Wat is er tegen commerciële geo-engineering?

Het idee om de aarde te koelen door zonlicht te reflecteren is al oud. Er zijn in de loop van de tijd vele bezwaren tegen gerezen. Nu zijn er commerciële initiatieven voor zonnestralingsmodificatie (Solar Radiation Modification, of SRM). Er zijn nogal wat risico's bij de toepassing van deze technologie . In Silicon Valley is het al tientallen jaren normaal: bedrijven die enorme bedragen weten los te maken bij investeerders, zonder goed te weten hoe ze ooit winst kunnen maken. Die bedragen zijn de afgelopen jaren nog veel hoger geworden, sinds de hype rond AI werd aangewakkerd dankzij de zogenaamde Large Language Models. In de schaduw van dat miljarden-geweld opereert sinds kort het Amerikaans – Israëlische Stardust Solutions met eenzelfde bedrijfsmodel. Alleen houdt dit bedrijf zich niet bezig met computertechnologie, maar met zonnestralingsmodificatie (ofwel Solar Radiation Modification, of SRM; die afkorting zal ik in de rest van dit stuk gebruiken.) De website van dit bedrijf biedt veel beloftes, nog meer mistflarden en heel weinig concrete informatie. Wat hun technologie precies inhoudt blijft onduidelijk, net zoals wie de 25 wetenschappers, technici en academici zijn die hier achter zitten. Het Amerikaanse Make Sunsets heeft een ander bedrijfsmodel. Het vraagt donaties aan het publiek, om door middel van ballonnen zwaveldioxide in de stratosfeer te brengen. Daar vormt dat gas aerosolen, die zonnestraling reflecteren. Van alle slechte ideeën om de aarde af te koelen, zou dit wel eens het allerslechtste kunnen zijn. Ballonnen zijn een heel inefficiënte manier om zwaveldioxide naar de stratosfeer te vervoeren, veel minder efficiënt dan bijvoorbeeld raketten. Per ballon krijg je maar een klein beetje naar boven. Er is een hefgas als waterstof nodig om dat beetje zo hoog in de atmosfeer te brengen. Aardig wat gas, omdat er ook nog wat apparatuur mee naar boven gaat. Ik heb het niet nagerekend, maar ik vraag me af dat het afkoelende effect van dat beetje zwaveldioxide opweegt tegen de uitstoot die het gevolg is van de productie en het vervoer van de ballonnen, het hefgas en de apparatuur. Zeker omdat het zwavelaerosol binnen een jaar of wat alweer is verdwenen uit de stratosfeer, terwijl het effect van uitgestoten broeikasgassen dan nog eeuwen blijft duren. Waterstof, dat hier as hefgas wordt gebruikt, beïnvloedt ook nog eens verschillende chemische processen in de atmosfeer, en wordt wel eens een indirect broeikasgas genoemd vanwege de invloed daarvan op de temperatuur. Het remt onder meer de afbraak van het sterke broeikasgas methaan. Overigens opereert dit bedrijf nu op een schaal die je onbeduidend kunt noemen. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat het ze lukt om op te schalen tot iets met een meetbaar effect op het wereldklimaat. Drie jaar geleden trok Make Sunsets de aandacht van de Mexicaanse autoriteiten, toen het daar zonder overleg of zelfs maar aankondiging vooraf enkele kleine experimenten uitvoerde. Het was voor dat land aanleiding om alle experimenten met SRM te verbieden. De wetenschap huivert Het idee om de aarde te koelen door zonlicht te reflecteren is al oud. Het werd in de jaren ‘60, de tijd van het ongebreidelde techno-optimisme, al eens voorgesteld als mogelijke oplossing voor de opwarming van de aarde door onze uitstoot van broeikasgassen. Terwijl die opwarming zelf door wetenschappers nog pittig werd bediscussieerd. Met het voortschrijden van de wetenschappelijke kennis over het klimaat vormde zich de consensus over de opwarming, terwijl het vertrouwen – dat toch al niet zo groot was – in doelgerichte ingrepen zoals SRM juist helemaal verdween. Het middel werd erger geacht dan de kwaal, vanwege schadelijke neveneffecten en risico’s die eraan verbonden zijn. Dat we op dit moment geen SRM in moeten zetten is iets waar alle serieuze wetenschappers het over eens zijn. Dat er grote risico’s aan verbonden zijn staat ook niet ter discussie. De vraag is wel of je het bij voorbaat helemaal uit moet sluiten. En of dat aanleiding zou moeten zijn om ook onderzoek hiernaar, of op zijn minst experimenten in de atmosfeer, zou moeten verbieden. Daarover verschillen wetenschappers van mening. Kernpunten van de oproep voor een internationale overeenkomst voor een ban op SRM. Bron: Biermann et al. 2022. In 2022 ondertekende een groot aantal wetenschappers een oproep aan de internationale politiek voor een overeenkomst om SRM niet te gebruiken. Onder de ondertekenaars bekende namen uit de klimaatwetenschap, zoals Raymond Pierrehumbert en Michael Mann. Maar sinds enkele jaren is er ook een tegenbeweging. In 2023 ondertekende een grote groep wetenschappers een open brief die juist opriep tot serieus onderzoek naar de mogelijkheden van de technologie. De handtekening van James Hansen zal ongetwijfeld anderen over de streep hebben getrokken. Hansen heeft belangrijke bijdragen geleverd aan de klimaatwetenschap, en aan de bewustwording van onze invloed op het klimaat bij het publiek, de politiek en de journalistiek. Zijn belang wordt door geen serieuze klimaatwetenschapper ontkend, maar na zijn pensionering heeft Hansen regelmatig uitspraken gedaan die tot opgetrokken wenkbrauwen leidden in het vak. Dat geldt ook voor zijn standpunt over SRM. Dat ideeën hierover beginnen te verschuiven, ook zo hier en daar in de klimaatbeweging, is wel begrijpelijk. De temperatuurrecords van de afgelopen jaren waren allerminst geruststellend, en