Einde aan demissionaire dubbele petten

Vandaag kunnen zeven bewindslieden van kabinet Rutte IV eindelijk hun dubbele petten aan de kapstok hangen. De zeven bewindslieden werden 6 december 2023 beëdigd als lid van de Tweede Kamer. Volgens artikel 57 van de Grondwet mag een Kamerlid niet tegelijkertijd bewindspersoon zijn. Uitzondering: demissionaire bewindslieden. In een 12 juni jl. uitgebracht rapport ziet het ‘Adviescollege inzake de werking van artikel 57 van de Grondwet’ een mogelijkheid ook aan die uitzondering een eind te maken. [1] De aanleiding om een adviescollege op te tuigen was een kwestie tijdens het demissionaire kabinet Rutte III. Wegens leegloop van het kabinet werden de Tweede Kamerleden Steven van Weyenberg, Dennis Wiersma en Dilan Yesilgöz-Zegerius benoemd tot staatssecretaris en behielden aanvankelijk hun Kamerlidmaatschap. Dubbele pet kan niet / kan wel Staatsrechtdeskundigen Bert van den Braak en Wim Voermans waren stellig [2]: Op grond van de wetgeschiedenis van artikel 57 van de Grondwet is er reden om de verenigbaarheid niet alleen te betwisten, maar zelfs strijdig met de Grondwet te noemen. De Raad van State zag dat anders [3]. De benoeming was volgens de Raad van State “zonder meer in overeenstemming is met artikel 57 van de Grondwet”. De Raad vond ook dat “de gang van zaken uit grondwettelijk oogpunt ongelukkig is. De grondwettelijke complicaties van de recente benoemingen lijken niet tijdig en niet voldoende grondig te zijn onderkend”. Premier Rutte vond dat een benoeming in een demissionair kabinet automatisch betekende dat de benoemde bewindspersonen als vanzelfsprekend demissionair zijn. In de Tweede Kamer bleek dat artikel 57 van de grondwet voor verschillende interpretaties vatbaar was. De staatssecretarissen Van Weyenberg,  Wiersma en Yesilgöz-Zegerius zeiden hun Kamerlidmaatschap op. Alles bij elkaar reden om deskundigen de zaak nader onder de loep te laten nemen. Op 28 april 2023 ging het ‘Adviescollege inzake de werking van artikel 57 van de Grondwet’ aan de slag. Wat is het probleem? Het adviescollege sprak onder andere met zeven ‘ ervaringsdeskundigen’ (personen die de ambten van demissionair bewindspersoon en Kamerlid in de praktijk hebben gecombineerd). Zij hebben die status “op momenten als conflicterend hebben ervaren, bijvoorbeeld wanneer men als Kamerlid (bijvoorbeeld via stemmingen) een standpunt innam over het beleid van het kabinet of over een collega-bewindspersoon”. [4] Op verzoek van  het adviescollege heeft de griffie van de Tweede Kamer onderzocht “in hoeverre demissionaire bewindslieden die tevens als Kamerlid zijn gekozen hebben deelgenomen aan vergaderingen en stemmingen in de Tweede Kamer”. [5] De resultaten zijn in het bezit van het adviescollege, maar zijn niet  het rapport gepubliceerd. Wij hebben ze opgevraagd (zie hieronder kabinetten Rutte II en III) en aangevuld met Sargasso's  onderzoek naar kabinet Rutte IV. Tabel 1 Als Kamerlid bijgedragen aan plenaire vergaderingen Tabel 2 Deelname hoofdelijke stemmingen De griffie wees er overigens nog op dat bij alle ‘stemmingen met handopsteken’ (fractiegewijs, dus niet hoofdelijk) de fictie van aanwezigheid geldt: een Kamerlid kan afwezig zijn bij de stemming, maar wordt wel altijd meegeteld in de uitslag van de stemming. Het adviescollege rapporteerde ook dat zij “heeft waargenomen dat zich in de op het moment van afronding van deze tekst op 15 mei 2024 nog lopende formatieperiode na de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 reeds meerdere situaties hebben voorgedaan waarin het combineren van de ambten van demissionair bewindspersoon en Kamerlid conflicteert, wanneer uitingen of stemgedrag als Kamerlid ingaan tegen het kabinetsbeleid of zelfs het eigen optreden als demissionair bewindspersoon”. [6] Concrete voorbeelden vermeld het adviescollege niet, maat te denken valt natuurlijk aan de beruchte manoeuvre van minister van Justitie Dilan