Liever een Vrije-inloopbijstand dan een Participatie-inkomen

Een Participatie-inkomen vergroot de bureaucratie enorm, terwijl een vrije-inloopbijstand deze verkleint en veel meer voordelen van het basisinkomen meepakt.  Een klein half jaar terug vonden we in hoogleraar economie Raymond Gradus nog een fervent tegenstander van de gedachte van het basisinkomen. In de Volkskrant publiceerde hij in ieder geval een artikel met argumenten die wel erg makkelijk te weerleggen waren. Gisteren publiceerde hij in Trouw met zijn collega Govert Buijs echter een column waarin hij al half met de gedachte mee lijkt te gaan. In dit artikel doet Gradus in ieder geval wat hij een half jaar geleden met zijn lofzang op de huidige vormgeving van de sociale zekerheid liet: hij benoemt enkele van de problemen van het huidige sociale stelsel die voor mensen die gecharmeerd zijn van het basisinkomen als motivatie gelden. Hij en zijn collega benoemen nu de relatieve rechteloosheid van zzp’ers en flexwerkers in het huidige sociale stelsel, de steeds groter wordende druk op mensen om ooit betaalde werkzaamheden in de zorg maar gratis in hun vrije tijd op te knappen en de flexibilisering van de arbeidsmarkt plus de bijgaande onzekerheid voor werknemers die dat met zich meebrengt. Ook de armoede- en schuldenproblematiek worden terloops genoemd. Waarvoor hulde. Gradus en Buijs’ ideeën over hoe daarmee om te gaan zijn in het stuk helaas maar weinig uitgewerkt. De twee lijken echter te pleiten voor een sociaal stelsel waarin mensen aan de sollicitatie-eisen van een sociale uitkering kunnen ontkomen door het opknappen van vrijwilligerswerk of het volgen van scholing. Verder lijken zij het sociale stelsel te willen versimpelen door het samennemen van verschillende uitkeringen, leningen en kortingen, zoals daar zijn de bijstand, het leenstelsel voor studenten, de zelfstandigenaftrek, de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. Naar mijn idee zijn ze hiermee weliswaar half op weg, maar helaas juist precies de verkeerde weg ingeslagen.

Door: Foto: klokwerk (cc)

VVD stomverbaasd door moderne mythe

Vandaag staat overal in de kranten dat de VVD op hoge poten eist dat het kabinet werken vanuit bijstand aantrekkelijker maakt. VVD-kamerlid Anne Mulder zegt zich rot geschrokken te zijn van cijfers van het Nibud waaruit zou blijken dat sommige gezinnen met modale inkomens minder overhouden dan bijstandsgezinnen. Maar dit is een broodjeaapverhaal dat regelmatig opduikt, en wie de cijfers induikt ziet dat er nogal wat aan te nuanceren valt. Vorig jaar zette Sargasso voor iedereen de cijfers nog eens op een rijtje, dit jaar zijn de politici in Den Haag dat schijnbaar alweer vergeten. Als de VVD zich echt druk zou maken over dat werken moet lonen, richtte zij zich op een andere bijstand, nu maakt zij zich druk om een stokoud broodje aap.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: klokwerk (cc)

Proeven aan het basisinkomen: de vrije-inloopbijstand

ANALYSE - Een proef met de vrije-inloopbijstand is de ultieme lakmoesproef voor het huidige sociale stelsel.

Momenteel staat een heel aantal gemeenten te trappelen om proeven te doen met ‘het basisinkomen’. In veel gevallen zijn GroenLinks en D66 de aanjagers daarvan. Waar bij D66 vooral de lokale afdelingen warm lopen voor dit idee en het landelijk kader zich daarvan distantieert, heeft bij GroenLinks ook het landelijk kader zich voor dit soort experimenten uitgesproken.

Neem de term basisinkomen’ hier trouwens met een korrel zout. Het gaat hier meestal om proeven met mensen in de bijstand, die vrijgesteld worden van alle plichten, en de mogelijkheid krijgen om bij te verdienen. Vaak wordt aan dat bijverdienen dan een maximum gesteld, maar niet in alle gevallen.

Een beperkte groep
In veel gevallen gaat het hier bovendien niet om het gehele bijstandsbestand, maar om een beperkte groep hieruit. Dit krijgt een wetenschappelijke rechtvaardiging mee. Een goede wetenschappelijke proef kent immers een controlegroep. Men gaat kortom secuur te werk.

De belangrijkste reden voor die voorzichtigheid is echter vooral politiek. Een dergelijke proef staat namelijk haaks op de gedachte achter de participatiewet, die momenteel juist wordt uitgerold, en waarvan het idee is dat mensen in de bijstand juist zoveel mogelijk geprikkeld en aan het werk gezet moeten worden. De proeven gaan daarmee recht tegen de huidige politieke tendens in.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.