de ontwikkelingen in de wereldpolitiek zijn dat nog minder. Voor buitengewone problemen kunnen buitengewone oplossingen nodig zijn. Een aantrekkelijk punt van SRM wordt gevormd door de relatief lage kosten, zolang je je tenminste beperkt tot de directe kosten van de toepassing. Maar neem je ook de sociale kosten in beschouwing, dan blijft er weinig over van dat voordeel, volgens een artikel van afgelopen zomer. Dit vanwege de schadelijke neveneffecten en risico’s die eraan verbonden zijn. Ook al omdat de voorwaarden niet bestaan waaronder de technologie op een enigszins verantwoorde manier toegepast zou kunnen worden, en die ook in de toekomst heel onwaarschijnlijk zijn. Internationale politiek In een volkomen harmonische wereld, met politici die enkel en alleen het belang van ons allemaal voor ogen hebben, zouden de risico’s van SRM mogelijk beheersbaar zijn. Maar als we in zo’n wereld zouden leven, hadden we die technologie absoluut niet nodig gehad. Dan zouden we op koers liggen voor maximaal anderhalve graad opwarming, En er zouden ruimhartige vergoedingen zijn voor wie schade lijdt, beschikbaar gesteld door de grote veroorzakers. In die wereld leven we niet, en wie meent dat dat binnen afzienbare tijd anders zal zijn is wel een heel onverbeterlijke optimist. Bij een internationale conferentie over SRM in 2024 werd er over geen enkel punt overeenstemming bereikt. Kijken we naar de echte wereld, dan kan leidt toepassing van SRM onvermijdelijk tot conflicten. Waarschijnlijk zullen de meeste mensen er baat bij hebben, al zal de mate waarin sterk verschillen, maar er zullen ook verliezers zijn. En misschien ook wel landen, of bedrijven, of groepen personen die claimen dat ze verliezers zijn. Bewijs dat ondervonden schade het gevolg is van doelgericht ingrijpen in het klimaat zal in de praktijk vaak moeilijk te leveren zijn, of pas na lange tijd. Wie er winnen en verliezen is natuurlijk ook afhankelijk van hoeveel de aarde wordt afgekoeld. Ik denk dat ik niet uitgebreid hoef uit te leggen hoeveel mogelijke bronnen van conflict er zijn, en hoezeer die uit de hand zouden kunnen lopen. Er zou bijvoorbeeld een wedloop kunnen ontstaan tussen landen die het klimaat proberen te koelen, en anderen die tegenmaatregelen nemen. SRM is relatief eenvoudig en goedkoop maar dat geldt ook voor “counter-geoengineering”. Aerosoldeeltjes zouden snel weer verwijderd kunnen worden uit de stratosfeer, via stoffen die ze neutraliseren of samen laten klonteren. Terminatieschok Het allergrootste risico van SRM is ongetwijfeld de zogenaamde terminatieschok. Zijn we eenmaal begonnen met het koelen van het klimaat via aerosolen in de stratosfeer, dan zitten we daar eeuwen aan vast. De aerosolen moeten steeds aangevuld worden, omdat ze maar enkele jaren in de stratosfeer blijven. Gebeurt dat niet, dat verdwijnt het afkoelende effect en zal de temperatuur razendsnel stijgen. Aanpassing aan zo’n snelle stijging zal buitengewoon moeilijk zijn, zo niet onmogelijk. Politieke instabiliteit of wispelturigheid, of een economische crisis, kunnen op die manier uitlopen op een ongekende ramp. Het betekent ook dat controle over de technologie een enorme machtspositie op zal leveren. Zoveel macht in handen van enkele landen of bedrijven kan heel problematisch uitpakken. En, zoals gezegd, een betrouwbare en stabiele wereldregering die de regie hierover kan houden hebben we niet. Neveneffecten en risico’s Op wereldschaal kunnen maatregelen die extra zonlicht reflecteren de opwarming door onze uitstoot van broeikasgassen tegengaan. Maar dat houdt niet in dat daarmee alle gevolgen op regionale schaal worden gecompenseerd. Het initiële effect van extra broeikasgassen op de stralingsbalans is vrij gelijkmatig verdeeld over het aardoppervlak. Dat betekent niet dat de opwarming ook overal even sterk is, maar die verschillen ontstaan door terugkoppelingen en door de grote warmtecapaciteit van de oceaan. Bij SRM is het initiële effect ongelijkmatiger. Hoe meer zonlicht een regio ontvangt, hoe meer er wordt gereflecteerd en hoe groter het effect. Dit zorgt naar verwachting vooral in de tropen voor aanzienlijke veranderingen in weerpatronen, met onder meer een afname van neerslag tot gevolg in delen van Afrika en Zuid-Amerika. Delen van het mondiale zuiden zullen dus waarschijnlijk de verliezers zijn van grootschalig ingrijpen in het klimaat. Terwijl die juist weinig hebben bijgedragen hebben aan de opwarming. En deze landen zullen niet met hun vingers aan de knoppen zitten bij de toepassing van SRM. Want zo is de macht in de wereld niet verdeeld. De precieze gevolgen blijven wel onzeker. Dat heeft te maken met de interactie tussen temperatuurverschillen en stromingspatronen, waarbij heel kleine veranderingen grote gevolgen kunnen hebben: het vlindereffect. Een ander neveneffect van SRM is de invloed op de chemie in de stratosfeer, en daarmee op de ozonlaag. Ook dat is een complexe toestand, met aanzienlijke regionale en seizoensverschillen en aardig wat onzekerheid. In de tropen zou de ozonlaag dikker kunnen worden en in de poolgebieden juist dunner. Beide kunnen nadelige gevlogen hebben voor onze gezondheid. Het is bekend dat stratosferisch ozon een groot deel van de ultraviolette straling uit het zonlicht filtert. Teveel van die straling vergroot het risico op huidkanker, maar we hebben er wel een beetje van nodig om vitamine D aan te maken. We zijn nu eenmaal geëvolueerd in de wereld zoals die duizenden jaren was. Ons lichaam heeft