Potjomkindorp Sotsji
Mijn vrouw was vorige week in Sotsji. U weet wel, die badplaats zonder riolering waar je in je eigen poep zwemt. Dat proletenhol waar Natasja’s de hele nacht karaoke zingen aan het kiezelstrand. Die stad waar de service zo slecht is dat je er niet gewend aan raakt. Dat Sotsji dus.
Sotsji heeft in een vlaag van verstandsverbijstering de Olympische Winterspelen gekregen van het IOC. U weet wel, dat bejaardencomité dat zich graag laat fêteren. Dat stelletjes sportbobo’s dat grof geld heeft gevangen in ruil voor een stem. Dat comité waarvan die “judas” lid is.
Sindsdien hebben ze het in Sotsji hoog in de bol gekregen. Prijzen schieten omhoog, managers en bedienden halen hun neus op voor hun klanten. Want Sotsji is een Olympische stad. Lekker puh!
Mijn vrouw kreeg een klein beetje te horen hoe dat smerige proletenhol dat voor elkaar had gekregen. Speciale maatregelen waren getroffen voor de komst van de evaluatiecommissie. Alle inwoners hadden het vriendelijke doch dringende verzoek gekregen de stad te verlaten of toch in elk geval binnen te blijven. Sotsji beschikt immers over de ergste files van Rusland, Moskou uitgezonderd.
Bij aankomst op de gloednieuwe luchthaven was een ander Potjomkindorp gebouwd. Kinderen en studenten waren opgetrommeld als figuranten, om de rol van toerist te spelen. Zo gaven ze de bezoekende IOC-leden de indruk van een functionerende luchthaven. In werkelijkheid wordt de nieuwe terminal ruim een jaar later slechts gebruikt door twee mensen: ene V.V. Poetin en D.A. Medvedev.