Yesilgöz-Zegerius, die als Kamerlid een motie indiende om de door beide Kamers aangenomen Spreidingswet tegen te houden. Een andere voorbeeld: Minister Van der Wal die als Kamerlid tegen de Europese natuurherstelwet stemde bij een hoofdelijke stemming. [7] Negatieve gevolgen voor functioneren van de Kamer Het adviescollege merkt ook op dat Kamerleden met een dubbelfunctie "in de praktijk vrijwel geen Kamerwerk verrichten, waardoor al het werk komt te rusten op de schouders van de fractiegenoten. Dit heeft negatieve gevolgen voor het functioneren van de Kamer als geheel, die gedurende deze periode feitelijk uit minder dan 150 actieve leden bestaat”. Onderstaande tabel geeft weer hoe vaak de laatste zeven demissionaire bewindslieden als Kamerlid zijn genoteerd als zijnde aanwezig. Kanttekening: het wil niet zeggen dat ze ook voor de duur van de gehele vergadering in de plenaire zaal zitten. Kamerleden melden zich zelf present, zodat vastgesteld kan worden of het vereiste quorum van 76 leden aanwezig is. [8] Tabel 3 Presentie demissionaire bewindslieden bij plenaire vergaderingen Alle genoemde nadelen van dubbelfuncties “worden zwaarder gevoeld naarmate formaties langer duren en gedurende demissionaire periodes van een kabinet steeds minder onderwerpen controversieel worden verklaard”. [9] En dat is na de laatste drie verkiezingen ook het geval geweest. Tabel 4 Demissionaire periode (in dagen) na installatie nieuwe Tweede Kamer Gerommel in de vergaderzaal Los van alle hierboven genoemde nadelen van demissionaire dubbelfuncties, leidde het bij de plenaire vergaderingen soms tot wat onhandige of rommelige momenten. Een paar voorbeelden: 14 februari: Kamerlid Omtzigt spreekt Kamerlid Jetten aan op ministeriële brieven. [10] 22 mei: De voorzitter vraagt Kamerlid Vijlbrief (tevens staatssecretaris) om bij twee agendapunten in vak K plaats te nemen, omdat die punten aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de regering vereisen. [11] 4 juni: Ook minister Paul wordt verzocht een andere positie in te nemen in de vergaderzaal, om als Kamerlid aan een stemming deel te nemen. [12] Oplossing: tijdelijke vervanging Naar voorbeeld van de reeds bestaande regelingen voor tijdelijke vervanging bij ziekte of zwangerschap, stelt het adviescollege ook een dergelijke regeling voor om demissionaire bewindslieden die bij verkiezingen tot Kamerlid zijn gekozen, de gelegenheid te geven hun bewindsfunctie rustig uit te dienen zonder hun Kamerzetel kwijt te raken. [13] Het adviescollege wil geen verplichte vervangingsregeling: “Hiermee sluiten we aan bij de vervangingsregelingen voor zwangerschap, bevalling en ziekte, waar vervanging ook vrijwillig geschiedt.” Van fractievoorzitters kan worden verwacht dat ze geen gebruik maken van de vervangingsmogelijkheid, omdat ze “in de regel de formatieonderhandelingen namens hun fractie voeren en als Kamerlid het woord voeren in de debatten over de formatie” Met name Kamerleden (niet-fractievoorzitters) zouden gebruik moeten maken van een vervangingsregeling. Niet alleen om rolvermenging te voorkomen, maar ook omdat  zod9ende “de Kamer tijdens de formatie zoveel mogelijk op volle sterkte kan functioneren”. Het adviescollege ziet er ook een voordeel in voor kleinere fracties (steeds vaker deel van coalities): Voor leden van kleinere fracties komt daar in de derde plaats nog bij dat Kamerleden door zich te laten vervangen problematische situaties kunnen voorkomen, die kunnen ontstaan wanneer te weinig Kamerleden overblijven om het werk van een Kamerlid met dubbelfunctie als demissionair bewindspersoon naar behoren over te kunnen nemen. Tot slot Jammer dar het adviescollege voor een vrijwillige regeling pleit. Alleen al om het simpele feit dat in alle omstandigheden uitgesloten moet worden dat Kamerleden zichzelf gaan controleren omdat ze ook bewindspersoon zijn, zou het een vaststaande regel moeten zijn om die functies uit elkaar te