Schoonen speelt vermoorde onschuld

Bart Voorzanger geeft zijn mening over de reactie van Trouw-hoofdredacteur Willem Schoonen op een spraakmakende kwestie afgelopen week. In de Trouw van dit weekend reageert hoofdredacteur Willem Schoonen op de commotie waartoe een artikel in zijn krant van een week geleden leidde. Ik vond dat artikel erg suggestief en schetste hier waarom ik dat vond. Meneer Schoonen reageert uiteraard niet op mijn blogje, maar zijn reactie op groter goden gaat wel in op kritiek die ook ik had, en daarom leek het me aardig die eens wat grondiger te lezen. Ik citeer hem volledig en geef wat commentaar. De heer Schoonen in 'brief van de Hoofdredacteur' (Trouw van 25 mei 2013): Politici rukten uit alsof er een bom was ingeslagen Lodewijk Asscher deed deze week denken aan Joeri Gagarin. De Rus draaide een halve eeuw geleden, als eerste, een rondje om de aarde, keerde behouden terug, en zei: “Ik heb God niet gezien”. Asscher, de minister van binnenlandse zaken, bracht deze week een bezoek aan de Haagse Schilderswijk, en zei na afloop dat hij geen ‘shariawijk’ had ontdekt. Er waren problemen in de wijk, aldus Asscher, maar de dienst werd er niet uitgemaakt door orthodoxe moslims die hun heilige wetten aan anderen opleggen.

Foto: @Doug88888 (cc)

Ziek van artsen, ziekenhuizen en geneesmiddelen

OPINIE - De gezondheidszorg is soms een gevaar voor de gezondheid, vindt Hans Achterhuis. Welnee, reageert Margo Trappenburg, een beetje medicalisering is juist goed.

In een reeks avonden van Studium Generale Utrecht en artikelen in Trouw gaat Denker des Vaderlands, Hans Achterhuis, in gesprek met Tegendenkers. Het tweede gesprek vond vorige week plaats, met Margo Trappenburg. Zij is bijzonder hoogleraar sociaal-politieke aspecten van de gezondheidszorg en de overlegeconomie aan de Universiteit van Amsterdam. Vandaag op Sargasso het betoog van Hans Achterhuis. Morgen op dezelfde tijd het antwoord van Margo Trappenburg.

HANS ACHTERHUIS

Om de zoveel tijd besteedt Piet Borst zijn altijd interessante medisch-wetenschappelijke column in NRC Handelsblad aan een felle bestrijding van de alternatieve geneeskunde. Op 29 september was het weer zover. Ditmaal was de Chinese kruidengeneeskunde, die kanker in Aziatische landen zou veroorzaken, zijn doelwit. Veel kruidenmengsels worden door ‘domme dokters’ voorgeschreven. De tumoren die zo ontstaan, heten ‘iatrogeen”.

Het begrip iatrogenese wordt in de medische vakliteratuur gebruikt om ziekten aan te duiden waarvan artsen, ziekenhuizen en geneesmiddelen de veroorzakers zijn. Ik neem aan dat Borst gelijk heeft wanneer hij dit begrip gebruikt in zijn verwijt aan de alternatieve geneeskunde. Toch blijf het voor mij verwarrend dat hij altijd ‘de reguliere gezondheidszorg’ als lichtend voorbeeld tegenover de alternatieve benadering stelt. Wie de kranten de afgelopen maanden heeft gelezen, struikelt over de voorbeelden die laten zien dat ook de reguliere vaderlandse gezondheidszorg vele iatrogene effecten heeft.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Vincent Lyon-Dalberg-Acton (cc)

Groene borstklopperij

COLUMN - Op de Dag van de Duurzaamheid (afgelopen dinsdag) presenteerde dagblad Trouw de nieuwe Duurzame Top 100. Honderd duurzame Nederlanders worden gefeliciteerd met hun plek op deze nieuwe lijst. Goed voorbeeld doet goed volgen, is de gedachte. Maar wat ongezouten kritiek op deze groene borstklopperij kan geen kwaad, betoogt Henri Bontenbal.

Scherp geformuleerd: de Duurzame Top 100 bestaat opnieuw uit een groot aantal ‘groene goeroes’. Een soort groene BN’ers die bij elke groene conferentie hun kunstje mogen opvoeren en in elk groen tijdschrift dezelfde grijze plaat mogen afdraaien. Deze GBN’ers staan inmiddels zo vaak op het podium van congressen over duurzaamheid dat ze nauwelijks tijd over kunnen hebben om echt aan het werk te zijn. Zij maken van de nood een deugd en noemen hun optredens ‘ook werk’, maar vergeten daarbij dat het publiek dat deze congressen bezoekt vaak allang overtuigd is van de groene boodschap en dezelfde groene congressen bezoekt.

