Opgetrokken tennissokken

Een jongeman verdedigt in heldere zinnen zijn proefschrift tegenover zeven hoogleraren in toga. Op de eerste rij van de publiek zit zijn vader, een man wiens pantalon zo ver is omhoog gekropen dat de bedekking van zijn onderbenen nu vooral voor rekening komt van zijn witte, hoog opgetrokken tennissokken. De man heeft een kapsel dat alleen nog maar als parodie bestaat. Tussen de wijd openhangende panden van zijn colbertje rust een stropdas op het witte overhemd. Midden op de stropdas bevindt zich een gele gitaar en daar omheen dansen een aantal bonte figuurtjes die ik niet kan onderscheiden vanaf mijn positie. De das is volkomen verkeerd gestrikt. Het brede uiteinde reikt tot net onder de tepels, het dunne uiteinde is zo lang dat de man het overschot in zijn pantalon heeft gestopt. Het lijkt alsof de gele gitaar van een elektriciteitskabel is voorzien.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Baantje naar zijn vaartje

Across different fields, having a dad who did it before definitely helps your chances. The New York Times’ Seth Stephens-Davidowitz found American men are 1,361 times more likely to win an Academy Award, 1,639 times more likely to win a Pulitzer, and 1,895 times more likely to become a famous chief executive if their dad did the same thing first. And if their dad was a senator, their chances are even better, at 8,500 times more likely.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gevaar: een nieuwe klassenmaatschappij

Hoger en lager opgeleiden hebben steeds minder contact met elkaar. Volgens TNS NIPO vindt 86 procent van de Nederlanders die verwijdering problematisch. Hoogste tijd voor discussie over het gevaar van een nieuwe klassenmaatschappij, menen Dieneke de Ruiter, Lotte van Vliet en Jose Manshanden van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.

De afgelopen decennia is sociale stijging in Nederland vanzelfsprekend geworden. Dat gebeurde vooral via het onderwijs. Door het onderwijs breed toegankelijk te maken is sociale stijging mogelijk geworden voor velen, en sociale afkomst niet meer bepalend voor waar iemand maatschappelijk terecht komt. Mensen zijn sociale stijging ook als vanzelfsprekend gaan ervaren. Zij stellen zich er op in, en verwachten ook voor hun kinderen dat die vooruit komen in het leven. Er is een belofte van stijging ontstaan. En maatschappelijke posities worden niet meer bepaald door afkomst maar door opleiding.

Wij stellen twee kanttekeningen bij die open samenleving met sociale stijging. Ten eerste: hoewel sociale afkomst veel minder een rol speelt dan vroeger, is zij nog steeds van invloed op het bereikte opleidingsniveau. Het is bijvoorbeeld bekend dat voorlezen de ontwikkeling van jonge kinderen stimuleert en dat voorlezen vaker en op een betere manier gebeurt in gezinnen waarvan de ouders hoger opgeleid zijn. Ook is duidelijk dat hoger opgeleiden bijvoorbeeld vaker toegang tot kwalitatief goede scholen bemachtigen omdat zij hun kind eerder aanmelden. De invloed van afkomst wordt versterkt doordat ons onderwijs uitgaat van keuzes op jonge leeftijd waardoor kinderen met weinig hulpbronnen minder gelegenheid hebben om hun talent te ontplooien.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mexico, tegen de stroom op

stakende docentenDe stad Oaxaca de Juarez, in het zuidoosten van Mexico, staat bekend om drie dingen.

Ten eerste is het volledige centrum, net als dat van Amsterdam, UNESCO- werelderfgoed. Ten tweede brouwt men er mezcal, een alcoholische drank van Casave-planten. Ten derde is er jaarlijks gedonder met stakende docenten.

Wat dat laatste aangaat: in 2006 leidden de acties tot een regionale burgeroorlog waarbij het centrum van de stad door demonstranten bezet werd, er uiteindelijk tienduizend agenten en soldaten werden ingezet en er een aantal doden viel, waaronder burgerjournalist Brad Will.

De regelmatig oplaaiende protesten laten zien dat onderwijs leeft in Oaxaca en de uitnodiging om een maand lang les te geven aan de letterenfaculteit van de Universidad Autonoma Benito Juarez de Oaxaca (UABJO) nam schrijver dezes vanzelfsprekend met beide handen aan. Afspraken over de huisvesting (gratis) en betaling (100 pesos per uur, ofwel 6 euro) waren snel gemaakt. De eerste les van een intensieve cursus “schrijven in het Engels” stonden gepland voor maandag 21 februari.

Bij aankomst bleek Oaxaca de reputatie meteen waar te maken: één van de kleinere onderwijsbonden had een staking uitgeroepen. Alle gebouwen van de universiteit waren gesloten en verzegeld met de rood-zwarte vlag van de stakers. Belangrijkste locatie, zoals de campus aan de rand van het centrum, werden vierentwintig uur per dag door groepjes demonstranten bewaakt. Zoals altijd draaide het om geld.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Toenemende gelijkheid is nog geen verheffing

Een bijdrage van Maarten Wolbers en Jochem Tolsma. Ze zijn als socioloog verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het stuk sluit mooi aan bij het voorlaatste stuk van Rik Peeters en Martijn van der Steen dat we van Sociale Vraagstukken hebben overgenomen.