zich dus ingesteld op de hoeveelheid UV-straling die we van nature ontvingen. Binnenlandse politiek Modificatie van het klimaat of het weer brengt ook politieke risico’s met zich mee. Regeringen die eraan meewerken zouden bijvoorbeeld verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor schade of slachtoffers van extreem weer. Of dat nu terecht zou zijn of niet. Vergelijk het met hoe politici verantwoordelijk gehouden voor alle ontwikkelingen in de binnenlandse economie, ook al hebben ze daar zeker niet de volledige controle over. Politici doen vaak beloftes over de economie, en dus worden ze daar ook op afgerekend. Dat zal niet anders zijn als ze zoiets beloven als een beter klimaat. Er is een vorm van SRM die op kleinere schaal en over kortere tijdsperiode werkt die regionaal of nationaal ingezet kan worden: Marine Cloud Brightening (MBC). Hierbij worden aerosolen niet in de stratosfeer gebracht, maar op enige hoogte in de troposfeer. Dat gebeurt door verneveld zeewater de lucht in te spuiten. Na verdamping van het water blijven minuscule zoutkristalletjes over, die kunnen fungeren als condensatiekern. Hierdoor kunnen wolken witter worden, en dus meer zonlicht reflecteren. Als er meer condensatiekernen zijn, wordt het water in de wolk verdeeld over meer, kleinere druppeltjes. Het totale druppeloppervlak dat zonlicht reflecteert neemt daardoor toe. Ook de levensduur van wolken kan verlengd worden, omdat het langer duurt tot de druppels groot genoeg zijn om uit te regenen. Deze aerosolen verdwijnen binnen enkele dagen weer uit de atmosfeer, dus de invloed is kort en in een beperkt gebied. Australië onderzoekt de mogelijkheden hiervan, inclusief experimenten, om het Groot Barrière Rif te beschermen tegen de gevolgen van opwarming. Of het kan werken is nog niet duidelijk, en ook over neveneffecten is nog veel onbekend. De geopolitieke complicaties zullen minder zijn wanneer Australië het alleen voor de eigen kust zal toepassen, en mogelijk alleen in het zomerseizoen. Maar of Nieuw-Zeeland, of kleine eilandstaten in de omgeving er helemaal niets van zullen merken durf ik niet met zekerheid te zeggen. Dat er onomkeerbare neveneffecten zullen zijn is wel onwaarschijnlijk. Valse hoop Het idee dat er een vrij “goedkope en eenvoudige” manier zou zijn om de opwarming te beperken zou tot een vals gevoel van veiligheid kunnen leiden. En daarmee tot minder steun voor ingrijpende hervormingen van de economie die nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen zo snel mogelijk af te bouwen. Ook al benadrukken pleitbezorgers van SRM nog zo nadrukkelijk dat dit niet de bedoeling is. Pleitbezorgers van technologie voor negatieve emissies stelden zich in het verleden hetzelfde op, maar inmiddels wordt er toch geconstateerd dat de ideeën daarover het gevoel van urgentie niet hebben geholpen. Dat iets technologisch zou kunnen, is absoluut geen garantie dat het ook gebeurt. Ook al omdat de problemen die samenhangen met nieuwe technologie nogal eens worden onderschat. In een ideale, harmonische wereld, waarin de geopolitiek volledig in dienst zou staan van het belang van de gehele mensheid, zou SRM te overwegen kunnen zijn als klimaatnoodrem. Als tijdelijke noodrem, terwijl ondertussen alles op alles wordt gezet om de uitstoot naar beneden te brengen en het teveel aan broeikasgassen weer uit de atmosfeer te halen. Maar als we in zo’n wereld zouden leven, zou die noodrem helemaal niet nodig zijn geweest. Die wereld zou bijna dertig jaar geleden al eensgezind zijn gaan werken aan de noodzakelijke transitie. We zouden dan veel verder zijn met het stoppen van de opwarming en dat andere CO₂-probleem: de verzuring van de oceanen. Dat er nu bedrijven ontstaan die SRM zien als mogelijkheid om geld te verdienen is verontrustend. Bedrijven zijn er niet om ingewikkelde ethische afwegingen te maken in het algemeen belang van de hele wereld. Ze dienen hun eigen, commerciële belangen, en dat is ze niet te verwijten. Zo hebben we de wereld nou eenmaal georganiseerd. Uiteindelijk zijn wij het die met zijn allen de grenzen moeten stellen, als kiezers, consumenten, wereldburgers. Dat Make Sunsets, dat draait op publieksdonaties, er in zal slagen het klimaat op een merkbare en meetbare manier af te koelen lijkt me onwaarschijnlijk. Het zou heel riskant zijn als dat wel gebeurt, omdat er geen enkele waarborg is voor continuïteit. Nemen de donaties af en komt het bedrijf daardoor in de problemen, dan zou een terminatieschok onvermijdelijk zijn. Make Sunsets lijkt vooral een soort aflaten te verkopen. Gebaseerd op een misleidend verhaal, omdat je het effect van broeikasgassen op lange termijn helemaal niet ongedaan maakt met een beetje zwaveldioxide in de stratosfeer. Je zou het een vorm van greenwashing kunnen noemen. Of de investeerders achter Stardust Solutions, dat andere bedrijf, ooit iets van hun geld terug gaan zien is natuurlijk ook heel onzeker. Het zou wel kunnen dat ze op een zeker moment rendement gaan eisen op hun investering. De vraag is of dat bedrijf dan zou kunnen weerstaan aan de verleiding om in zee te gaan met een land, of misschien zelfs met wat extreem rijke individuen, die geld neer willen tellen voor SRM. Heel waarschijnlijk lijkt het me niet; het lijkt ook eerder het scenario voor een James Bond film dan een toekomstige realiteit. Maar voor de zekerheid zouden we dit soort activiteiten toch maar beter kunnen verbieden. Zeker als commerciële activiteit. [overgenomen van Klimaatverandering]

