Jan Paul van Soest

75 Artikelen
20 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: UN Climate Change Panel 2014 - United Nations Photo (cc)

Wees eerlijk: twee graden opwarming is een illusie

OPINIE - De politici die eind dit jaar in Parijs bij elkaar komen voor de grote klimaatconferentie, doen dat met het idee dat de opwarming van de aarde tot twee graden beperkt kan blijven. Dat is een illusie. Maar niemand durft dat hardop te zeggen, uit angst dat er dan helemaal niets meer gebeurt. Maar het is omgekeerd: juist de valse belofte dat twee graden nog haalbaar is, staat adequate actie in de weg.

In computermodellen lukt het allemaal nog net. Er zijn rekensommen te maken waarin er nog een kans is dat de opwarming onder de twee graden blijft. Maar in de werkelijke wereld waarin de korte termijn belangrijker is dan de lange termijn en het eigenbelang zwaarder weegt dan het collectieve belang, is de kans om de opwarming onder de twee graden te houden, praktisch nul.

In dat soort rekensommen kan de uitstoot van broeikasgassen nog even doorstijgen dankzij zogeheten ‘negatieve emissies’ later deze eeuw. Die komen erop neer dat CO2 uit de atmosfeer wordt verwijderd, bijvoorbeeld door biomassa (die CO2 vastlegt) in combinatie met CO2-afvang en ondergrondse opslag. Dat is technologisch gezien geen rocket science, maar maatschappelijk gezien een enorme dobber. Er is nu al groeiend verzet tegen biomassa uit angst voor effecten op de voedselvoorziening en de biodiversiteit, en er is grote weerstand tegen ondergrondse opslag van CO2. Maar maatschappelijk verzet door actiegroepen wordt niet mee gemodelleerd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het bedrijfsleven pruttelt niet over de klimaatzaak

COLUMN - “Ben ik nou de enige die zo blij is met de uitspraak in de #klimaatzaak dat ik hier in mijn eentje claxonnerend en juichend door de straten rij?” vroegen de makers van de strip Fokke en Sukke zich op Twitter af.

Veel claxons hoorde ik niet, maar vreugde was er volop in klimaatbezorgde kringen, toen duidelijk werd dat de rechter de aanklager Urgenda en mede-eisers in het gelijk had gesteld. De Staat verzuimt zijn eigen veelvuldig onderstreepte ambities waar te maken, en is daarop aanspreekbaar. De rechter gelastte de Staat dan ook de reductie van broeikasgassen sneller te realiseren.

Wie zeker niet claxonnerend en juichend door de straten reden waren vertegenwoordigers van de VVD en enkele scribenten uit nep-sceptische hoek, die naar voren brachten dat Nederland toch al zo veel deed, of dat er eigenlijk helemaal geen wetenschappelijke consensus is. Het eerste punt miskent volledig de argumentatie van de rechter, en het tweede punt, tja – ik zou er een boek over kunnen schrijven.

Opmerkelijk genoeg hoorde ik dat soort gepruttel niet vanuit het bedrijfsleven. Dat geeft wel aan hoe het tij de afgelopen jaren is gekeerd. Het bewuste, vooruitstrevende deel van het bedrijfsleven heeft al lang in de smiezen hoe de klimaatkaarten wetenschappelijk én maatschappelijk zijn geschud, houdt niet alleen rekening met de noodzaak van vergaande emissiereducties, maar is daar zelf een prominent pleitbezorger van. Een hele batterij CEO’s van multinationals, een zestal internationale olie- en gasbedrijven, de World Business Council en tal van andere bedrijven en bedrijfsverbanden roepen steeds harder om klimaatbeleid en om een fatsoenlijke CO2-prijs.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Klimaatrechtszaak is vorm van beschaving

COLUMN - Geluiden dat rechtszaak ondemocratische dwingelandij is, kunnen wat mij betreft rechtstreeks de prullenmand in.

De rechtszaak die actie-organisatie Urgenda tegen de Nederlandse Staat heeft aangespannen trok niet alleen in Nederland, maar ook internationaal de aandacht. Er zijn in enkele landen buiten Europa vergelijkbare initiatieven, maar door zijn breedte en grondigheid springt de Urgenda-zaak zeer in het oog. En het is, voor zover ik weet tenminste, de enige zaak tegen een staat die door een bewindspersoon in functie (staatsecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu) wordt toegejuicht, al heeft die houding zich niet vertaald in het verweer dat de Staat op tafel legde.

