maar in lokale gemeenschappen in omloop te brengen en te houden, en nicht zuletzt de brede aversie tegen kernenergie.

Foto: 350 .org (cc)

Carbon bubble

COLUMN - Accepteren we afwaardering van veel winbare koolstof, of stevenen we af op ontwrichtende klimaatverandering? 

Van de middelbare school herinner ik me nog steeds een paar strofen uit Shakespeare’s Macbeth dat we destijds lazen en zagen: ‘Double, double toil and trouble; Fire burn and cauldron bubble.’ Ik kan het niet helpen: elke keer als ik de term carbon bubble voorbij hoor komen, verschijnen de heksen uit Macbeth voor mijn geestesoog.

Zo gek is het misschien niet. Het heeft immers iets magisch: roeren in de aarde, daar wat vaste, vloeibare en gasvormige koolwaterstoffen uithalen, en voilá: warmte, kracht, voortstuwing en licht in overvloed. Onze economische succesformule is gebaseerd op overvloedige fossiele brandstoffen.

Dat maakt inzichten die laten zien dat de ecologische en maatschappelijke effecten van een doorgroeiend gebruik van fossiele koolwaterstoffen onaangenaam kunnen zijn niet populair. De ideeën over carbon budgets en carbon bubbles zijn misschien wel de exponent van dat soort inzichten.

De basis is middelbareschoolnatuurkunde in combinatie met een normatieve, maatschappelijke keuze. Middelbareschoolnatuurkunde leert dat meer CO2 in de atmosfeer brengen de gemiddelde temperatuur op aarde verder zal doen stijgen.

De normatieve keuze is: welke temperatuurstijging vinden we maximaal aanvaardbaar, gezien de kosten en baten van klimaatverandering én de kosten en de baten van het tegengaan van klimaatverandering.

De wereldgemeenschap heeft na lezing van tal van studies gekozen voor maximaal 2 °C temperatuurstijging. Dat is geen wetenschappelijke grens, zoals soms ten onrechte wordt gedacht, maar een maatschappelijke. Verschillende wetenschappers maken zich al grote zorgen vanaf 1 à 1,5 graad opwarming, terwijl sommige burgers en beleidsmakers denken dat er niks gebeurt of dat een paar graden opwarming wel prima is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Tegenwind door desinformatie

COLUMN - ‘Tegenstanders van windenergie gebruiken steeds vaker evident en aantoonbaar onjuiste argumenten, redeneringen en zelfs rekensommen.’

De tegenstanders van windenergie lijken zich in toenemende mate van een opmerkelijke strategie te bedienen: gelijk proberen te krijgen door desinformatie te verspreiden.

Begrijp me goed: ik vind het legitiem om windmolens niet mooi te vinden, of te vinden dat ze te veel kosten. Het is oké om bang te zijn voor geluidsoverlast en slagschaduwen als de molens dichtbij huis en haard komen te staan. Waar ik moeite mee heb zijn evident en aantoonbaar onjuiste argumenten, redeneringen en zelfs rekensommen die naar het lijkt steeds vaker in de strijd worden ingezet.

Een recent opiniestuk “Fyra op een paal met wieken”, van Marten Sommer in de Volkskrant (10 januari), staat er bijvoorbeeld vol mee. Sommer baseert zich onder meer op het ‘Nationaal Kritisch Platform Windenergie‘ dat uit elf hoogleraren en oud-hoogleraren zou bestaan, die een brandbrief (pdf) naar minister Kamp van Economische Zaken hebben geschreven. Windenergie zou veel duurder zijn dan waar de SER bij het maken van het Energieakkoord vanuit ging.

Het zijn geen elf (oud-)hoogleraren maar drie, waarvan één (Ad Verkooijen) bij het Delftse kernreactorinstituut. Diens anti-winduitspraken in Technisch Weekblad werden gefileerd door zijn collega-hoogleraar Gijs van Kuik, die duidelijk maakte dat Verkooijen de benodigde kennis op derdejaarscolleges windenergie eigen had kunnen maken. Oud STW-directeur Kees le Pair, hoofdondertekenaar van de brief, is medeverantwoordelijk voor de onderliggende rekensommen. Zijn huiswerk werd al eerder gewogen en te licht bevonden, door onder meer Bart Ummels en ondergetekende en door de minister van Economische Zaken.

