Anders nog iets? | Sentimentele media

Moeten we ons zorgen gaan maken #zorgelijk? Dat de social media ons leven voor een groot deel beïnvloeden en domineren is inmiddels een feit. Maar daar blijft het niet bij. De mens is van nature namelijk ongeduldig. We willen niet blijven stilstaan. Stilstand is immers achteruitgang. ‘We’ (in Mart Smeets termen: het volk) moeten mee met de hypes, in deze digitale tijd waarin ‘communiceren’ met elkaar hoogtij viert. Op welke manier dan ook #communiceren. Daarnaast is de mens commercieel ingesteld. We hebben graag succes en zien succes het liefst omgezet worden in klinkende munt #succes. Deze feiten, in combinatie met de huidige staat van ons bezuinigingsklimaat, zorgen ervoor dat we steeds meer op het gevoel van de mensen gaan inspelen. Het sentiment. En daarin zijn we, wat mij betreft, tegenwoordig de ultieme grens aan het oprekken #sentiment. De diverse soorten van social media hebben inmiddels hun (on)nut bewezen. De Facebooks, Twitters, LinkedIns en alle andere klonen van deze slimme grootmachten, hebben grote triomfen mogen vieren en doen dit tot op heden. Ze hebben wereldwijde megasuccessen mogen ervaren en een enorme (social) macht gecreëerd #dominant. Die dominantie en allesoverheersende veroveringsdrang, in combinatie met de commerciële belangen, maakt ons nietig en klein. Een soort van gewillige marionetten, die in handen van de social media-heersers hun kunstjes mogen uitvoeren. Puur zakelijk, voor onze eigen lol #zakelijk #lol.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | Territoriumdrang 2.0

COLUMN - Mensen zijn net dieren. Dagelijks doen zich namelijk talrijke situaties voor, waarin we ons eigen ‘territoriumgedrag’ ten toon spreiden aan de wereld om ons heen. Even laten zien, horen, voelen of ruiken dat we er zijn en dat we er toe doen. Het is een ingebouwd verdedigingsmechanisme om onszelf te kunnen handhaven in de maatschappij. Een gezonde, menselijke overlevingsstrategie op sociaal, fysiek en mentaal vlak.

Laat ik als voorbeeld het gedrag van mensen in een trein nemen. Nog voordat je instapt, en met goed fatsoen staat te wachten totdat iedereen is uitgestapt (weggespeelde concurrentie), treedt de adrenalineverhogende territoriumdrang al in volle werking. Je wilt vooraan staan (dominantie/heersen), zodat je als eerste binnen kan zijn om je plaats (territorium) te bemachtigen (af te bakenen). Wanneer dat gelukt is, en je je zwaar bevochten plek hebt weten te veroveren (rangorde), leg je je tas het liefst naast je op de bank (markeren/afbakenen territorium). Wanneer je daarnaast ook nog eens oogcontact met nieuw instappende mensen (concurrenten) probeert te vermijden, straal je leiderschap en dominantie uit (rangverwerving) en zullen je soortgenoten niet snel naast je komen zitten (alfamannetje). Wanneer je tóch per ongeluk uit je comfort-zone wordt gehaald, en een soortgenoot vraagt om naast je te mogen zitten, leidt dat vaak tot een gefrustreerde blik (mogelijke aantasting rang). In een enkel geval volgt er zelfs een botte opmerking (verdediging status). Voor oude(re) soortgenoten sta je daarentegen meestal zelfs je plaats af (respect voor de groepoudsten). Herkenbaar?

De laatste jaren lijkt het ‘territoriale gedrag’ van de mens toe te nemen. Sinds de opkomst en de overheersing van de diverse vormen van social media, lijkt ie-der-een een mening te moeten hebben, om zijn of haar ‘digitale territorium’ te kunnen afbakenen. De sociale, en vaak, virtuele wereld op je iMac-, iPad- of iPhone scherm(pje) is meestal een zeer makkelijk te bespelen prooi, wanneer het aankomt op het ventileren van je eigen mening. Vaak vergezeld door enig dierlijk geschreeuw en menselijk gescheld. Het is zóóó makkelijk om lekker veilig achter je schermpje, je eigen territoriale mening op het Internet terug te zien en je directe concurrenten in een verbaal gevecht uit te dagen en te overmeesteren. Met als inzet het verkrijgen van je eigen, digitale stempel en het afdwingen van het laatste, allesovertreffende, woord. Noem het ‘territorisme 2.0’, de digitale strijd van deze tijd.

Waarom Facebook 19 miljard dollar voor WhatsApp neerlegde

UPDATE: Zie ook de analyse van Follow the Money:

Het is een misvatting om te denken dat Facebook WhatsApp overneemt om eraan te verdienen. Ze neemt het bedrijf over om haar eigen imperium niet te verliezen. […]

Zelfs in de Verenigde Staten, het thuisland van Facebook, begonnen steeds meer –met name jonge- gebruikers over te schakelen op WhatsApp. […]

En de conclusie:

Creatieve vernietiging impliceert dat verouderde bedrijven sterven onder druk van nieuwe bedrijven. In de gemonopoliseerde tech-omgeving gaat die vlieger niet op. Nieuwe bedrijven verdwijnen door acquisitie, terwijl oude floreren door verdere monopolievorming.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | Subjectiviteit als bestaansrecht

COLUMN - Nederland oordeelt zich helemaal het laplazerus. We hebben met z’n allen over alles een duidelijke mening en willen meer dan ooit ons waardeoordeel kwijt aan de wereld om ons heen. Al is het maar in de vorm van hooguit honderdveertig digitale en onpersoonlijke tekens. Een mening geeft namelijk een minuscuul stukje van je persoonlijkheid weer. Meer dan ooit tevoren delen we deze meningen met elkaar en laten we deze horen en zien aan iedereen die hierop zit te wachten. Of niet. Veel meer dan ooit tevoren willen we dat men onze mening hoort/leest/ziet/deelt/retweet/liket en als favoriet markeert. Dit geeft onze unieke persoonlijkheid een ‘erkenningsboost 2.0.’ Een boost die deze mening of uiting versterkt en aandikt ten favoure van je eigen subjectieve spuisel, in welke vorm dan ook, en zorgt voor een tijdelijk bevredigde sociale gemoedstoestand.

Vroeger was het daarentegen een eenzaam bestaan. Persoonlijke meningen en waardeoordelen waren voorbestemd voor een klein en in een bepaalde context geselecteerd groepje toehoorders. Vrienden, familie, collega’s, of desnoods alleen je huisdier waren enkel de getuigen van je, al dan niet gefundeerde, uitspraken en opinies over bepaalde zaken die voor jou op dat moment van belang waren. Even deed je ertoe. Je werd aangehoord en eventueel aangevuld of bijgestaan door een medestander die het met je eens was op dat moment. Daarna keerde het leven zich weer genadeloos in de plooi van de werkelijkheid. Destijds een werkelijkheid zonder social media en app-verkeer. Het was wachten op het gezamenlijke avondeten of op een volgend moment bij de koffieautomaat om je nieuwe opvattingen te delen met de kleine wereld om je heen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | In memoriam: Selfie

COLUMN - In 2013 werd ‘selfie’ gekozen tot Woord van het Jaar. Met een grote meerderheid aan stemmen kreeg het trendy woordje de voorkeur boven ