De stad Oaxaca de Juarez, in het zuidoosten van Mexico, staat bekend om drie dingen.
Ten eerste is het volledige centrum, net als dat van Amsterdam, UNESCO- werelderfgoed. Ten tweede brouwt men er mezcal, een alcoholische drank van Casave-planten. Ten derde is er jaarlijks gedonder met stakende docenten.
Wat dat laatste aangaat: in 2006 leidden de acties tot een regionale burgeroorlog waarbij het centrum van de stad door demonstranten bezet werd, er uiteindelijk tienduizend agenten en soldaten werden ingezet en er een aantal doden viel, waaronder burgerjournalist Brad Will.
De regelmatig oplaaiende protesten laten zien dat onderwijs leeft in Oaxaca en de uitnodiging om een maand lang les te geven aan de letterenfaculteit van de Universidad Autonoma Benito Juarez de Oaxaca (UABJO) nam schrijver dezes vanzelfsprekend met beide handen aan. Afspraken over de huisvesting (gratis) en betaling (100 pesos per uur, ofwel 6 euro) waren snel gemaakt. De eerste les van een intensieve cursus “schrijven in het Engels” stonden gepland voor maandag 21 februari.
Bij aankomst bleek Oaxaca de reputatie meteen waar te maken: één van de kleinere onderwijsbonden had een staking uitgeroepen. Alle gebouwen van de universiteit waren gesloten en verzegeld met de rood-zwarte vlag van de stakers. Belangrijkste locatie, zoals de campus aan de rand van het centrum, werden vierentwintig uur per dag door groepjes demonstranten bewaakt. Zoals altijd draaide het om geld.