Daarnaast is het niet moeilijk een boegbeeld van duurzaamheid te zijn als je – al dan niet aan het infuus van de overheid of andere geldschieters – de baas bent van een bedrijf, adviesbureau, ngo of stichting die duurzaamheid tot core business heeft gemaakt. Behoort duurzaamheid in die gevallen niet tot het ‘normale’ werk, waarvoor een groen lintje niet nodig is?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kieskompas III: Nieuwe ruimtes

Recentelijk schreven zowel Simon Otjes als Tom Louwerse over de zwakte van het Kieskompas: politieke partijen positioneren zich niet consistent in het model van het Kieskompas. Dat maakt de posities van partijen in de ruimte onzeker. In dit derde deel onderzoeken we de posities van de partijen op een inductieve manier.

Er wordt door politici en opiniemakers veel waarde gehecht aan de posities die partijen zijn toegekend in het Kieskompas. Het dagblad Trouw berichtte uitgebreid over de posities van de partijen: de positie van de PVV week opvallend af van de VVD, de PVV staat namelijk links van de VVD. Ook de posities van de ChristenUnie (links en conservatief) en D66 (rechts en progressief) waren ‘uniek’ volgens de Trouw. Het model van het Kieskompas is echter opgelegd aan de politieke partijen, die zoals wij eergisteren zagen, inconsistent antwoord geven op de stellingen en dus onzekere posities hebben. Als we, in plaats van het ruimtelijke model op te leggen aan de posities van partijen, deze hierop baseren, krijgen we een veel preciezer beeld van de verschillen en gelijkenissen tussen politieke partijen.

3dd12

Een inductieve methode gaat uit van deze gelijkenissen en verschillen tussen politieke partijen en bouwt op de basis daarvan een model op. Het figuur hiernaast (klik op het plaatje voor een grotere versie) is gemaakt op basis van multidimensionale schaling, die een visuele weergave van de verschillen en gelijkenissen tussen partijposities maakt. Dit is een twee-dimensionale weergave van de verschillen tussen partijen. Volgens de data is een drie-dimensionale weergave het meest correct. Maar met de beperkingen van de hedendaagse techniek is een twee-dimensionaal model vele malen handiger: daarom zal ik het drie-dimensionale model in drie stappen moeten weergeven. Eerst dus de eerste en de tweede dimensie. Zoals je kan zien, bevindt de meeste spreiding zich op de horizontale dimensie. De afstanden op de verticale dimensie zijn kleiner. Je kan grofweg drie clusters zien:

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kieskompas II: Onzekerheid partijposities

Gisteren schreven we reeds over de zwakte van het Kieskompas: politieke partijen positioneren zich niet consistent in het model van het Kieskompas. Dat maakt de posities van partijen in de ruimte onzeker. In dit tweede deel onderzoeken we wat de mogelijke posities van de partijen zijn. Dit is een bijdrage van Tom Louwerse.

Er wordt door politici en opiniemakers zeer veel waarde gehecht aan de posities die partijen zijn toegekend in het Kieskompas. Het Kieskompas lijkt te impliceren dat ze met grote precisie de posities van partijen kunnen vaststellen. Hier zitten echter flink wat haken en ogen aan. De schalingslogica die zo’n ruimtelijk model onderligt gaat er vanuit dat antwoorden op stellingen samenhangen: partijen die hogere belastingen willen, willen ook hogere uitkeringen. In de praktijk geven partijen niet altijd van die consistente antwoorden. Daarom zijn hun posities in het model niet allemaal even zeker.

Betrouwbaarheidsintervallen van de partijen

Om uitdrukking te geven aan deze onzekerheid kan je een betrouwbaarheidsinterval berekenen voor de posities van partijen in de ruimte. Deze geeft aan hoe (on)zeker de posities van de partijen zijn. Het Kieskompas doet dit al voor de positie van de gebruiker. Als jij als kiezer in de ruimte wordt geplaatst staat er een cirkel om je heen die aangeeft waar je met een bepaalde mate van zekerheid staat, op basis van de antwoorden die je hebt gegeven. Dat kan ook gedaan worden voor de posities van partijen. Die posities zijn immers gebaseerd op een dertigtal stellingen, maar de selectie van die stellingen is in zekere zin willekeurig. Men had ook hele andere stellingen kunnen kiezen en daarmee was men wellicht op (net iets) andere partijposities uitgekomen. Deze onzekerheid kan gesimuleerd worden door duizend willekeurige steekproeven te trekken uit de dertig stellingen (het zogenaamde bootstrapping) en de positie van de partijen te berekenen voor elk van die steekproeven. Je kan in de figuur hierboven rond de positie van iedere partij een ellips zien (klik op het plaatje voor een grotere versie). Deze ellipsen geven het gebied weer waar met 95%-zekerheid kunnen zeggen dat de partij daar staat. Hoewel deze simulatie waarschijnlijk niet geheel overeenkomt met de manier waarop de stellingen voor het Kieskompas zijn geselecteerd, geeft dit een indruk van de consistentie en zekerheid van de partijposities.