Door de grotere toegankelijkheid van het onderwijs zijn de sociale mobiliteit en de gelijkheid in Nederland toegenomen. De keerzijde van dit proces is dat diploma’s op de arbeidsmarkt lager gewaardeerd worden. Steeds meer jonge mannen hebben nu een lager opleidingsniveau dan hun ouders.

In 2009 is de sociale mobiliteit toegenomen sinds 2003, net als in de jaren daarvoor. De ongelijkheid is op tal van terreinen verder gedaald en kinderen zijn minder afhankelijk geworden van hun ouders in wat ze willen bereiken. Een grote uitzondering op dat hele proces van sociale mobiliteit is de woningmarkt. Daar zie je vooral bij de hoger opgeleiden een sterke overdracht van eigendom en bezit. Ook op het gebied van de gezondheid is sprake van overdracht, maar dan betreft het alle sociale milieus en gaat het over kilo’s. Ofwel: zowel ouders als kinderen worden steeds zwaarder. Met als kanttekening dat extreem overgewicht is geconcentreerd bij de laagopgeleide Nederlanders.

Trendbreuk
In NRC Handelsblad van 5 januari 2011 spreekt de Amsterdamse hoogleraar Duurzaamheid, tevens columniste, Louise Fresco over een keerpunt in de tot voor kort heersende trend dat iedere generatie kinderen meer bereikt in opleiding en inkomen dan hun ouders. Terecht wijst ze erop dat dit keerpunt voornamelijk voor jonge mannen geldt. Maar haar opmerking dat ‘vrouwen hun moeders nog wel overtreffen’ is onjuist. Dit werd noch in ons onderzoek, noch in dat van het Sociaal Cultureel Planbureau aangetoond. Wij hebben een vergelijking gemaakt tussen ouders en hun kinderen, niet tussen moeders en hun dochters. Ons onderzoek toont inderdaad een tendens tot neerwaartse mobiliteit. Wij laten zien dat dit een logisch gevolg is van een toegenomen gelijkheid tussen sociale milieus. Doordat kinderen van de lagere milieus ook toegang hebben gekregen tot de diverse vormen van hoger en wetenschappelijk onderwijs en de beter betaalde banen, vond er een opwaartse mobiliteit plaats.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kanttekeningen bij sociale mobiliteit

Vanaf heden werkt Sargasso geregeld samen met de website Sociale Vraagstukken. Vandaag een bijdrage van Rik Peeters en Martijn van der Steen, werkzaam bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.

sociale ladderAl decennialang probeert de overheid de sociale stijging van mensen te bevorderen. Participatie in de samenleving of in economische zin ten behoeve van het collectieve belang lijkt de laatste jaren de overhand te krijgen. Een ontwikkeling waarbij een aantal kanttekeningen gezet kunnen worden.

De sociologie kent een lange traditie van onderzoek naar het stijgen of dalen van burgers op de maatschappelijke ladder. Daarbij gaat het veelal om de ‘stratificatie’ ofwel de onderverdeling van een samenleving in hiërarchisch te onderscheiden sociale klassen, alsmede de mogelijkheden om in die hiërarchie van positie te veranderen. Wie Stendhal’s roman Het Rood en het Zwart (1830) leest, begrijpt hoe gefixeerd sociale klassen lange tijd waren -de klasse waaruit je vader afkomstig was, bepaalde veelal je positie in de samenleving. Inmiddels behoort deze traditionele maatschappelijke stratificatie tot de verleden tijd, maar dat lijkt niet op te gaan voor het vraagstuk van de sociale mobiliteit.

Talent
In moderne tijden is grosso modo niet afkomst, maar talent het mechanisme waarlangs mensen hun plaats op de maatschappelijke ladder vinden of deze krijgen toegewezen. Dit proces werd door de grote  Duitse socioloog Max Weber (1864 –1920) omschreven als de maatschappelijke vraag naar bepaalde kennis, kwaliteiten en capaciteiten. De combinatie van persoonlijke kwaliteiten, de hulpbronnen die hij of zij kan aanwenden, en de sociaal gedetermineerde voorkeur voor bepaalde types kwaliteiten, eigenschappen, soorten kennis of capaciteiten, is in dit perspectief bepalend voor de levenskansen van een individu.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Een dubbeltje wordt nooit een kwartje

De Amerikaanse econoom Gregory Clark publiceerde eerder dit jaar een boek, getiteld: The Son Also Rises.

De boodschap kan in vijf woorden worden samengevat: sociale mobiliteit is een illusie. Dubbeltjes worden vrijwel nooit kwartjes.

De oorzaak?

Clark windt er geen doekjes om. ‘Je kunt de jackpot winnen in het grote genetische casino, of failliet gaan.’ Het zijn niet zozeer de wetten van de politiek of de wetten van de economie die je status bepalen; het zijn de wetten van de natuur. Het grootste geschenk dat je aan je kinderen kunt geven is niet je geld, je netwerk of je geloof. Het grootste geschenk, dat is je genenpakket.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.