Foto: Illustratie Sara Mertens, met toestemming auteur en illustrator

AI is vreselijk

ESSAY - Door Teun van Son (Universiteit Antwerpen)

Deze tekst zal ongetwijfeld in de databases van AI-modellen zoals ChatGPT, Gemini en DeepSeek belanden. Die modellen maken namelijk gebruik van zogenaamde ‘scrapers’: programmaatjes die het web afstruinen op zoek naar data voor hun meesters. Die scrapers nemen data die vrij beschikbaar is – denk aan Wikipedia-pagina’s, sociale mediaposts, en blogposts – en gebruiken deze data voor commerciële doeleinden. AI-scrapers zijn maar nauwelijks tegen te houden; aan toestemming vragen doen ze niet. Ook deze tekst zal dus de ChatGPTs van deze wereld voeden. Hoe moet ik me daarbij voelen?

Door de gootsteen 

Laten we beginnen bij het meest voor de hand liggende euvel van generatieve AI (‘genAI’): het is enorm verkwistend. Een prompt in ChatGPT kost gemiddeld 10 keer zo veel energie als een zoekopdracht via Google. Dit zal de komende jaren alleen maar erger worden. Het genereren van een e-mail van 100 woorden door GPT-4 kost meer dan een halve liter water. De populaire beeldspraak dat deze diensten ‘in de cloud’ zouden leven, verhult de keiharde materiële werkelijkheid: genAI draait op datacenters, en die datacenters slurpen water en energie.

