Zo geliefd als John Lennon was, zo gehaat is zijn vrouw Yoko Ono. Sommigen geven haar zelfs onverkort de schuld van het uiteen vallen van de Beatles. Iets wat voor wie wat zorgvuldiger reconstrueert volgens mij niet vol te houden is. Een belangrijkere veelgehoorde kritiek is dat Yoko niet kan zingen, en dat Lennon, muzikaal toch niet echt slecht onderlegd, wel heel erg verliefd op haar moet zijn geweest het zo lang met haar in de studio uit te houden. Nu is er voor die mening genoeg bewijsmateriaal voorhanden, maar Yoko was een avant-garde kunstenares, dus zijn we aardig, en zeggen we geheel in deze lijn daarmee dat haar zang voor het conventionele publiek wat raar in het gehoor ligt. En hoewel mijn waardering voor Yoko als avant-garde kunstenares en activist wel is gestegen na het bezoeken van een overzichtstentoonstelling in het Guggenheim-museum in Bilbao vorig jaar, geldt voornoemd probleem met Yoko haar zang ook voor ondergetekende, die zeer blij was met de komst van de CD destijds, zodat bij het draaien van de Lennon-Onoplaten niet telkens tijdens het luisteren de naald geherpositioneerd hoefde te worden.