Maar toch.

De rechtszaak zelf roept gemengde reacties op in het land. Kijk bijvoorbeeld maar eens op een forum als Nujij waar iedereen zijn mening kan ventileren. Felle tegenstanders die geen goed woord voor Urgenda overhebben, kruisen de degens met minstens zo felle voorstanders.

Dat wijst op een tweedeling in onze samenleving, die ik ook al tijdens het schrijven van De Twijfelbrigade op het spoor was gekomen. Daarachter zitten tegenpolen in waardenoriëntaties: de ‘ijsberen’ onder ons moeten niet veel van klimaatwetenschap, -activisme en windenergie hebben, maar zijn dol op economische groei en thorium-kernreactoren. De ‘pinguïns’ daarentegen zijn zeer bezorgd over het klimaat en willen alles op alles zetten om klimaatverandering te beperken; ze omarmen wind- en zonne-energie en elektrische auto’s (maar verzetten zich opmerkelijk genoeg tegen CO2-afvang en -opslag, CCS).

Foto: Ken Teegardin (cc)

Anonieme acceleratisten houden niet van helderheid

OPINIE - Het rapport ‘Better Growth, Better Climate’ van de Commissie-Calderón (de voormalige president van Mexico) maakte in allerlei landen enige furore. Dat is gezien de conclusies niet zo gek: stevig en vooral slim klimaatbeleid versterkt volgens het rapport de economische groei. Wie wil dat nou niet? En een leefbaar klimaat, en een economie die harder groeit dan zonder klimaatbeleid, op zoveel vrolijkheid is de wereld toch amper berekend?

Tot nu lieten de meeste sommen van economen zien dat klimaatbeleid groei kost. Bijzonder weinig trouwens: veel meer dan 0,06 procentpunt groeivertraging per jaar zou het niet zijn, als we de meeste modelberekeningen mogen geloven. Regeringsleiders geloofden de cijfers stellig niet, want kom op: wie zou een risicobeperkend klimaatbeleid laten liggen als dat maar 0,06 procentpunt per jaar groei zou kosten? Dat zie je niet eens terug in de jaarlijkse ruis van de getallen.

En daar komt dan de commissie-Calderón met een rapport dat nog een stap verder gaat: goed klimaatbeleid bevordert de groei.

De commissie beredeneert en berekent dat verstandig klimaatbeleid een heleboel andere baten dan enkel klimaatbaten heeft. Dat klopt. De luchtkwaliteit kan bijvoorbeeld sterk verbeteren als door dalende kolenstook de fijnstofconcentratie afneemt. Fijnstof brengt een enorme gezondheidsschade met zich mee. Vervanging van kerosinelampen in Afrika door zonne-energie en LED-lampjes scheelt ongelofelijk veel doden en gewonden. En zo is er een hele reeks van maatregelen met een positieve bijvangst.

Foto: Joern Spiegelberg (cc)

De Oosterburen maken interessante herrie met hun Energiewende

COLUMN - De Duitse Energiewende maakt, ook in Nederland, dikwijls de tongen los. Als er in Duitsland wat wezenlijks gebeurt, is dat ook hier gespreksstof, al komt de informatie lang niet altijd ongeschonden de grens over.

Zo wordt hier nogal eens beweerd dat de Duitse economie kraakt onder de kosten van de Wende, dat Duitse stroomprijzen gestegen zouden zijn, dat de industrie in Duitsland het maar moeilijk heeft, dat de CO2-uitstoot in Duitsland stijgt door de stimulering van hernieuwbare bronnen, of dat de betrouwbaarheid van de stroomlevering in gevaar komt.

Allemaal incorrect.

De Duitse economie draait beter dan de Nederlandse. De groothandelsprijzen zijn gedaald. De internationaal werkende industrie is vrijgesteld van de financieringsheffing (er zijn enkele bizarre vrijstellingen, zoals voor golfbanen die kennelijk geacht worden internationaal te concurreren, en voor stroom die nodig is bij bruinkoolwinning). De CO2-uitstoot stijgt natuurlijk niet door hernieuwbaar, maar door mallotig lage CO2-emissiehandelsprijzen in combinatie met onverantwoorde prijsverhoudingen tussen kolen en gas. Niettemin knabbelt hernieuwbaar inmiddels ook marktaandeel van kolencentrales weg, en begon in 2014 de CO2-uitstoot van het elektriciteitssysteem te dalen. En als laatste van het rijtje: de elektriciteitsnetten in Duitsland zijn de afgelopen jaren betrouwbaarder geworden.

