Poolse parels

Duitse ouderen worden in hun eigen huis dag en nacht verzorgd door Oost-Europese vrouwen. Demente bejaarden kunnen ook goedkoop verpleegd worden in Oost- en Zuid-Europese landen. Zorg kan niet langer beschouwd worden als een puur nationale bedrijfstak. Naar schatting 100-150.000 Oost-Europese vrouwen zijn in Duitsland werkzaam voor de verzorging van ouderen aan huis. De vrouwen komen voor het merendeel uit Polen en wonen in het huis van demente bejaarden en ouderen die te slecht ter been zijn om voor zichzelf te kunnen zorgen. "Poolse parels" heten deze vrouwen, die worden uitgezonden door een groeiend aantal gespecialiseerde bemiddelingsbureaus. Soms werken ze ook samen in informele netwerken. Maar veel vrouwen zijn extreem geïsoleerd omdat ze 24 uur beschikbaar moeten blijven voor de zorg van een bejaarde. Het zijn voornamelijk vrouwen die vanwege hun gevorderde leeftijd in eigen land niet meer aan de bak komen door de hoge werkloosheid. Veel Duitse families kiezen voor deze oplossing omdat Duitse verzorging voor hen te duur is. De wet schrijft namelijk voor dat er minimaal twee mensen betrokken moeten zijn bij deze hulp aan huis. De kosten kunnen dan oplopen tot 10.000 euro per maand, terwijl de vergoeding van staatswege niet verder komt dan 1550 euro. De Oost-Europese vrouwen werken voor 900-1500 per maand met kost en inwoning.

Door: Foto: foto: wikipedia.org
Foto: Pleuntje (cc)

Medicijnresten in grondwater

ACHTERGROND - In Nederland zijn medicijnresten in het grondwater gevonden. Dat zei Lieve Declercq, voorzitter van de directie van waterbedrijf Vitens, eind januari tijdens een hoorzitting over geneesmiddelen en waterkwaliteit in de Tweede Kamer. Tweederde van de Nederlandse gezinnen gebruikt drinkwater dat uit de grond komt. Op dit moment zijn de installaties die het grondwater zuiveren niet voldoende ingericht om de medicijnresten eruit te halen. Ofschoon medicijnresten op dit moment niet een acuut gevaar voor de mens vormen, roepen verschillende partijen op tot maatregelen om mogelijk schadelijke effecten op lange termijn voor te zijn.

Om medicijnresten uit grondwater te verwijderen is volgens Vitens aanpassing van de installaties noodzakelijk. Dat zal een forse kostenstijging betekenen. Een woordvoerder van het bedrijf laat weten dat de consument uiteindelijk voor de kosten zal opdraaien indien het probleem vooruit wordt geschoven. De klant zal dit volgens hem merken door een forse verhoging van de waterrekening. Tweede Kamerlid Carla Dik- Faber (ChristenUnie) initieerde de hoorzitting. ‘Ik ben erg geschrokken van het feit dat er ook medicijnresten in het grondwater gevonden zijn. Het maakt mij duidelijk dat we als overheid nú moeten ingrijpen.’

Lange termijn

Het probleem van de medicinale vervuiling is met dit nieuwe wapenfeit letterlijk én figuurlijk op een dieper niveau gekomen.Vervuild grondwater (en daarmee drinkwater) heeft gevolgen voor de mens. Het gaat weliswaar om lage concentraties die de volksgezondheid niet direct lijken te schaden, maar we kunnen niet weten welke gevolgen dat op de lange termijn heeft. De Rijksdienst voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) sprak al in 1999 over chronische gevolgen die het voor de mens verwacht. ‘Potentiële humane risico’s zijn: ontwikkeling van allergische, genotoxiciteit en de overdracht van resistentiegenen,’ staat er in het rapport. Sindsdien is het medicijngebruik in Nederland alsmaar gestegen. Met de vergrijzing en de daaruit voortvloeiende verdere stijging van het medicijngebruik, zal de watervervuiling alleen maar verder toenemen. En daarmee de noodzaak om het water beter te reinigen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: eelke dekker (cc)

Waarom lukt onderwijsverandering niet?

OPINIE - Waarom lukt het het onderwijs niet te veranderen? Jan Fasen, voorzitter centrale directie van het Limburgse scholengemeenschap Connect College kijkt naar drie verschillen met de zorgtransitie.

