Onder leiding van de oud-burgemeester van Rotterdam Ivo Opstelten voert een team van het tv-programma TROS Regelrecht actie om al het internetverkeer in openbare bibliotheken te filteren. Zo willen ze helpen voorkomen dat kinderen geconfronteerd worden met porno of geweld. Veel mensen die in de uitzending werden geïnterviewd waren voor. De directeur van de Openbare Bibliotheek Amsterdam was echter niet te vermurwen. Hij staat op het standpunt dat openbare bibliotheken als publieke voorzieningen in principe een volledig vrije toegang tot internet moeten bieden. Filters werken bovendien niet goed en zijn gemakkelijk te omzeilen.
Overigens wordt er bij de pc’s in de OB Amsterdam wel gewaarschuwd tegen porno en er lopen toezichthouders die bij overlast kunnen ingrijpen. Maar de verantwoordelijkheid blijft bij de bibliotheekgebruiker. Of, in geval van kinderen, bij de ouders. Juist ouders blijken hier echter veel moeite mee te hebben. Een vertegenwoordigster van een oudercomité vond zelfs dat hier sprake was van het aanbieden van porno aan kinderen (wat wettelijk verboden is).
De actie van de TROS, die erg veel lijkt op soortgelijke acties tegen openbare bibliotheken in de Verenigde Staten, berust op een aantal misverstanden. De openbare bibliotheek is geen huishouden, school of bedrijf waar particuliere voorkeuren en overwegingen bepalen wat er wel en niet gezien of gelezen mag worden. De bibliotheek behoort vanuit haar publieke functie in principe geen voorkeuren te laten gelden. De openbare bibliotheek is bij uitstek het instituut dat in de samenleving een vrij verkeer van informatie moet garanderen. Het tweede misverstand betreft de aard van het internet. Waar je van boeken of andere media (ook van bijvoorbeeld tv-programma’s) nog kunt zeggen dat die worden aangeboden, gaat het bij het internet om toegang tot een netwerk dat vergelijkbaar is met dat van de telefoon. De ingreep die de TROS per petitie wil bewerkstelligen is vergelijkbaar met het afsluiten van bepaalde nummers uit een publieke telefooncel. Of met het dwingen van de postbode om bepaalde poststukken niet te bezorgen.