houden. Dus ook in demissionaire tijden. Het ziet er verder niet naar uit dat een wijziging van het grondwetsartikel 57 nog voor de eerstvolgende verkiezingen gereed zal zijn. De procedure voor grondwetswijzigingen maakt dat nu eenmaal niet mogelijk. [14] Dat zou tussentijdse verkiezingen betekenen en dat zullen de komende  coalitiepartners niet willen. Misschien zijn aanpassingen van de Kieswet en/of het Reglement van orde van de Tweede kamer voldoende om een eind te maken aan dubbele petten in ’s lands volksvertegenwoordiging. Noten: [1] Rapport ‘Demissionaire dubbelrol? De (on)verenigbaarheid van het lidmaatschap van Kamer en kabinet’, 12 juni 2024. [2] Montesquieu Instituut - Betoog van Prof. dr. Bert van den Braak, bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel, Universiteit Maastricht en Prof. dr. Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht, Universiteit Leiden [3] Raad van State, samenvatting 1 september 2021 [4] Rapport,  Samenvatting pag. 11 [5] Rapport, hoofdstuk 1.4., pag. 34, 35. [6]Rapport,  Hoofdstuk 4.2. pag. 55 [7] Plenaire vergadering 13 december 2023, motie voorgesteld door de leden Yeşilgöz-Zegerius, Wilders, Van der Plas en Omtzigt, doet een beroep op het kabinet en de Eerste Kamer om voor de duur van de formatie een pas op de plaats te maken met het wetsvoorstel "spreidingswet". De motie werd aangehouden en kwam 14 december 2023 in gewijzigde vorm in stemming en werd met handopsteken aangenomen. VVD stemde voor. Plenaire vergadering 5 maart 2024, Minister Van der Wal spreekt zich als Kamerlid uit tegen natuurherstelwet (hoofdelijke stemming) [8] Parlement.com Quorum [9] Rapport,  Samenvatting pag. 11 [10] In de plenaire vergadering van 14 februari 2024 ging dat zo: De heer Omtzigt (NSC): Ik zou de heer Jetten willen vragen zijn eigen brieven te lezen. In de brieven van minister Van Weyenberg … De heer Jetten (D66): Punt van orde! De voorzitter: Neeneenee, de heer Omtzigt heeft het woord. We gaan even naar de heer Omtzigt luisteren. U kunt daarna uw punt van orde maken. Oké, kort dan. De heer Jetten (D66): Een persoonlijk feit. Ik heb geen brief gestuurd aan de informatietafel. De informatietafel heeft ambtelijke inventarisaties gekregen waar de verantwoordelijke minister van het departement, dus de "minister van", een handtekening onder heeft gezet, omdat het verstuurd is. We gaan hier niet de indruk wekken dat ik, mevrouw Yeşilgöz of een andere minister verantwoordelijk was voor de inhoud van die brieven. Ik ben er klaar mee! (Geroffel op de bankjes) De heer Omtzigt (NSC): De handtekening van de minister stond eronder, maar daar gaan we een andere keer over verder. [11] Uit verslag plenaire vergadering 22 mei 2024: De voorzitter: We hebben de heer Vijlbrief gevraagd om straks even een dramatische overgang te maken naar vak K bij de agendapunten 2 en 3, want dan moet er toch iemand van het kabinet zitten. Dat is niet nodig bij agendapunt 1. Straks gaan we even waarnemen hoe hij de Rubicon zal oversteken. Vlak voor de laatste stemmingen van de vergadering herinnert de voorzitter hem: Ik vraag de heer Vijlbrief of hij zo goed wil zijn om te verhuizen naar vak K [12] Plenair verslag 4 juni  Voorzitter: Ik verzoek mevrouw Paul om even plaats te nemen in de zaal, zodat zij haar stem als Kamerlid kan uitbrengen. Een pikant staatsrechtelijk moment! [13] Rapport, Bijlage 2 – Conceptvervangingsregeling, pag. 70, 71 Hoofdstuk 4. Vervangingsregeling voor Kamerleden die tevens demissionair bewindspersoon zijn, pag. 52 e.v. [14] https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/grondwet-en-statuut/herziening-grondwet Voor een grondwetswijziging moet een extra zware procedure worden doorlopen: het parlement moet er 2 keer een beslissing over nemen. Dit wordt ook wel de 1e en 2e ‘lezing’ genoemd. Reden voor die verzwaarde herzieningsprocedure is dat de Grondwet de belangrijkste uitgangspunten van ons staatsbestel bevat.

