Linda Kool is onderzoeker en adviseur bij TNO. Ze ervaart grote druk om mee te doen op Twitter en Facebook, ondanks haar bezwaren op het gebied van privacy. Een nieuwe aflevering van de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.
Het web is voor velen van ons niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Het web is onze lifeline naar de wereld geworden. Vrienden, werk, uitgaan, nieuws, boodschappen, entertainment en de nieuwste hotspot in de stad – het is slechts een paar muisklikken van ons weg. En die levenslijn wordt steeds belangrijker. In 2009 gaf onderzoek al aan dat jongeren liever een dag niet eten dan een dag zonder telefoon door het leven te moeten gaan. Recenter onderzoek laat zien dat een derde van de jongeren internet tegenwoordig net zo belangrijk vindt als water, eten, lucht en een dak boven hun hoofd.
Bij mij loopt het allemaal niet zo’n vaart. Hoewel ik van diverse apparaten ben voorzien, van smartphone tot iPad, lijk ik maar geen optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die het sociale web me biedt. Waar collega’s en vrienden Facebook en Twitter continu aan hebben staan, hun nieuwsinname maximaliseren, samen online scrabble spelen en tussendoor ook nog werken, kan ik slecht wennen aan het continu onderbroken worden door de rits tweets, instant messages, krabbels etc. Mijn Facebook en Hyves-account heb ik opgezegd, ik ben niet begonnen aan locatiegebaseerde sociale netwerken zoals Foursquare en ik moet altijd mijn best doen om me te herinneren dat het weer tijd is voor een Tweet. Ik heb geen publiek Twitter-account; mijn Tweets zijn alleen zichtbaar voor mijn volgers en dat zijn er ook niet veel. Ik steek dus bleek af bij de bovengenoemde digital natives, maar trouwens ook bij vrienden en collega’s (digital native of niet).