Onlangs mocht ik aanschuiven bij het zoveelste gesprek over veranderingen in het onderwijs. Een groep ‘kantelaars’ – geestdriftige visionairs die op hun school belangwekkende veranderingen doorvoeren – was in Rotterdam bijeen onder leiding van veranderprofessor Jan Rotmans. Hij was onder de indruk van de visie en passie waarmee we de zaal al snel wisten te vullen. Hij vroeg zich hardop af hoe het kon dat hij, die van veranderen en dwarsdenken leeft, nog nooit iets gehoord of gelezen had over die kantelende scholen. En dat maakte dit zoveelste gesprek tot een bijzonder gesprek. Want Rotmans trok parallellen met transities in de zorg en de energiesector, waar nieuwe ideeën het bestaande systeem laten kapseizen. Waarom lukt ons dat niet? bleef Rotmans maar vragen. Die vraag liet me niet meer los. Vooral de vergelijking met de zorg intrigeerde me.

Voordat ik besloot les te gaan geven werkte ik tien jaar in de geestelijke gezondheidszorg. Er is geen sector zo ingewikkeld en bureaucratisch als de zorgsector. Minutieus beschreven zorgprocedures werden boven het belang van inhoudelijk goede zorg gesteld, althans dat vonden wij, de professionals aan het bed. Die ervaring leert me dat de vergelijking tussen de zorg en het onderwijs, in het punt dat Rotmans aansnijdt, op drie met elkaar verweven punten mank gaat.

Foto: Kevin Krejci (cc)

Big data in de zorg

ACHTERGROND - Een MRi-scan maakt steeds meer slices en hartfilmpjes worden tegenwoordig opgeslagen in HD-kwaliteit. De medische apparatuur die bij medische zorg en onderzoek wordt ingezet, maakt steeds vaker deel uit van de IT-infrastructuur, van het applicatielandschap en van de datahuishouding. De zorg wordt steeds meer gedreven door data; ziekenhuizen transformeren naar IT-bedrijven.

Big data wordt nog vaak gezien als een proces waarbij we doelbewust gegevensbronnen combineren om te komen tot nieuwe informatie, zoals bij de Hollandse Brug over de snelweg A6. Er is echter ook een ‘autonome’ groei in het datavolume, die het resultaat is van voortschrijdende technologische ontwikkelingen.

Analistenbureau MarketsandMarkets voorspelt dat de big data-industrie tot 2017 jaarlijks meer dan 54 procent zal groeien. De totale markt voor big data-specifieke infrastructuur (rekenkracht, opslag, netwerken) zal volgens de Wikibon Analyst Group in datzelfde jaar 402 miljard dollar bedragen. IT moet zich ook voorbereiden op een IT-omgeving die meegroeit met de eisen die het werken met big data oplegt: met een goede beschikbaarheid (schaalbare en betrouwbare hardware) en snelheid (nieuwe databasetechnologie, in memory computing, snelle servers met bijvoorbeeld SSD’s). Volgens opslagproducent Seagate zal de wereld in 2020 behoefte hebben aan opslag ter grootte van 6 zettabyte, hetgeen overeenkomt met 6 miljard terabyte.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Frauderen in de zorg doe je zo

ACHTERGROND - Frauderen bij een zorginstelling voor langdurige zorg is een fluitje van een cent: iedereen kan het, aldus Artsennet. Even online een paar vragen invullen, een druk op de knop en het extra geld is binnen.

Foto: Mercy Health (cc)

Consument blij, patiënt ziek

OPINIE - Hoera, de premie voor de ziektekostenverzekering gaat eindelijk omlaag. Volgens de Zorgautoriteit worden de resultaten van het nieuwe zorgstelsel uit 2006 nu zichtbaar in de prijs. Waarom dat zeven jaar moest duren is mij een raadsel. In ieder geval koopt Achmea behandelingen niet meer overal in en gaat ze, zeven jaar te laat, ‘scherp onderhandelen.’ Concurrent Menzis heeft nu een polis van 66,50 per maand plus een eigen risico van 860 euro. Dan begrijp je vast wel dat je voor darmkanker of  een hernia niet meer overal terecht kunt. Hoe dat komt? Menzis is geen Sinterklaas, maar een bedrijf dat volgens de wetten van de vrije markt winst moet maken. En die winst moet ergens vandaan komen: of uit de prijs of uit de kwaliteit. Gevolg van een lagere prijs: langere wachttijden en ziekenhuizen die steeds meer nee verkopen. Bij het AMC in Amsterdam is er voor de rest van 2013 geen budget meer voor knie- en heupprotheses en ook het Radboud in Nijmegen heeft het probleem dat zorgverzekeraars soms te weinig zorg hebben ingekocht voor hun klanten. Jammer, maar zaken zijn zaken. De consument wil lage prijzen en die krijgt hij.