Foto: Diederik van Dijk, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons.

SGP is constitutioneel kompas kwijtgeraakt

COLUMN - van Prof. Dr. Bert van den Braak.

Woensdag 28 februari was er een unicum in de Tweede Kamer. Dat deed zich voor bij de behandeling van het wetsvoorstel om een elfde gemeente toe te voegen aan de lijst van gemeenten waar het coffeeshop-experiment mag plaatsvinden. SGP’er Diederik van Dijk diende een motie in om de Kamer te laten uitspreken dat het D66-initiatiefvoorstel over het invoeren van de gesloten coffeeshopketen dient te worden ingetrokken. Dat wetsvoorstel ligt bij de Eerste Kamer.

Van Dijk stelt: het door de Tweede Kamer op 21 februari 2017 aangenomen initiatiefvoorstel is op grond van artikel 82, 1e lid een initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamer geworden en zij gaat erover.

Het initiatiefvoorstel werd in 2015 ingediend door Vera Bergkamp en door haar in 2017 met succes verdedigd in de Tweede Kamer. Daarmee werd het inderdaad formeel een initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer. Die droeg Bergkamp op het wetsvoorstel in de Eerste Kamer te verdedigen. Zij gaf die verdediging in juni 2021 (na haar verkiezing tot Kamervoorzitter) over aan haar fractiegenoten Joost Sneller en Sjoerd Sjoerdsma.

Formeel is het de Tweede Kamer die kan besluiten tot intrekking. Dat is sinds 1945 zeven maal gebeurd. Zo werd in 1956 een eerstelezingsvoorstel over regeling van een parlementsloze periode (ingediend door P.J. Oud) ingetrokken. Hetzelfde gold in mei 2023 met een initiatiefvoorstel van VVD en CDA over het laten vervallen van het verplichte voorzitterschap van raadscommissies door raadsleden, Statenleden en eilandsraadsleden.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Regeerakkoord, marktwerking belangrijker dan democratie

Zo vindt althans het huidige kabinet:

Het kabinet is voornemens om het wetsvoorstel van minister Edith Schippers (Volksgezondheid) aangepast opnieuw in te dienen. Sneuvelt deze ook dan wil de coalitie dit via een truc buiten het parlement om regelen.

Dit kan door een zogeheten Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), waarbij geen instemming van het parlement nodig is. […]

ChristenUnie-leider Arie Slob stelde dat zijn partij niet voor een wet zal stemmen waar de AMvB-route een optie is. Volgens Slob kan het niet zo zijn dat een wet die twee keer is weggestemd alsnog wordt doorgedrukt. Hij noemt dit “staatsrechtelijk zeer onzuiver”.

D66-leider Alexander Pechtold noemt het coalitiecompromis staatsrechtelijk dubieus. Hij sprak van een “dreigement” vanuit het kabinet. […]

PvdA-leider Diederik Samsom vindt de AMvB-optie te verdedigen om essentiële onderdelen uit de zorgafspraken toch uit te kunnen voeren. […]

Tijdens het debat ontstond een confrontatie tussen Rutte en de Kamer. Pechtold vroeg de premier een advies over de AMvB-optie van de landsadvocaat openbaar te maken, maar Rutte weigerde.

Ook nadat Pechtold hem erop wees dat een eerder advies van de landsadvocaat door minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) wel openbaar is gemaakt bleef Rutte stellig beweren dat dergelijke adviezen nooit openbaar worden gemaakt.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Waar gaat Nederland heen met de minister-president?

ANALYSE - In het Kamerdebat gisteren over de Provinciale Statenverkiezingen zaten in vak-K, naast Mark Rutte, ook de drie vicepremiers. Toen het tijd was voor de antwoordtermijn, sprak Rutte:

Zoals ik al zei (…) aan het einde van de eerste termijn van de Kamer, is het kabinet voornemens dat ik de vragen beantwoord, omdat vicepremiers staatsrechtelijk natuurlijk alleen een rol hebben als ik er niet ben. Maar ik ben er, dus zij hebben hier geen rol. Er was een verzoek van de Kamer om ze erbij te hebben, dus daarom zijn ze erbij. Ze zijn er niet om ook nog wat te gaan zeggen. Dat is om goede staatsrechtelijke redenen.

