Tienduizend importbruiden zoek (deel 1)
Medio vorig jaar sprak toenmalig minister van Integratie Van der Laan over 15.330 importbruiden in 2008. De situatie was zo alarmerend dat hij zei: “Het gaat onze spankracht te boven.” Johanna Nouri en Flip van Dyke gingen op zoek naar de waarheid achter de cijfers. Vandaag deel 1, deel 2 verschijnt binnenkort.
De uitkomsten van onze zoektocht
- In 2008 waren er niet 15 duizend maar slechts 8 duizend immigratiehuwelijken, waarvan slechts eenderde niet-westerse allochtone Nederlanders betrof die hun partner uit het buitenland lieten overkomen.
- 56 procent van de allochtonen huwt met een autochtoon. Zo’n 12 procent van de allochtonen haalt zijn partner uit het buitenland. 8 procent van de allochtone huwelijken betreft een huwelijk met een partner uit het land van herkomst.
- Het aantal immigratiehuwelijken onder allochtonen daalt al jaren. De stijging in 2008 wordt veroorzaakt door het uitstelgedrag als gevolg van de aangescherpte eisen voor gezinsvorming: het duurt wat langer voor men aan de eisen voldoet, maar de aanhouder wint.
- Uit de immigratiecijfers blijkt niet dat de ‘Belgiëroute’ veelvuldig misbruikt wordt.
- Van een onevenredig hoge immigratie uit moslimlanden blijkt niets.
Een praktijkvoorbeeld
Begin 2004 ontmoette Johanna in Duitsland de Jordaniër die later haar man zou worden. Hij had in verschillende westerse landen gewoond en zij wilden samen in Nederland hun leven leiden. Waren ze naar Jordanië gegaan, dan had Johanna direct bij aankomst een verblijfsvergunning gekregen als partner van een Jordaniër.
Ze kozen echter voor Nederland, waardoor het erg ingewikkeld werd. Johanna’s man verbleef weliswaar in de EU, maar hij had een visum voor kort verblijf, waardoor hij volgens de regels terug moest keren naar Jordanië om een vestigingsmachtiging voor Nederland te kunnen aanvragen. Hij gaf een ‘zeker’ verblijf op voor een volstrekt onzekere toekomst.