Google, een van de grootste spelers in het miljardenspel van genAI, beloofde in 2019 om zijn uitstoot tegen 2030 terug te dringen tot netto 0. Maar tussen 2019 en 2024 is Googles uitstoot niet gedaald; ze is gestegen met maar liefst 48%. De hoofdschuldige? Datacenters. GenAI is nu al verantwoordelijk voor 11% tot 20% van al het stroomgebruik van datacenters.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Illustratie Marc van Oostendorp

Taal en tanks

COLUMN - Als je je afvraagt of de bezuinigingen op het hoger onderwijs van ruim 1 miljard en de extra 5 miljard die naar het leger gaan iets met elkaar te maken hebben, lees dan het nieuwe advies van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI), de raad waarvan de huidige OCW-minister, Eppo Bruins, tot voor kort voorzitter was.

De raad adviseert de universiteiten gebruik te maken van het groeiende financiële potentieel bij Defensie. Daar wil men het vrijkomende geld vast voor een deel besteden aan onderzoek. Door daar aan te kloppen kunnen de dramatische tekorten die bij universiteiten aan het ontstaan zijn worden gecompenseerd. Omgekeerd wijst de Adviesraad het ministerie van Defensie erop, dat het niet alleen gaat om de ontwikkeling van nieuw materieel, maar ook om “kennis omtrent logistiek (digitale) infrastructuur, cybersecurity, gedrag, energie, cultuurwetenschappen en media- en communicatiestudies.” Als er op de universiteiten geen Arabisch meer gegeven wordt, is er bij Defensie allicht nog emplooi voor.

Propagandatechnieken

Het rapport haakt slim in op een al langer bestaande ontwikkeling: dat wetenschap zich moet laten leiden door maatschappelijke vraagstukken (in plaats van zelf een diagnose te stellen van wat nodig is):

Eerder adviseerde de AWTI hbo/wo-instellingen al om zich meer te richten op de maatschappelijke vraag/verwachting. Daarnaast zal de verwachting die de maatschappij van hbo/wo-instellingen heeft, veranderen met toenemende dreigingen en de urgentie om ons land en onze samenleving te beschermen.

Foto: Afbeelding Ari He via Unsplash.

Kunnen we algoritmes maken die niet uitsluiten?

COLUMN - van Rosa van den Dool.

Met het toeslagenschandaal werd nogmaals duidelijk dat data en datatechnologieën niet neutraal zijn en kunnen discrimineren, net als mensen. Hoe kunnen we dit soort data-onrechtvaardigheid de das omdoen?

De Nederlandse overheid verzamelt grote hoeveelheden privacygevoelige data van en over burgers. Wat er vervolgens met deze gegevens gebeurt is niet altijd zichtbaar, maar kan wel grote impact hebben op ons levenWanneer ik inlog op de website van de Belastingdienst om belastingaangifte te doen, schrik ik van de hoeveelheid informatie die over mij in het systeem staat: de overheid weet beter wat ik dit jaar heb verdiend dan ikzelf.

Algoritmen helpen overheidsinstanties omgaan met de oneindige stroom aan binnenkomende data. Deze computerprogramma’s bepalen vervolgens op basis van jouw gegevens of jij bijvoorbeeld in aanmerking komt voor een steekproef, waarmee ze checken of je wel genoeg belasting betaalt of wel recht hebt op huurtoeslag. Heel efficiënt, maar hieraan kleeft ook een keerzijde: algoritmes die gebruikt worden om informatie te sorteren en verwerken zijn niet neutraal en kunnen discrimineren. Of jij dus wordt uitgekozen voor een steekproef, kan zomaar worden bepaald op basis van je naam of de buurt waarin je woont.

Discriminerende technologie

Cultuur- en mediawetenschapper dr. Gerwin van Schie (UU) onderzoekt hoe het gebruik van data en algoritmen kan leiden tot discriminatie en onrechtvaardigheid in Nederland. “Als je wordt geboren in Nederland, melden je ouders je aan bij de gemeente en komen je gegevens terecht in de databases van de overheid. Je leeftijd wordt geregistreerd, maar bijvoorbeeld ook je geboorteland én het geboorteland van je ouders.”

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sander Weeteling on Unsplash

“Voor mij zijn technologische oplossingen een last resort”

INTERVIEW - door Laura Mol

Al eeuwenlang proberen we het land met dijken, molens en deltawerken te beschermen tegen het water. Maar er loert ook een ander gevaar. Het grondwaterpeil is te laag en natuurwater is vervuild. Hoe voorkomen we een watercrisis?