Voor het Montesquieu Instituut schreef  Mr. Rein Jan Hoekstra deze analyse over de rol van de minister-president.

De minister-president is meer dan een primus inter pares. Hij heeft meer mogelijkheden om bij zwakke, tegenstribbelende of tekortschietende ministers te interveniëren dan premier Rutte voorstelt. ‘Minister-president kom uit uw schulp!’

In de recente maanden heb ik, of ik het wilde of niet, weer veel nagedacht over het ambt van minister-president en dan vooral de vervulling daarvan.

De eerste gebeurtenis was het weglopen van het gehele kabinet uit de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen. De zogenaamde APB plegen al sinds jaar en dag het hoogtepunt te zijn van het parlementaire jaar. Het kabinet legt verantwoording af voor het naar zijn oordeel te voeren beleid, zoals neergelegd in de Troonrede en in de Rijksbegroting. Hoe verwerpelijk de verdachtmaking van Forum voor Democratie ook was naar minister Kaag toe, dit had niet mogen gebeuren. Het had voor de hand gelegen dat de minister-president de voorzitter van de Kamer had gevraagd of deze stoot onder de gordel door een fractievoorzitter door de beugel kon. Hij had vervolgens schorsing kunnen vragen van het debat in de Kamer voor nader beraad in het kabinet. Nu brak echter chaos uit en daarmee leed het aanzien van het kabinet en de Tweede Kamer schade.

Foto: Quite Adept (cc)

Arrogantie van de macht

COLUMN - Het was niet zozeer het het gelieg, verpakt als ‘daar heb ik geen herinnering aan’; dat hadden we al eerder gezien van Mark Rutte. Wat me het meest stoorde aan Ruttes optreden was al een week eerder gebeurd. Nadat de aantekeningen van de verkenners waren uitgelekt, en de Kamer opheldering had geëist wie hun collega Pieter Omtzigt nu die ‘functie elders’ had toegedacht, vroeg een journalist van de NOS aan Rutte of iemand hier nog verantwoording over ging afleggen.

Nee, antwoordde Rutte, en loog nog maar eens dat de opmerking over Omtzigt niet van hem kwam. En nu, vroeg de journalist. Tsja, zei Rutte: de verkenners waren afgetreden, er zouden nieuwe komen, en dat was dat. De voormalige verkenners zouden niet toelichten waar die opmerking over Omtzigt vandaan kwam. En toen zei hij het: ‘Niemand gaat hier uitleg over geven.’

Het was geen constatering, maar een opdracht aan de verkenners, waarvan er eentje dient als (demissionair) minister in Ruttes regering en de ander prominent lid van zijn partij, de VVD. Kortom: mensen over wie Rutte macht heeft. ‘Niemand gaat hier uitleg over geven.’ Bek houden, jullie allebei. Rutte deed de zaak ter plekke af als een bedrijfsongevalletje. Zand erover, schouders ophalen en doorgaan. Niets aan de hand, niets te zien. Doorlopen, mensen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: nyghtowl (cc)

Een tijdelijke wet coronamaatregelen, is dat een goed idee?

ANALYSE - van dhr. Jan-Peter Loof.

Sinds 1 mei weten we dat het kabinet bezig is met de voorbereiding van ‘tijdelijke wetgeving maatregelen COVID-19’, zoals het officieel heet. Is dat een goed idee? Als rechtgeaard jurist zeg je dan natuurlijk: ‘dat hangt er van af’. En in dit geval is dat denk ik ook precies het juiste antwoord.

Er is in de afgelopen weken door diverse staatsrechtjuristen en mensenrechtenexperts betoogd dat een aantal van de vrijheidsbeperkende maatregelen die de overheid heeft uitgevaardigd om de verspreiding van het virus in te dammen een steviger wettelijke basis behoeft. Na wat inleidende beschietingen door RUG-hoogleraar Jan Brouwer in het Dagblad van het Noorden, volgde een iets verder uitgewerkte opinie van dezelfde Brouwer, samen met Adriaan Wierenga (RUG) en Jon Schilder (VU) in het Nederlands Juristenblad: ‘Aanpak coronacrisis niet houdbaar’.

Manon Julicher en Stefan Philipsen (beiden UU) betoogden op de website ‘Nederland rechtsstaat’ dat de aanpak niet getuigde van een volwassen rechtsstaat. En zelfs in de buitenlandse constitutionele media – het Duitse Verfassungsblog (onmisbaar voor de constitutionele liefhebbers) – werden, dit keer door de hoogleraren Antoine Buyse (UU) en Roel de Lange (EUR) grondrechtelijke gaten geschoten in de juridische constructies waarop de Nederlandse coronamaatregelen leunen: ‘the Dutch authorities take a quasi-legal, quasi-rhetorical approach to shape their intelligent lockdown and try to tame the pandemic beast, with questionable constitutional practices as a result’. Ook het College voor de Rechten van de Mens kwam, in zijn webdossier ‘Coronavirus en mensenrechten’, tot de conclusie dat de wettelijke basis van sommige maatregelen steviger moet.

Foto: -JvL- (cc)

Stemmen in de Senaat: de ’toerekenmethode’

OPINIE - Het is een vrij staatsrechtelijke kwestie en ik publiceerde er recentelijk over in De Hofvijver 1), maar de stemprocedure in Tweede en Eerste Kamer is belangrijk genoeg om (opnieuw) aandacht aan te besteden. Directe aanleiding vormde de stemming op 22 december jl. over de Wet stroom, waarbij bij aanwezigheid van 74 leden, na een stemming bij zitten en opstaan, werd geconcludeerd dat de uitslag 38-37 was. Op de zeer informatieve website van de Eerste Kamer staat daarover uitleg. Als geen lid hoofdelijke stemming vraagt, wordt de uitslag ’toegerekend’ naar de fractiesterktes. Was bijvoorbeeld slechts één lid van GroenLinks aanwezig geweest, dan had die stem voor vier geteld.

De Eerste Kamer zegt daarmee de werkwijze van de Tweede Kamer te volgen, wanneer die bij hand opsteken stemt. Daaraan kan op twee gronden worden getwijfeld.

In mijn Hofvijver-bijdrage wees ik er al op dat bijvoorbeeld in november in de Tweede Kamer bij een stemming (bij hand opsteken) over een amendement juist niet de toerekenmethode werd gebruikt. Vanwege de onduidelijke uitslag werd terstond (op voorstel van de Voorzitter) alsnog hoofdelijk gestemd en dat had een andere uitkomst (74-72) dan de toerekenmethode (75-75). Dat was niet voor het eerst. Het is dus niet zo dat de Tweede Kamer die methode altijd gebruikt. Dat doet zij vast als het gaat om ‘peilingen’ over ordekwesties, maar zeker niet bij stemmingen over wetgeving. In de Tweede Kamer wordt bovendien altijd – het tegendeel ervan heb ik niet gevonden – bij de uitslag de formulering gebruikt ‘de aanwezige leden van de fracties…’. In de Eerste Kamer heeft de Voorzitter het sinds vorig jaar over ‘de leden van de fracties…’.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: FaceMePLS (cc)

Parlementaire ongehoorzaamheid

OPINIE - Een aantal parlementariërs heeft aangegeven tijdens de inhuldiging van de koning geen eed af te leggen. Staatsrechtdocent Mentko Nap heeft moeite met die opstelling.

Rondom de inhuldiging van de koning worden momenteel allerlei staatsrechtelijke rookgordijnen opgetrokken. Diverse Kamerleden voelen er weinig voor een eed of belofte van trouw aan de in te huldigen koning uit te spreken. Ze menen dat ze bij de aanvaarding van hun Kamerlidmaatschap voldoende loyaliteit hebben gezworen, of ze hebben republikeinse bezwaren tegen de regeringsvorm.

Gerrit Wim Voermans verleende staatsrechtelijke munitie voor het verzet met een wel heel avontuurlijk betoog over de verhouding tussen Grondwet en Statuut. SP’ers Karabulut en Fashir zullen hun toegangskaartjes voor de Nieuwe Kerk ongebruikt laten, terwijl Partij voor de Dieren-politici Thieme, Ouwehand en Koffeman er in de Nieuwe Kerk het zwijgen toe zullen doen. Vorige week meldden ook vier GroenLinksers (Voortman uit de Tweede Kamer en Strik, De Boer en Ganzevoort uit de Eerste Kamer) zich aan als lid van het geen-Eedgenootschap.