Zorgverzekeringen zijn producten die worden verkocht als een iPad of een BMW en zijn sinds kort ook bij de Hema verkrijgbaar. En net als een BMW is zorg in verschillende uitvoeringen te koop. Het begint met een instapmodel en loopt via handige accessoires als tomtom en parkeerhulp tot de duurste gti. Wij zijn consumenten en dus zijn reclames van zorgaanbieders net zo debiel als die van Coca Cola: koop ons en je wordt gelukkig. Maar die vergelijking kun je niet eeuwig doortrekken. Als een iPad het niet meer doet, wordt hij gerepareerd of komt er een nieuwe.  Maar ziekte maakt van de zorgconsument een patiënt. Dan gaat het niet meer om de lage premie maar om kwaliteit van het leven of het leven zelf. Je zal maar nee te horen krijgen met je kapotte heup en onderaan de wachtlijst komen. De overgang van consument naar patiënt hangt in grote lijnen samen met onze leeftijd. Logisch: als je jong bent kom je nooit in een ziekenhuis en als je oud bent kom je er nooit meer uit. En dus kiezen jonge gezonde mensen voor de goedkope basisverzekering. Voor aanvullende verzekeringen zoals fysiotherapie hebben alleen ouderen en chronisch zieken belangstelling. Daar kan bij Achmea de schoorsteen niet van roken, dus wordt aanvullende zorg geschrapt of duurder. Het eindeloos doorgevoerde individuele maatwerk bij zorgverzekeringen holt de essentie van verzekeren uit. Die essentie is solidariteit met andere verzekerden en dat betekent ook meebetalen voor zorg die je misschien niet zelf gebruikt. Heel ouderwets natuurlijk en niet meer van deze tijd. Want welke idioot gaat er nu voor een ander betalen?

Foto: Colby Stuart (cc)

Burgerinitiatieven in zorg nog schaars

ACHTERGROND - Door de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn gemeenten zich meer gaan richten op ondersteuning van burgerinitiatieven. Burgers hebben zich verenigd rond collectieve inkoop van energie, behoud van bibliotheken en zwembaden en de inrichting van het eigen woongebied.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau voert de tweede evaluatie van de Wmo (2010 t/m 2012) uit. Eén deelrapport beschrijft een verkenning van vrijwillige inzet en burgerinitiatieven in vijf gemeenten. We beperken ons hier tot bevindingen uit dat rapport. Het eindrapport verschijnt in 2014. Een voorzichtige, voorlopige conclusie: het wemelt niet van de ondersteuningsinitiatieven.

Vorig jaar gingen we op zoek naar ‘ondersteuningsinitiatieven’: lokale initiatiefgroepen die op overwegend vrijwillige basis mensen met een participatiebeperking ondersteunen, en daar als groep de regie over voeren. Denk aan eetgroepen, klussen- en vervoersdiensten, maar ook de zorgcoöperaties die in Nederland hun opgang doen.

Moeilijk kon die zoektocht toch niet zijn. De Boer et al. schreven recentelijk dat het in de Nederlandse zorg ‘wemelt’ van de initiatieven. Wel voegden ze er eerlijkheidshalve aan toe dat de omvang ervan nou ook weer niet moet worden overdreven. Wij beamen vooral dat laatste. We zochten naar gemeenten waar meerdere initiatieven actief waren en niet naar het bekende succesverhaal. Dit bleek niet makkelijk. Uiteindelijk selecteerden we vijf gemeenten in verschillende delen van het land. Twee (wijken van) grote steden, een middelgrote stad en twee krimpgemeenten op het platteland. We spraken er met initiatiefnemers, beleidsmakers en welzijnswerkers.

Foto: Elvin (cc)

Doorbreek het taboe in de zorg

Stel een grens aan collectief gefinancierde medische ingrepen, vindt Jonge Democraten. 
Afgelopen week presenteerde het kabinet de miljoenennota, waarin zo’n 260 miljard euro aan uitgaven voor 2014 stonden ingepland. Grotendeels structurele uitgaven, op het gebied van sociale zekerheid, zorg, onderwijs, infrastructuur en veiligheid. Het maatschappelijke debat ging echter voornamelijk over de aanschaf van een jachtvliegtuig, een eenmalige uitgave van 4 miljard euro die over meerdere jaren wordt uitgesmeerd. Belangrijk, maar peanuts als je naar de begroting als geheel kijkt. Er zijn grotere uitdagingen.