We zien de Duitse realiteit van de Energiewende hier slecht of verwrongen.

Foto: Johan Koolwaaij (cc)

Knagende klimaatkwesties voor kamikazeconservatieven

ACHTERGROND - Haast iedereen haalt zijn schouders op als weer eens een nieuw klimaatrapport van het IPCC is verschenen en gaat over tot de orde van de dag: treinen laten rijden, Kamervragen stellen, patiënten opereren en Sinterklaasintochten verpesten.

Op 2 november verscheen het 116 pagina’s tellende Syntheserapport van het IPCC, dat de eerder verschenen hoofdrapporten I (de natuurwetenschappelijke basis), II (impacts en adaptatie) en III (mitigatie) bestrijkt. Voor de gehaaste lezer die dan tenminste nog wil weten waarover ‘ie zijn schouders ophaalt: de Britse hoogleraar Piers Forster vatte het syntheserapport samen in achttien tweets.

Er is veel over het syntheserapport te zeggen, al wordt er naar mijn smaak veel te weinig over gezegd. Wat is de oogst? Een paar berichten in de kranten, die net zo gemakkelijk weer worden tegengesproken door een paar amateur-klimaatkletsers die de essentie van de klimaatproblematiek niet wensen te vatten, en die (hoor en wederhoor! Elke mening moet gehoord kunnen worden! Ook als deze volslagen ongefundeerd is!) net zo veel ruimte krijgen als de klimaatwetenschappers.

Deze praktijk leverde dit keer wel een lichtpuntje op: de Ombudsvrouw van de Volkskrant concludeert dat opiniestukken waarvan vermoed mag worden dat er met feiten wordt gerommeld aan een gespecialiseerde redacteur moeten worden voorgelegd.

Foto: Kim Hansen (cc)

De ondraaglijke politiekheid van het CPB

ANALYSE - Nou, dat was even schrikken zeg: het Centraal Planbureau CPB spuugde in het NOS journaal zijn gal over het voornemen windparken op zee te bouwen. Tel uit je verlies: liefst 5 miljard zouden de windparken de Nederlandse samenleving per saldo kosten. Het begeleidende bericht op de NOS site stemde al evenmin tot vrolijkheid.

Het bleek te gaan om een rapport van Decisio en Witteveen+Bos, dat overigens al een dikke week openbaar was voor het journaal er over repte. Maar dat onderzoek was helemaal niet opgezet om antwoord te geven op de vraag ‘Is wind op zee een economisch verstandig idee?’ maar op de vraag: ‘Is het beter voort te gaan op het pad van aanvragen voor vergunningen en subsidies zoals marktpartijen die hebben voorbereid, of om de ontwikkelingen te bundelen op drie zoekgebieden relatief dicht bij de kust’? Niettemin besprak CPB-zegsvrouw Annemiek Verrips het rapport als ware het een antwoord op de eerste vraag.

Zelf een eigen agenda neerzetten (‘wind op zee is niet verstandig’) als reactie op een studie met een ander oogmerk is inderdaad niets anders dan politiek bedrijven in plaats van wetenschap. Minister Kamp snapte dat al snel.

Op zich niks nieuws. Economen, die bij het CPB voorop, zijn er een ster in normatieve, politieke voorkeuren in ogenschijnlijk neutrale getallen te verstoppen.

Foto: IAEA Imagebank (cc)

Lachen: kernenergie om onafhankelijk te worden van de Russen

ACHTERGROND - Met de kortstondige terugkeer van de zomer komt ook de komkommertijd in de herkansing. CDA-voorman Sybrand van Haersma Buma gaf een komkommerboodschap af met zijn voorstel voor kernenergie, om ons zo onafhankelijker van Rusland te maken. ‘We moeten weer durven te praten over kernenergie en het vernieuwen van reactoren en Borssele bijvoorbeeld,’ zei Buma in Nieuwsuur.

Het is niet mijn gewoonte aan elk proefballonnetje van een politicus een column te wijden. Noch om me over typische partijpolitieke standpunten uit te spreken. De reden nu toch op Buma’s hersenschim in te gaan is dat het een mooie gelegenheid is een meer fundamentele vraag te stellen: wat zouden politici in het algemeen van energie moeten weten om tot weloverwogen besluiten te kunnen komen?