Foto: Ronald Rugenbrink (cc)

Stagnatie mondiaal klimaatbeleid kweekt helden uit noodzaak

ANALYSE - Eind van het jaar – CoP-tijd. CoP staat voor de Conference of Parties, de jaarlijkse bijeenkomst van partijen die in 1992 het VN-klimaatverdrag hebben ondertekend. Het Kyotoverdrag vloeide daar uit voort. Deze CoP vindt plaats in Warschau. Polen rijmt op kolen, flauw natuurlijk, maar rond Sinterklaas mag dat wel, en de realiteit is nu eenmaal dat de Polen niets voelen voor verdere emissiebeperkingen. Ze hebben zelfs parallel een kolenconferentie  georganiseerd. De Poolse kolen- en elektriciteitssector (die voor ruim 80 procent op kolen draait) kan daar uitgebreid zijn verhaal doen en de CoP-gangers ervan proberen te overtuigen dat er geen extra klimaatbeleid nodig is, dan wel dat kolenstook probleemloos ook met klimaatbeleid door kan blijven gaan. Met die benadering hebben de Polen ervaring. Dit onder meer via de Engelse lobbygroep-in-denktankvermomming Global Warming Policy Foundation GWPF van Nigel Lawson. Een club die volgens The Guardian financieel gesteund wordt door de grootste kolencentrale van Europa, de Belchatów-bruinkoolcentrale, 5.000 megawatt vuil aan de haak. De GWPF werkt volgens het bekende recept van het verspreiden van misinformatie en het zaaien van twijfel, om beleidsmaatregelen te voorkomen. De parallelle kolenconferentie heeft een identiek doel.

Maar het gaat hier niet om de kolen van Polen. Die staan slechts model voor de wereldwijde tegenkrachten die effectief klimaatbeleid stoppen. De Australiërs bijvoorbeeld moeten weinig van internationaal klimaatbeleid hebben: terwijl de bosbranden eerder en heviger woeden dan ooit tevoren, ontkent de nieuwe premier Tony Abbott elk verband met klimaatverandering. Daarentegen heeft hij de officiële Climate Commission die zo’n verband wel aannemelijk vond de laan uit gestuurd. Canada wil zijn teerzanden probleemloos kunnen exploiteren; de conservatieve regering- Harper stopte al eerder de medewerking aan het Kyoto-akkoord. De Amerikanen lanceerden deze zomer eindelijk het langverwachte eigen klimaatplan, maar de weerstand tegen onderwerping aan welk internationaal verdrag ook is zo groot dat elk pleidooi in die richting politieke zelfmoord betekent. De Russische president Poetin kiest de harde lijn tegen activisten die in zijn ogen de exploitatie van fossiele voorraden in het Arctisch gebied in gevaar brengen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Verbijsterende kloof tussen wetenschap en publieke opinie

[Dit artikel verscheen op 27 augustus 2013 (om 19.oou) al op Sargasso, en is naar aanleiding van het recente IPCC-rapport geüpdatet.]

COLUMN - De publicatie van het jongste IPCC-rapport over het klimaat, afgelopen vrijdag, bewees het gelijk van Fokke en Sukke. De briljante cartoon “Fokke en Sukke lekken alvast het volgende klimaatrapport” stamt uit 2007, toen de vorige editie van het klimaatrapport werd gelanceerd. Fokke en Sukke lezen voor: ‘De opwarming van de aarde …. wordt best wel heel erg zeer waarschijnlijk door de mens veroorzaakt.’

Er is dus weer een update, van het rapport van Werkgroep I, De Natuurwetenschappelijke Basis. De andere deelrapporten over effecten en adaptatie (werkgroep II) en opties voor mitigatie (werkgroep III) zien volgend jaar het licht. Het KNMI maakte een handzame samenvatting. En inderdaad: het is best wel heel erg zeer waarschijnlijk, of in IPCC-termen: meer dan 95% zeker, dat de door de mens veroorzaakte stijging van de CO2-concentratie de boosdoener is.

In de aanloop naar het IPCC-rapport draaide de twijfelindustrie overuren, om het nieuwe rapport vooraf vast in een dubieus daglicht te plaatsen, om elke lager dan 100% zekerheid op te blazen tot het idee dat we helemaal niets weten, en om klimaatleken aan te praten dat de opwarming van de aarde gestopt zou zijn gestopt nu de atmosfeer wat langzamer opwarmt dan eerder het geval was, daarbij de enorme opwarming van de oceanen maar even vergetend.