Het lijkt misschien een beetje gek om na een natte herfst stil te staan bij de waterproblemen die we in Nederland hebben. Toch is het volgens experts twee voor twaalf. We hebben steeds meer last van lange droge periodes waardoor er een tekort aan regenwater dreigt. Bovendien is het Nederlandse water sterk vervuild. Volgens hydroloog dr. Niko Wanders (UU) moeten we aan droogte werken als het nat is. We spreken hem in aanloop naar het Science Café over water op 24 mei én omdat hij recent een grote beurs ontving voor zijn onderzoek naar meerjarige droogte.

Niko, gefeliciteerd met het binnenhalen van je beurs. Waarom is dit project zo belangrijk?

“Sinds 2018 hebben we, met uitzondering van 2021, bijzonder droge zomers gehad. Dat is natuurlijk zorgwekkend. Wij willen uitzoeken wat de impact is van meerdere droge jaren achter elkaar, wat dat doet met de natuur en het grondwater. Daarnaast willen we in kaart brengen hoe ons eigen watergebruik daar invloed op heeft.”

Experts spreken van meerdere watercrises. Er is droogte, maar we hebben ook te maken met sterk vervuild water, door het gebruik van pesticiden bijvoorbeeld. Is er een verband tussen droogte en waterkwaliteit?

“Tot op zekere hoogte wel. Als het in een bepaald gebied te droog is, wordt de concentratie slechte stoffen hoger en dus nog schadelijker voor de natuur. Er is tegenwoordig ook veel discussie over het grondwaterpeil. Dat hebben we historisch gezien altijd laag gehouden, omdat we droge grond beschikbaar willen houden voor de landbouw. Maar het zorgt er ook voor dat regenwater in natuurgebieden snel wegstroomt, omdat het grondwater in het gebied eromheen laag is. Water stroomt nu eenmaal van hoog naar laag. En dus worden natuurgebieden droger.”

Droogte wordt ook wel een onzichtbaar probleem genoemd. Waarom?

“Dat komt omdat het merendeel van ons water in de grond zit. En dát is het water dat we in ons dagelijks leven gebruiken. Om te drinken, om akkers mee te besproeien, of om van alles mee te produceren. Het zichtbare water in rivieren en sloten gebruiken we bijna niet. Wanneer de waterreserves opraken, het grondwater zakt of wanneer water verontreinigd is, dan zien we dat niet. Droogte komt heel langzaam, als je het eenmaal doorhebt, dan is het al veel te laat.”

Voelen beleidsmakers en politici dat er iets moet gebeuren?

“Het besef begint te komen. Het kost veel tijd om maatregelen te implementeren, maar het moet veel sneller. Ik moet wel zeggen dat er in 2022 minder problemen waren dan in 2018, terwijl het neerslagtekort even groot was. Dus de maatregelen die toen genomen zijn, hebben enig effect. Maar de veranderingen moeten structureel zijn. Het grondwaterpeil moet omhoog. Dat betekent vernatting van veen- en weidegebied. Vroeger dachten we dat alles maakbaar was, nu moeten we meebewegen met de natuur. Dat betekent soms natuurgebied of landbouwgrond opgeven en sloten dempen. We moeten minder gericht zijn op het afvoeren van water, en er alles aan doen om het vast te houden.”

Zijn er technologische oplossingen die een uitweg kunnen bieden, bijvoorbeeld het ontzilten van zeewater dat we als drinkwater kunnen gebruiken?

“Voor mij zijn technologische oplossingen een last resort. Dat doe je alleen als je alle andere oplossingen al hebt geprobeerd. Het ontzilten van zeewater is bovendien helemaal niet duurzaam. Het kost heel veel energie, stoot CO2 uit, en is hartstikke duur.”

Wat kunnen wij zelf betekenen in de watercrisis?

“We moeten met z’n allen minder water gaan gebruiken. Alleen dan kunnen we voorkomen dat er drastische maatregelen moeten worden genomen. Maar dat gaat niet vanzelf. Ik zou ervoor willen pleiten om een prijskaartje te hangen aan overmatig watergebruik. Begrijp me niet verkeerd, schoon drinkwater is noodzakelijk voor ieder huishouden en het is ook belangrijk dat het betaalbaar blijft. Volgens de WHO is er per huishouden 50 tot 100 liter water nodig. Nou, laten we in Nederland een maximum van 120 liter aanhouden. We zouden ervoor kunnen kiezen dat je voor iedere liter meer een hoger tarief betaalt. Er zou ook wetgeving kunnen komen die ons verplicht om regenwater van het dak op te vangen. Zo’n wet hebben ze in België. Schoon water is schaars en daar mogen we met z’n allen best weleens wat vaker bij stilstaan.”