Omdat het Kieskompas om begrijpelijke redenen ‘maar’ dertig stellingen gebruikt, zal er altijd enige onzekerheid over de positie in de politieke ruimte bestaan. Middenpartijen zullen op sommige onderwerpen ‘links’ zijn en op andere ‘rechts’, waardoor de cirkel om de antwoorden van deze partijen relatief groot zal zijn. Als dit bij veel partijen het geval is, kun je je afvragen of je de antwoorden op de stellingen wel op één of twee schalen kunt plaatsen. Je kan zien dat de posities van sommige partijen in het Kieskompas weinig consistent en onzeker zijn:

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kieskompas I: Modellen van partijposities

Er is veel discussie over de betrouwbaarheid van het Kieskompas. In een drietal artikelen zullen wij deze betrouwbaarheid proberen te achterhalen. Vandaag deel één: hoe betrouwbaar is de plaatsing van de partijen in de ‘politieke ruimte’.

Ruimte van het Kieskompas

Andre Krouwel, de man achter het Kieskompas, klaagt dat de Stemwijzer ‘kiezers voorliegt’ over de standpunten van politieke partijen. Een van de grote voordelen van zijn stemwijzer is dat het Kieskompas heel transparant is over de standpunten van politieke partijen. Echter bij het interpreteren van de posities van politieke partijen in zijn Kieskompas is voorzichtigheid ook geboden.

Meteen bij het uitkomen van het Kieskompas was er zeer veel aandacht van partijen en opiniemakers over de plaatsing van partijen in de politieke ruimte (klik op het plaatje voor een grotere versie). Anja Meulenbelt spinde er heel druk op los: D66 was volgens haar maar een rechtse partij en ook GroenLinks was een aardig eind naar rechts verschoven, ten opzichte van de SP. De Dagelijkse Standaard vond dat de PVV wel heel links staat in dit Kieskompas, dichtbij de traditionele linke partijen. Ook de Trouw berichtte uitgebreid over de posities van partijen in het landschap. Echter de ruimte waarin de partijen geplaatst zijn, is niet gebaseerd op de partijposities, waardoor uitspraken de posities met een grote korrel zout genomen moet worden.

Achter het Kieskompas zit een ruimtelijke theorie van partijcompetitie: kiezers kiezen voor de partij, die het dichtst bij henzelf staat in een politieke ruimte. De verschillen tussen partijen kan in ruimtelijke termen begrepen worden: sommige partijen en kiezers zijn links, sommige partijen en kiezers zijn rechts. Rechtse kiezers stemmen volgens deze theorie op rechtse partijen. In het geval van het Kieskompas wordt zo’n ruimte opgebouwd uit allerlei stellingen waar partijen en kiezers in meer of mindere mate mee instemmen. Het centrale idee achter deze stellingen is dat deze met elkaar samenhangen. Je kan op basis van een antwoord op de ene stelling, het antwoord op een andere stelling voorspellen: iemand die voor hogere belastingen voor de rijken is, is er waarschijnlijk ook voor de kinderbijslag inkomensafhankelijk te maken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Iedereen kan schilderen, iedereen is journalist

De volgende tekst werd geschreven naar aanleiding van het congres Citizen Journalism, What’s Your Opinion?, dat door studenten van de minor Media Event Management van het domein Media, Creatie en Informatie van de Hogeschool van Amsterdam op 8 juni as. wordt georganiseerd. Van Aalten is docent Crossmedia aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit is de mening van Thomas van Aalten, niet die van de HvA of andere HvA-werknemers.

Iedereen is journalist. Met een paar handige tools en een grammetje webruimte lijkt het zo makkelijk. De situatie doet denken aan de opmars van piratenzenders in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Je kon nu zelf concurreren met Ferry Maat of Adam Curry! En al wie een stencilmachine en een Brother schrijfmachine in zijn schuur had staan, was zo de beduchte tegenstander van de Telegraaf. Voor je familie of voor je buren, dan.

Natuurlijk is niet iedereen een journalist. De journalist heeft in 2010 misschien zelfs een nog meer uitgebreid takenpakket (ondernemer, enabler, softwareprogrammeur, doet aan mash-ups en data analyse) dan pakweg 30 jaar geleden. Het is misschien wel moeilijker dan ooit om journalist van beroep te zijn. Nederland kent inmiddels talloze journalistieke opleidingen in het hoger onderwijs, er zijn zoveel mogelijkheden in het crossmediale spectrum. Je moet wel heel erg opvallen om je naam te vestigen.

Vorige Volgende