Foto: United Nations Development Programme in Europe and CIS (cc)

Klimaatwensdenken aan alle kanten

COLUMN - Zonder biomassa en CCS zijn verregaande temperatuurdoelstellingen niet haalbaar.

Stevig in de klimaatwetenschap duiken kan ik u niet aanraden. De inzichten aldaar leiden tot nogal oncomfortabele gevoelens. De fysische mechanismen achter klimaatverandering, inclusief de rol van CO2 in de huidige opwarming, zijn immers volstrekt helder, en waar we op afkoersen is ook duidelijk. Het komende IPCC-klimaatrapport dat eind september verschijnt zal niet veel verrassingen laten zien. Hier een schatting wat opwaarts bijgesteld, daar een tikkeltje naar beneden, dat zal het wel zo ongeveer zijn. Voor de vooruitzichten maken dergelijke mineure wijzingen allemaal niet zoveel uit: het wordt wereldwijd deze eeuw een graad of vier (4!) à zes (6!!) warmer. Dominante factor is de enorme voorraad fossiele brandstoffen, waarvan naar verwachting een groot deel ook daadwerkelijk in de hens zal worden gestoken.

Het zijn onvoorstelbare getallen, 4 à 6 graden warmer. Enig beeld van de betekenis ervan is de wetenschap dat het in de vorige ijstijd zo’n 4 graden kouder was dan in het huidige tijdvak, en dat het eind deze eeuw zo’n 4 graden warmer zal zijn dan nu. Tijdens de ijstijd zag de wereld er dramatisch anders uit dan in huidige, klimaatstabiele tijdvak het holoceen, waarin de moderne mens tot ontwikkeling kon komen. Zoveel is dan wel duidelijk: 4 graden opwarming, ver buiten de temperatuurrange in het holoceen, betekent een groot risico voor onze beschaving. Of sorry, enorme ‘kansen’, desnoods ‘uitdagingen’, want die terminologie schrijft het hedendaagse positief-optimisme voor.

Wie zelf wil eens met de energie- en klimaatgetallen wil spelen kan sinds kort terecht bij een calculator van het International Energy Agency: Explore. Die sommen liggen in lijn met andere scenario’s, zoals de Global Energy Assessment (GEA).

Uit wat vingeroefeningen met dat model is ook af te leiden dat het spectrum van maatschappelijke en politieke opvattingen over wat aanvaardbare oplossingen zijn minstens zo oncomfortabel oogt als de klimaatgetallen zelf.

Aan de ene kant van het spectrum leeft, nog steeds, het idee dat het klimaatverhaal flauwekul is, een samenzwering van wetenschappers en linksche politici, bedoeld om de socialistische heilstaat op aarde te vestigen. Echt waar, onder meer Leon de Winter vindt dat, maar er zijn meer types die dat serieus menen. Iets gematigder denkers in die hoek vinden dat klimaat-maatregelen toch geboden zijn, en schuiven als favoriete opties kernenergie en substitutie van kolen door gas naar voren. Dat lost de zaak toch op? De IEA-calculator laat zien dat beide een rol kunnen spelen, maar toont ook dat als het bij die twee opties blijft, de emissies nog steeds doorstijgen, en de aarde zo’n 5 in plaats van 6 graden warmer wordt.

En aan de andere kant van het spectrum leeft, nog steeds, het idee dat we ons de luxe kunnen permitteren diverse opties voor emissiereductie af te wijzen. Zo zijn aan die zijde van het spectrum vooral de inzet van kernenergie en CO2-afvang en -opslag (CCS) weinig populair, zacht uitgedrukt. Biomassa krijgt evenmin weinig bijval, en in toenemende mate wordt ook de substitutie van de ene fossiele brandstof (kolen) door de andere (gas) taboe verklaard: gas is fossiel, dus weg ermee.