Kunst op Zondag kijkt door David Hockney’s Eye

VERSLAG - Na de grote Hockney-tentoonstelling in het Van Gogh Museum (2019) is er nu Hockney’s Eye in Haarlem. Voor Kunst op Zondag bezocht ik het Teylers Museum, een natuurwetenschappelijk en kunsthistorisch laboratorium. De Britse kunstenaar David Hockney is al heel lang gefascineerd door technische uitvindingen en het gebruik ervan door kunstenaars. In het Teylers Museum krijg je verschillende natuurwetenschappelijke objecten te zien in dialoog met bekende schilders en hun werk. Bekijk de wereld eens door Hockney’s Eye.

David Hockney Hockney's Eye collage © foto Wilma_Lankhorst

Hockney’s Eye sfeerbeelden © foto Wilma Lankhorst.

Het tweed jasje van Hockney

In de etalage van het museum zie ik een stoel staan waar het geruite tweed jasje aanhangt dat Hockney draagt op zijn meest recente zelfportret (2022) met kwast en sigaret. De Engelse kunstenaar David Hockney (1937) is een van de bekendste kunstenaars van dit moment. In de tentoonstelling Hockney’s Eye zijn werken van hem te zien in directe dialoog met tekeningen, schilderijen en natuurwetenschappelijke objecten. Maak kennis met Hockney’s theorieën over perspectief en het gebruik van optische hulpmiddelen. Ik ga ontdekken hoe Hockney hiermee experimenteert. In de expositie kijk je door zijn ogen naar het werk van oude meesters.

David Hockney Hockney's Eye de kunstenaar geeft uitleg over perspectief (still) © foto Wilma_Lankhorst

David Hockney geeft uitleg over perspectief (still) © foto Wilma Lankhorst.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Tobias Begemann (cc)

Wat je van dieren imiteren kan

Wat hebben de sluipwesp, wolf, boomkikker en termiet met elkaar gemeen? Meer dan je denkt! Steeds meer technologieën voor de mens worden namelijk geïnspireerd door het dierenrijk. Hoe leer je van de natuur?

Kijk! Een boomkikker. Daar aan het plafond. Hoe blijft het zo zitten op dat gladde oppervlak? Je zou denken dat het dier eraf glijden zou, maar dat is niet waar. Ze zullen een soort verfijnd systeem in hun vingers hebben, dat ze grip geeft zonder zich vast te klampen. Het verwondert en inspireert. Kun je dat systeem niet toepassen op een nieuwe uitvinding? Daarvoor duiken we in de wondere wereld van biomimicry.

Imiteren van de natuur

Biomimicry (biomimetica in het Nederlands) betekent letterlijk het imiteren van biologische ideeën om menselijke toepassingen uit te vinden, ze te verbeteren en duurzamer te maken. Zo laat biomimetica-onderzoeker dr. Dimitra Dodou van de TU Delft zich inspireren door dieren om nieuwe medische hulpmiddelen te ontwerpen. Gebiologeerd keek ze ooit naar de sluipwesp. Deze wesp plaatst haar eitjes met een zogenaamde legboor onder de huid van een slachtoffer. Zo’n legboor is ongekend flexibel en kan een grote hoek maken zonder ergens af te breken. Dat is interessant voor chirurgen. Bij kijkoperaties willen zij namelijk zoveel mogelijk onderhuidse ruimte kunnen ontdekken met een enkele prik door het oppervlak. Dodou en haar team onderzochten, imiteerden, testten en verbeterden de legboortechnologie van de wesp. Het resultaat: een ultradunne, stuurbare naald, die bijna niet te breken is.

Foto: wbeem (cc)

Ook in een digitale wereld kunnen we autonoom zijn

Hoe vrij zijn we in een wereld die wordt geregeerd door data en algoritmes? Is onze autonomie uit handen geven onvermijdelijk? Of kunnen we zelf, als individu, nog iets doen om onze autonomie te behouden?

“Hoe heb je afgelopen nacht geslapen?” Het is een vraag die je tegenwoordig kan beantwoorden door naar je smartwatch te kijken. In gesprek met essayisten Bas Heijne en Miriam Rasch legt filosoof Joel Anderson uit dat zijn smartwatch meer weet over zijn nachtrust dan hijzelf. Op het apparaat draaien apps die het zuurstofgehalte in zijn bloed meten en zijn slaapcyclus monitoren. Met die data is de vraag exacter te beantwoorden. Waarom zou je zulke vondsten niet gebruiken om je leven beter te maken? De mens heeft altijd hulpmiddelen nodig gehad om te overleven, en dat is nu niet anders, betoogt Anderson.