Energie-afhankelijkheid (van Rusland) is een belangrijk thema dat een serieus politiek debat vergt. Enige materiekennis helpt dan wel. Maar in mijn augustus-column was ik er al bang voor: ‘een logisch en verstandig antwoord [op de vraag naar energie-afhankelijkheid van Rusland] zal niet worden gegeven.’ Ik was dus voorbereid op het ergste. Toch kwam antwoord ‘kernenergie!’ nog als een schok: van alle denkbare onlogische en onverstandige antwoorden was Buma’s antwoord wel de meest onlogische en meest onverstandige.

Waarom?

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Recensie | Wie is er bang voor de vooruitgang?

RECENSIE - Na een mailwisseling met de redactie van het Trouw-katern Letter en Geest, waarin een voorpublicatie van Jaffe Vink’s boek Wie is er bang voor de vooruitgang? verscheen, ben ik Vinks boek deze zomer zowaar gaan lezen. Ik zag aanvankelijk geen reden dat te gaan doen, omdat de eerste de beste fact check van een willekeurige bewering van Vink, namelijk dat de zure regen een overtrokken hype zou zijn, opleverde dat Vink selectief winkelde in de kennis, de kennis niet begreep, en blijkens een interview met Vrij Nederland kennelijk bewust een onderzoeker verkeerd citeerde.

Maar allez, de Trouw-katernredacteuren waren enthousiast (al konden ze me niet duidelijk maken waarom) en her en der waren er naast kritische recensies ook zeer positieve reacties, blijkens Vinks eigen website.

Misschien is het omdat Vink oprichter en katernredacteur van Letter en Geest is geweest dat de huidige reactie zo positief was, maar ik moet bekennen: na lezing begrijp ik het enthousiasme nog steeds niet. Op één punt na: Vink kan voortreffelijk schrijven: puur tekstueel is lezing van Wie is er bang voor de vooruitgang? een genoegen.

Enthousiasme over de inhoud is echter niet ontstaan. Dat komt vooral omdat me in het geheel niet duidelijk is geworden welk punt Vink nu eigenlijk wil maken. Het boek fladdert heen en weer tussen anti-foulings-middel tributyltin, zure regen, de zegeningen van de uitvinding van de lift, de voedselvoorziening van India, de ‘smeerpijp’ aan het Winschoterdiep, en de Club van Rome, waaraan Vink een pesthekel blijkt te hebben.

Foto: World Bank Photo Collection (cc)

Sollen met voorzieningszekerheid

OPINIE - Als de voortekenen niet bedriegen, verschuift de hoofdaandacht van het energiebeleid naar het thema voorzieningszekerheid. Nu ja, misschien was dat al lang het voornaamste aandachtspunt. Als overheden ergens mee bezig waren, dan was het wel het langs diplomatieke of andersoortige weg veilig stellen van de aanvoer van energiegrondstoffen. In woorden leek wellicht klimaatverandering prioritair thema te zijn, gezien de vele discussies erover, maar in daden ging het steeds vooral over betaalbaarheid en betrouwbaarheid.

De sterk gegroeide internationale geopolitieke spanningen, in het bijzonder met Rusland, doen vermoeden dat voorzieningszekerheid voorlopig met stip op plaats één staat. Ga maar na: Rusland is ’s werelds grootste olieproducent en na de VS de grootste gasproducent, en een van de grootste olie- en gasleveranciers van de Europese Unie, dus we moeten wat.

Maar wat?

Het logische en verstandige antwoord zou zijn: in samenwerking met enkele andere (EU-)landen analyseren welke energiestromen in welke delen van de economie aan leveringsrisico’s bloot staan, inventariseren welke opties aan de aanbod- en vooral ook de vraagzijde ter beschikking staan, en wat de kosten en baten van de verschillende opties zijn. Deze kunnen dan vervolgens systematisch worden aangepakt.

Hoor ik daar de term vijfjarenplan vallen? Ja, iets in die geest lijkt me zo gek nog niet, al kan de instrumentatie marktgericht zijn (prijsprikkels) in plaats van command and control. Maar dat er planmatig en samenhangend moet worden gewerkt, lijkt me een open deur. Of is er iemand van u die denkt dat ‘de markt’ alle oplossingen wel zal genereren, ook ten overstaan van landen met enorme fossiele voorraden die marktprincipes alleen maar omarmen wanneer en zolang dat in de machtspolitieke kraam te pas komt?

