Recensie Zomergasten | Carola Schouten

De vorige zittende politicus die in Zomergasten plaatsnam tegenover Janine Abbring, was de nimmer aan zichzelf twijfelende Eric Wiebes, Minister van Economische Zaken en Klimaat. Het contrast met Carola Schouten (de vijfde Zomergast van 2020 en de zittende Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kon bijna niet groter zijn. Ik heb het stukkie nog even opgezocht dat ik twee jaar geleden had geschreven. Wiebes zette zichzelf neer als een problem solver: iemand die problemen analyseert en oplossingen vindt. Janine Abbring deed haar best om Wiebes op zijn blinde vlekken te wijzen, maar het lukte niet. ‘Wiebes is iemand die zijn eigen denkfouten niet ziet omdat hij zichzelf zo slim vindt dat hij denkt niet in staat te zijn denkfouten te maken’, schreef ik toen. Net als Wiebes heeft Schouten op negenjarige leeftijd haar vader verloren, maar verdere overeenkomsten zag ik niet. Want in tegenstelling tot Wiebes, is Schouten voortdurend bezig met de vraag of ze het wel goed doet. Of ze de juiste beslissingen neemt. En of ze nog wel oog heeft voor de mensen die haar beleid zullen raken. Hoe vaak zie je een zittende politicus zo openhartig vertellen over haar twijfels en drijfveren? Zelden tot nooit, en het is een verademing. (Tijdens de uitzending schijnt er een aantal boeren per tractor naar het Mediapark te zijn gereden om hun onvrede te uiten over het beleid van Schouten. Ik neem aan dat de betreffende boeren de uitzending hebben gezien en, bittere tranen wenend, na afloop hun vergeving hebben aangeboden. Vergeving die Schouten op haar beurt dan weer huilend zou hebben weggewuifd. Waarna de boeren en Schouten tezamen, in navolging van Bono in het laatste fragment van de avond, Yahweh hebben aangesproken om hun handen te leren het juiste te dragen, in plaats van altijd maar weer die vuist te maken.)

Door:

Recensie Zomergasten | Jaap Goudsmit

RECENSIE - In het allerlaatste fragment van Zomergasten met viroloog en epidemioloog Jaap Goudsmit, zagen we Robert Redford in een reddingsvlot op de oceaan dobberen. Hij had net zijn zeilboot zien zinken. Er was geen voice-over, Robert Redford praatte ook niet tegen zichzelf, we moesten het dus met Redfords mimiek doen. Hij keek vrij onbewogen naar het zinken van zijn boot. Alsof de ernst van de situatie niet tot hem doordrong. Er viel natuurlijk ook weinig aan de situatie te doen. Het was niet alsof Redford in staat was zijn boot het zinken te beletten. Het zou ook geen enkele zin hebben om de handen ten hemel te richten en ‘waarom’ te schreeuwen naar onze Lieveheer. Niet veel later opende Redford een doos waarin een sextant zat en een kaart van de oceaan.

Volgens Jaap Goudsmit stond deze scène uit zijn keuzefilm All Is Lost symbool voor het leven. Er zijn twee zekerheden: we worden geboren en gaan dood. Wat er tussen die twee gebeurtenissen gebeurt, dat is afhankelijk van een combinatie van toeval, kennis, intuïtie en de al dan niet aanwezige bereidheid om iets aan je situatie te doen. Het deed mij ook wel denken aan de coronacrisis, waarbij Redford in zijn reddingsvlot symbool staat voor de hele wereld. Het zinkende schip was ons vertrouwde wereldbeeld waarin alles maakbaar was en goed zou komen zolang we maar de juist koers aan zouden houden. Maar ons wereldbeeld is gezonken, we blijken nog kwetsbaarder dan we al dachten. En nu dobberen we rond en moeten we al dobberend zien uit te vogelen hoe zo’n sextant werkt.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Recensie Zomergasten | Nazmiye Oral

COLUMN - Op Nederland 3 was gisteravond de eerste uitzending van Zomerpromenade. Dus niet de echte Promenade, maar Zomerpromenade. Met Diederik Ebbinge. Niet dat ik het heb gezien, want ik keek naar Zomergasten met Nazmiye Oral. Net zoiets als Zomerpromenade, maar dan een stuk langer.

Deze derde uitzending van Zomergasten stond in het teken van worden wie je bent. We zagen een scene uit de film Revolver van Guy Ritchie. Waarin de claustrofobische hoofdpersoon vast komt te zitten in een lift en de stemmen in zijn hoofd de vrije loop laat. ‘Je wordt geboren met een fabrieksinstelling’, doceerde Oral. Daarnaast heb je alle ‘voorouderlijke shizzle’ die je meekrijgt. En dan is er invloed van buitenaf die jouw fabrieksinstelling vervormen. Die vervorming, dat is het ego. Het ontmantelen daarvan, is worden wie je bent.

De vraag was natuurlijk: zijn Janine Abbring en Nazmiye Oral in staat om Nazmiye Oral in de drie duur die dit programma duurt te ontmantelen en te laten worden wie ze is?

Worden wie je bent doet vaak pijn, zegt Oral. Mutatie doet pijn. Verandering doet pijn. In een fragment uit Messiah zagen we een Jezus-look-a-like die op de Tempelberg de mensen uitnodigde om zich te laten wegen. Een jongetje stapt naar voren, wordt even later neergeschoten door soldaten, waarna de Messias de kogel uit zijn borst haalt. Het mooie hiervan was, volgens Oral: ‘Er is leven na het oordeel, er is leven na verbanning, er is leven na afgeschreven zijn. Er is leven.’