De IEA-calculator laat genadeloos zien welke happen er dan uit de effectiviteit worden genomen. Het beeld stemt niet vrolijk. Met alle opties behalve kernenergie en CCS warmt het eind deze eeuw al gauw zo’n 2,5 graad op. Als dan ook nog eens biomassa en substitutie van kolen door gas worden geblokkeerd, ligt zo’n 3 à 3,5 graad opwarming in het verschiet. Let op: bij het aantal graden opwarming gaat het telkens om een middenwaarde met daaromheen een bandbreedte, dat wil zeggen dat er 50% kans is dat de feitelijke temperatuurontwikkeling onder die middenwaarde blijft, en 50% kans dat deze hoger uitvalt.

Soms zijn er moedige publicaties, zoals recent van het Climate Action Network CAN, die eerlijk laten zien dat zonder biomassa en CCS verregaande temperatuurdoelstellingen niet haalbaar zijn. Maar verder is er vooral veel wensdenken, aan beide zijden van het spectrum. De ene kant wenst dat de klimaatwetenschap fout zit, of dat we met lapmiddelen genoeg kunnen bereiken. De andere kant wenst dat onmisbare oplossingen niet nodig zijn. Beide oplossingen zijn linke soep, die zeer heet gegeten zal worden.

Deze column verscheen eerder op Energiepodium.

Foto: Ard Hesselink (cc)

O wee voor toekomstig energie- en klimaatbeleid

ANALYSE - Het SER-Energieakkoord laat nog even op zich wachten, maar laten we alvast kijken in welke context het akkoord tot stand moet komen.

Het is verleidelijk deze column begin juli over het SER-Energieakkoord te schrijven. Maar de houdbaarheid van een column hierover is, zie de turbulentie in het SER-traject, waarschijnlijk minder dan een uur. Een breder perspectief dus maar: wat is in de komende jaren de context waarin een energie- en klimaatbeleid, akkoord of geen akkoord, tot stand moet komen? De context is een serie Ongemakkelijke Waarheden (OW, O wee). Met die waarheden, en met de verschillen tussen de uiteenlopende politiek-maatschappelijke visies op die waarheden, zullen we moeten leren leven.

Dat is meteen O wee-1: het is een illusie te denken dat via polderoverleg tussen partijen met zeer verschillende belangen en wereldbeelden een uitkomst kan ontstaan die meer is dan de som der delen.

O wee-2 dan: Eppur si riscalda – en toch warmt ze op, vrij naar Galileo. De klimaatontkenningsindustrie doet zijn best het verhaal te spinnen dat de opwarming van de aarde zou zijn gestopt. Maar niks hoor: de warmtetoename gaat door, vooral – voor meer dan 90 procent – in oceanen, minder in de atmosfeer. Een onbalans is in de energiehuishouding van de aarde, te meten en te berekenen, betekent accumulatie van warmte op aarde. En ja – de opwarming komt met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid door de verbranding van fossiele brandstoffen.

Foto: Daniel Foster (cc)

Schaliegas verdeelt natie

COLUMN - De discussie over schaliegas wordt zwart-wit gevoerd: er is geen ruimte voor genuanceerde meningen.

De schaliegasdiscussie nadert de mate van polarisatie die we in de jaren ’80 rond kernenergie zagen: een zwaar emotioneel geladen debat, waarin meningen en feiten in een voor een buitenstaander niet meer te onderscheiden kluwen door elkaar lopen. De brede maatschappelijke discussie over energie, begin jaren ’80, liet zien dat er twee compleet uiteenlopende visies op kernenergie als onderdeel van de energiemix bestonden, die elk op zich consistent en rationeel waren. Die wereldbeelden kleuren de percepties en de weging van de feiten.

Voorstanders van kernenergie konden zich eenvoudigweg het verzet tegen hun schitterende technologie niet voorstellen, ze zagen de nadelen waarop de oppositie hamerde werkelijk niet. En omgekeerd konden de tegenstanders niet begrijpen dat hun evidente punten niet serieus werden genomen.

Met schaliegas is het nu van ’t zelfde laken een pak.

Voor het ene wereldbeeld is schaliegas de belofte van hernieuwde vooruitgang. De stagnerende economie moet weer groeien. Als deus ex machina dient zich ineens een enorme wereldvoorraad fossiele brandstoffen aan. Overvloed! Dus lage energieprijzen! Dus welvaart! O ja, er wordt af en toe gezeurd over klimaat, vermoedelijk flauwekul, maar goed mocht er toch iets aan de hand zijn, gas stoot toch veel minder CO2 uit dan kolen? Wat zeuren ze dan nog?

Vorige Volgende