Bestaat pure naastenliefde?
COLUMN - Kerst is de tijd waarin we stilstaan bij het belang van naastenliefde. Hoewel oncontroversieel als ideaal, bestaat er een eeuwenlang wetenschappelijke discussie over het bestaan van pure naastenliefde of altruïsme, de bezorgdheid om het belang van een andere, niet verwante persoon. Voor de meeste, op het oog altruïstische gedragingen kan namelijk altijd wel een ‘zelfzuchtige’ reden worden gevonden, naar het beroemde dictum “Scratch an altruist and watch a hypocrite bleed”. Nieuwe meetmethoden in het laboratorium en in de neurologie werpen nieuw licht op deze eeuwenoude vraag.
Stel een vriendin geeft een groot bedrag aan een goed doel. Doet zij dat puur uit medeleven met de ontvangers van het geld, probeert ze indruk te maken op haar vrienden, of heeft ze graag een goed gevoel over zichzelf met de feestdagen?
In het laboratorium kunnen de redenen voor vrijgevigheid uit elkaar worden getrokken. Eén van de belangrijkste meetmethoden voor vrijgevigheid in de gedragseconomie vormt het gedrag in het “dictatorspel”. In het dictatorspel krijgt een deelnemer, de “dictator”, geld van de experimentator, dat zij moet verdelen tussen zichzelf en een andere onbekende deelnemer (of een goed doel). De verdeling wordt daadwerkelijk geïmplementeerd, zodat vrijgevigheid ook daadwerkelijk geld kost.
Hoe simpel het ook is, wetenschappers hebben al veel geleerd van variaties op dit spelletje. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de meeste mensen bereid zijn gemiddeld 28% van het geld weg te geven, dat vrouwen en oude mensen vrijgeviger zijn, en dat mensen liever iets geven aan een persoon die in nood is buiten zijn eigen schuld.