Foto: Nicola Jones (cc)

Liberale energievisie schiet zich in eigen voet met klimaatscepsis

OPINIE - De Teldersstichting laat het afweten op het gebied van klimaatverandering. Hierdoor ondermijnt de liberale denktank de mogelijkheid steun te krijgen voor de onderdelen van zijn visie die wél hout snijden.

Begin juli verscheen geschrift no. 121 Zeker van Energie van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD.

Een onversneden liberale visie op energie wordt in het politieke landschap node gemist. Het rapport bevat een aantal behartenswaardige ideeën, die echter stevig worden ondermijnd door een volstrekt onnodige flirt met ‘klimaatscepsis’. Zo zou er nog veel onduidelijk zijn over het aandeel van de mens in de opwarming van de aarde, zou het de vraag zijn of de huidige opwarming uniek is, en of er niet alternatieve verklaringen ‘naast de broeikastheorie’ mogelijk zijn.

Binnen de klimaatwetenschap is het beeld echter helder, en luidt kort en plat samengevat: de huidige opwarming is uniek qua hoogte en snelheid, de mens heeft het gedaan door heel veel broeikasgassen aan de atmosfeer toe te voegen. Mogelijke alternatieve oorzaken zijn inmiddels vrijwel volledig uit te sluiten.

Maar kennelijk baseert het wetenschappelijk bureau van de VVD zich niet op de wetenschap, maar liever op een sceptische journalist (Marcel Crok, als doorgeefluik van Amerikaanse twijfelmateriaal als eerder gewogen en te licht bevonden) en de libertaire sceptische blogger Hans Labohm. Dan is het niet verwonderlijk dat het liberale energierapport een typisch ‘sceptisch’, onwetenschappelijk frame hanteert zodra het over klimaat gaat. Hoe zo’n frame ontstaat en effect kan hebben beschrijf ik in De Twijfelbrigade.

Foto: zeeuwsebibliotheek (cc)

Nederland gasland leeft op te grote voet

OPINIE - Het gasconflict tussen Rusland en Oekraïne leidt tot flinke krantenkoppen. En tot zorgen in Europa: als Rusland de gaskraan naar Oekraïne dichtdraait om af te dwingen dat ze daar voortaan marktprijzen gaan betalen, komt dan niet ook de voorzieningszekerheid in Europa in gevaar? Dat laatste is, volgens diplomaten en energiedeskundigen die onlangs bijeen kwamen, waarschijnlijk niet het geval. Er zijn inmiddels verschillende pijpen waardoor Russisch gas EU-landen kan bereiken naast de Oekraïense, en bovendien: Rusland kan zich niet veroorloven betrouwbare, goed betalende afnemers in de vorm van EU-landen te verliezen.

Zo afhankelijk als de EU is voor import van fossiele brandstoffen uit Rusland, zo afhankelijk is omgekeerd de Russische economie van de export van fossiele brandstoffen. Volgens de EU importeert Europa dagelijks voor 1 miljard euro aan energie. Van alle in Europa gebruikte gas wordt 66% geïmporteerd, en 42% van de importen komt uit Rusland. Van de in de EU gebruikte olie wordt 90% geïmporteerd, 33% van alle olie-importen komt uit Rusland. Met die enorme inkomstenstromen zal Rusland niet zomaar willen dobbelen. Wat niet in de geldstromen tot uitdrukking komt is de enorme ecologische voetafdruk (footprint) van gas en olie uit Rusland.

De discussie over methaanlekkages bij gaswinning en vooral -transport is de afgelopen jaren opgelaaid, vooral aangewakkerd door de zorgen die de opmars van schaliegas in de VS met zich meebracht. Studies daar laten zien dat de carbon footprint, met inbegrip van methaan die een ongeveer 25 keer sterkere broeikaswerking heeft dan CO2, uiteenloopt van iets meer dan die van goed gemanagede aardgaswinning tot om en nabij die van kolen, afhankelijk van de omstandigheden en de maatregelen ter plekke. In geval van Russische importen gaat het vooral om methaanlekkages uit dikwijls slecht onderhouden installaties en pijpleidingen. Die brengen de totale carbon footprint van Russisch gas met gemak op ‘kolenpariteit’. De voetafdruk wat betreft andere impacts is (bijvoorbeeld biodiversiteit, verstoring van de stikstofhuishouding e.d.) zal ook niet verwaarloosbaar zijn.

Vorige Volgende