Als verkiezingen echt wat zouden uitmaken, waren ze al lang verboden. Zo las ik vanochtend op een bord tussen de posters van Rutte, Roemer en Cohen, terwijl ik naar mijn werk fietste. Ernaast de volgende aansporing: Stem niet, denk zelf!
Ook onze anarchistische vrienden mengen zich dus in het debat. Mooi, dat maakt Het Feest van de Democratie alleen maar fraaier. Tegelijk heb ik wat moeite met mensen die zulke dingen zeggen. Zo wens ik ze wel eens een enkele reis toe naar een ouderwetse dictatuur, zo eentje zonder verkiezingen. Misschien dat ze dan wat meer waardering tonen voor het democratische gekakel, hoe slaapverwekkend dit ook klinkt na vier weken campagnevoeren. Kiezen tussen meerdere partijen, vrijheid van meningsuiting, heftig maar vreedzaam van mening verschillen: wat mij betreft, kan er nooit te veel van zijn.
Toch hebben ze wel een punt. Niet voor het eerst namelijk vraag ik me af wat er bij de verkiezingen van morgen nu echt te kiezen is. Natuurlijk: ik kan op een partij stemmen die vóór of tégen de – OK, nog één keer dan – hypotheekrenteaftrek is. Ik kan op Wilders stemmen als ik de pest aan moslims heb, pardon: aan de islam. En ik kan het vakje van Roemer aankruisen als ik van politici houd die niet op politici lijken. Maar wat valt er te kiezen als je dit land en deze wereld écht veranderen wil?
Ik denk dat mijn probleem neerkomt op één dogma en twee taboes. Het dogma: bezuinigen moet, en wel met 29 miljard euro. Dat heeft het Centraal Planbureau vastgesteld, een instantie overigens die qua naam in een totalitaire staat niet zou misstaan. Je weet wel: zo eentje waar je ook een Ministerie van Informatie hebt, en waar oorlog vrede heet, en omgekeerd. Maar goed: dit is natuurlijk een wat flauwe verdachtmaking. Waar het me om gaat, is die suggestie dat Onze Lieve Heer Zelve een Gat in De Begroting heeft aangewezen en dat we dat allemaal samen moeten gaan betalen.