Waar Anderson optimistischer tegenover technologie staat, neigt Heijne meer naar tech-pessimisme. In 2006 was de Time person of the year: You, omdat de digitalisering de macht zou leggen bij het individu. Heijne constateert nu dat die belofte niet is uitgekomen. Het is eerder omgekeerd, het individu wordt beheerst door grote bedrijven die geld verdienen met de datastromen die we produceren. Deze twee standpunten laten zien hoe ingewikkeld het is om individuele autonomie in de digitale wereld te begrijpen. Kiezen we er zelf voor omdat het ons leven makkelijker maakt, of zijn we marionetten van Facebook, Amazon, Google en dat soort bedrijven? Wat kunnen we doen om onze autonomie online te verstevigen?

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sleestak (cc)

Reality? Het is de schuld van fiction

Waarom denken sommige mensen dat achter de werkelijkheid de meest fantastische surrealiteit schuilt? Dat, hooggeëerd publiek, is de schuld van fictie.

Ik kwam op dat idee toen uit het stof van Sargasso’s archief een rubriek opdwarrelde, die precies tien jaar geleden ophield te bestaan. Woensdag 31 augustus 2011 stopte Victor (a.k.a.pokeythecat) met de Wondere Woensdagmiddag, een wekelijkse rubriek “met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland”.

De serie begon in 2007 met een stukje over “een idee dat dusdanig bizar was dat het tot dan toe alleen in SF-werk voorkwam”. En “de relatie tussen wetenschap en science fiction”, schreef Victor, “bleef niet alleen hem, maar veel uitvinders en onderzoekers fascineren”.

Voilà! Zowel voor- als tegenstanders van wetenschap zouden kunnen denken: ‘zie je wel, science is fiction’. De voorstanders menen dat uit fantasie een betere wereld kan worden geschapen. De tegenstanders zien er monsterachtige uitvindingen in, die van de mens roboteske zombies maken.
Om maar wat te noemen: Van Jules Verne naar de hedendaagse realiteit was al een kleine stap, van nu naar een Stars Wars-achtige toekomst is dichterbij dan we willen weten.

De bewijzen? In tachtig dagen de wereld rond met trein en stoomboot? Achterhaald! Het kan tegenwoordig in 56 dagen met de trein. Maar, teleurstelling, de aanbieder speelt vals. Het laatste stukje gaat per vliegtuig!

Foto: Brecht Bug (cc)

Mary Shelley’s Frankenstein laat ons nadenken over de wereld van nu

Het gruwelijke verhaal van monster van Frankenstein kent iedereen. Toch valt er meer te lezen in de klassieke horrorroman dan alleen een griezelverhaal. Frankenstein geeft een waarschuwing af over de kracht van technologie, kan gezien worden als feministische kritiek én laat ons op een andere manier naar onze eigen samenleving kijken.

Frankenstein kennen we als het beroemde verhaal van een gekke geleerde die een levend monster schept uit overgebleven lichaamsdelen. Het boek van Mary Shelley liet het publiek voor het eerst kennis maken met de mogelijkheden van technologie en sprak mede daarom enorm tot de verbeelding. Nu, ruim 200 jaar later, is Frankenstein nog steeds een icoon in popcultuur. In de serie Cover to Cover vertelt mediawetenschapper dr. Dan Hassler-Forest (UU) hoe je het ook boek met een feministische blik kunt lezen. Wat is de rol van de vrouw in de samenleving? En hoe houdt science fiction genderstereotypen in stand? Wat is de relatie tussen mens en technologie? De bestseller is een product van de tijd waarin het geschreven is, maar behandelt vraagstukken die ook nu relevant zijn.

Product van de tijd

Mary Shelley was pas 18 jaar toen ze Frankenstein schreef. Wat begon als een verhalenwedstrijd op een stormachtige avond, groeide uit tot een horrorklassieker én markeerde het begin van het science fiction genre. Wie cultuurproducten dieper analyseert, ziet dat ze vaak onderliggende verhoudingen in de samenleving weerspiegelen én de manier waarop we naar de wereld kijken vormen. Volgens Hassler-Forest is Frankenstein zo veel meer dan een griezelverhaal. Het is een belangrijk tegengeluid in een wereld gedomineerd door mannen en hun liefde voor technologie en controle. “De onverantwoordelijke wetenschapper maakt een wezen waarvan hij niet zo goed wist wat het was en waar geen plek voor was in de wereld van toen.” legt hij uit. Mary Shelley, een uitgesproken feminist in haar tijd, verwoordt hiermee de frustratie over het feit dat zij als vrouw geen plek had in de samenleving. Daarnaast is het boek een reflectie van de tijd waarin zij leefde. Frankenstein komt uit in 1818, een roerig jaar want het was het begin van de industriële revolutie. Technologie kreeg een steeds grotere rol in de samenleving en Mary Shelley beschrijft de verwarring, onzekerheid maar ook verwondering die hoorden bij die verschuiving. Het verhaal biedt een kijkje in de toekomst van technologie en dat slaat direct aan. Frankenstein groeit uit tot een bestseller waarvan de invloed en symboliek zelfs vandaag nog merkbaar is.

Volgende