Wat is het CPB-rapport Keuzes in Kaart eigenlijk waard?
Het CPB presenteerde op maandagochtend de doorrekeningen van tien verkiezingsprogramma’s. Het 500 pagina’s tellende rapport geniet uitgebreide aandacht in de media en alle politieke partijen pronken met hun ‘overwinningen.’ Maar wat is het rapport eigenlijk waard voor de kiezer?
Het is duidelijk weer verkiezingstijd. Na het premiersdebat van zondagavond, presenteerde het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op maandagochtend hun gezamenlijke rapport “Keuzes in Kaart 2013-2017” in Nieuwspoort. Half politiek Den Haag en het voltallige Nederlandse journaille zat braaf te wachten wat CPB-directeur Coen Teulings te vertellen had. In het kort: alle partijen weten het begrotingstekort terug te brengen in 2017, maar alle partijen blijven een tekort houden. Er staan een aantal stereotype bevestigende zinnen in het rapport (‘De PVV bezuinigt maximaal op innovatiebeleid’) en alle nieuwsmedia halen dezelfde feiten naar boven. De politieke partijen halen de voor hen gunstige cijfers eruit en gaan elkaar daarmee bestoken. ‘Bij ons stijgt de koopkracht het meeste!’ ‘Ja, maar bij ons groeit de staatsschuld het minst!’ Het is allemaal van zo’n ontzettend trieste voorspelbaarheid, dat de vraagt rijst: wat zijn de CPB doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s eigenlijk waard?
Teulings schrijft in het voorwoord van “Keuzes in Kaart” te hopen in een maatschappelijke behoefte te voorzien. Maar hoeveel mensen lezen de doorrekeningen, in een tijd dat mensen al amper verkiezingsprogramma’s lezen? ‘Kiezers lezen dit rapport natuurlijk niet,’ zegt Teulings, ‘dat zou ik als econoom zelfs niet doen. Maar ik merk dat de belangstelling ervoor enorm toeneemt. Twee jaar geleden haalden al onze plaatjes de landelijke voorpagina’s.’ Dat is waar, maar wel in een sterk vereenvoudigde weergave. Er is immer weinig tijd en ruimte bij nieuwsmedia om recht te doen aan de complexiteit van de berekeningen die het CPB maakt. In welke krant wordt uitgebreid stilgestaan bij de gebruikte rekenmodellen? Zijn de doorrekeningen van het CPB op die manier niet slechts grondstof voor meer oneliners van politici?