Zo geven we volgend jaar collectief ruim 77 miljard euro uit aan zorg. Ons zorgstelsel is het op-vijf-na-duurste ter wereld. Levert dit de kwaliteit op die je zou mogen verwachten? Niet bepaald. Er zijn zestien landen die een kwalitatief hoogstaander zorgstelsel hebben dan wij.

Het Centraal Planbureau deed onderzoek naar de (stijgende) zorgkosten. De conclusies zijn op zijn zachtst gezegd schokkend. We vergrijzen, worden ouder en stellen steeds hogere eisen aan de zorg. Terwijl we momenteel van iedere verdiende euro iets meer dan 10 cent uitgeven aan collectieve zorg, zal dat zonder ingrijpen in 2040 stijgen tot ruim 30 cent. Dat betekent dat er gezinnen zijn die bijna de helft van hun inkomen aan zorgpremies kwijt zullen zijn. Dat is op de lange termijn onhoudbaar. Een gedeelte kan worden opgevangen door solidariteit tussen inkomensgroepen, maar ook dat kent zijn grenzen. ‘Makkelijke uitwegen zijn er niet’, stelt het rapport van het CPB. Kortgezegd zijn er twee opties: het pakket van collectieve zorg wordt beperkt, of de eigen bijdrage moet drastisch omhoog.

Helaas lijkt politiek Den Haag vooral in de ban van een ideologische strijd. Links roept dat stoppen met marktwerking leidt tot minder management en topsalarissen. Rechts claimt dat méér marktwerking juist de efficiëntie ten goede komt. In beide verhalen zit een kern van waarheid, maar het is gerommel in de marge, waardoor de werkelijke keuzes waar we voor staan onder het tapijt worden geveegd.

En deze stilte over werkelijke keuzes leidt tot willekeur. De postcodebekostiging van ziekenhuizen leidt ertoe dat dure behandelingen met weinig gezondheidswinst in het ene ziekenhuis wel, en in het andere ziekenhuis niet worden uitgevoerd. Daarom is het belangrijk dat de overheid zich in dit debat mengt. Een grens voor geaccepteerde kosteneffectiviteit van medische behandelingen is niet leuk, maar wel noodzakelijk om ervoor te zorgen dat iedere euro die we in de zorg te besteden hebben zo goed mogelijk terechtkomt: daar waar de meeste gezondheidswinst en de beste kwaliteit van leven voor zoveel mogelijk mensen gerealiseerd kan worden.

Afgelopen najaar bleek dat een meerderheid van de medisch specialisten voorstander is van zo’n richtlijn. Zij beseffen dat elke euro in de zorg maar een keer uitgegeven kan worden. Ze staan daarin niet alleen. In 2006 stelde de Raad voor Volksgezondheid en Zorg, het belangrijkste adviesorgaan van het ministerie, voor om een behandelgrens van 80.000 euro per kwalitatief gewonnen levensjaar in te stellen. Het rapport werd, mede omdat het politiek zo gevoelig ligt, in een la op het ministerie weggestopt. Nog steeds rust er een politiek taboe op discussies over kosteneffectiviteit van medische behandelingen.

Als Jonge Democraten zijn we ervan overtuigd dat weglopen voor deze vraagstukken geen optie meer is. Juist het weglopen zorgt voor willekeur en perverse situaties, waarbij de postcode of mondigheid van een patiënt de doorslag kunnen geven of een behandeling wel of niet wordt uitgevoerd. Daarom hebben wij afgelopen donderdag ons zorgplanaan Minister Schippers aangeboden, waarin we als eerste politieke organisatie achter het plan van de Raad van Volksgezondheid en Zorg gaan staan om 80.000 euro per kwalitatief gewonnen levensjaar als grens aan collectief gefinancierde medische ingrepen te stellen. We willen het taboe op discussies over de effectiviteit van zorg doorbreken, en hopen dat politieke partijen hun ogen openen voor de werkelijke keuzes waar we als samenleving voor staan. Keuzes die bij een almaar groeiende zorgvraag – helaas – onvermijdelijk zijn.

Vorige Volgende