Het relletje is aangewakkerd doordat twee Eerste Kamerleden vragen hebben gesteld aan de minister-president. De parlementariërs informeerden bezorgd of de af te leggen eed of belofte de handelingsvrijheid van volksvertegenwoordigers zou beperken, en of voor het afleggen van belofte of eed een staatsrechtelijke verplichting bestaat. In zijn antwoorden op de vragen heeft de minister-president bijzonder onhandig geopereerd door te stellen dat de inhuldigingsverklaring ‘geen zelfstandige juridisch-constitutionele betekenis’ toekomt. Veeleer zou de belofte of eed uiting geven aan hoe fijn koning en volk het samen hebben in het koninkrijk. Aan niet-naleving van de wet zijn geen gevolgen verbonden, aldus de premier.

Foto: Frits de Jong (cc)

Lesje staatsrecht van Raad van State

ACHTERGROND - Het kabinet wilde via een truc aan geld komen voor twee ministers zonder portefeuille die in het vorige kabinet -toen de begrotingen gemaakt werden- nog niet bestonden. Maar werd door de Raad van State op de vingers getikt.

Geen eigen portefeuille en ook geen eigen geld. Het kabinet had erg te doen met de ministers Blok en Ploumen, respectievelijk voor Wonen en Rijksdienst en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Omdat deze bewindslieden, net als de rest van het kabinet-Rutte II, pas werden benoemd toen de algemene begrotingswetsvoorstellen allang bij de Tweede Kamer waren ingediend, dreigden zij niet over een eigen begroting te kunnen beschikken voor 2013. Het vorige kabinet kende immers geen ministers voor Wonen en Rijksdienst en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, met als gevolg dat Blok en Ploumen hun centjes uit de ‘gewone’ begrotingen van Binnen- en Buitenlandse Zaken hadden moeten halen.

De regering verzon echter een list: zij maakte nota’s van wijziging en splitste daarmee delen van de begrotingen van Binnen- en Buitenlandse Zaken af tot afzonderlijke begrotingen van Wonen en Rijksdienst en van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Tot aparte begrotingswetsvoorstellen wel te verstaan. Kennelijk was de regering er niet helemaal zeker van of je wel met een nota van wijziging een nieuw wetsvoorstel kunt creëren. Zij vroeg de Raad van State om advies (je moet tenslotte boven een wetsvoorstel “de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord” kunnen zetten) en die keurde de constructie terecht af.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: marie-ll (cc)

Wijzigen Grondwet moet eenvoudiger

OPINIE - Het nieuwe kabinet lijkt weinig behoefte te hebben aan constitutionele toetsing van wetten. Het voorstel daartoe van Femke Halsema uit 2002 ligt te verstoffen op een plank ergens. Beter is om opnieuw te beginnen. En pak dan gelijk ook de wijzigingsprocedure van de Grondwet aan, betoogt publiciste Clara Mens.

Hoe zou het nieuwe kabinet denken over constitutionele toetsing en het voorstel daartoe van Femke Halsema? In het regeerakkoord lezen we er niets over. Daarin wordt wel ingegaan op andere initiatiefwetsvoorstellen van Tweede Kamerleden. Zoals een voorstel van Pierre Heijnen (PvdA) over het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden en een voorstel van Gerard Schouw (D66), dat weer eens in de Grondwet probeert vast te leggen dat de burgemeester wordt aangesteld volgens regels bij de wet te stellen.

Genoemde Kamerleden kunnen zich op de borst kloppen: zij hebben de steun van het kabinet. Aan constitutionele toetsing is in deze tijden kennelijk geen behoefte. Uit het feit dat het voorstel-Halsema niet genoemd wordt, kunnen we in de meest positieve interpretatie afleiden dat het kabinet er nog geen oordeel over gevormd heeft, en in de meest negatieve dat het er totaal geen behoefte aan heeft.

Maar kabinetssteun of niet, het staat er treurig voor met dit dappere voorstel om toetsing van wetten aan enkele artikelen van de Grondwet mogelijk te maken: de laag stof op het tweede lezingsvoorstel wordt steeds dikker, er is nog altijd geen nota naar aanleiding van het verslag, initiatiefneemster Halsema is vertrokken en haar opvolgster – ook voor de verdediging van het wetsvoorstel – Jolande Sap heeft er onlangs ook de brui aan gegeven. De momenteel vierkoppige GroenLinksfractie in de Tweede Kamer lijkt niet uit te blinken in constitutioneel-rechtelijk talent, dus het is nog maar de vraag wie de verdediging het beste over kan nemen en op welk moment.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Volgende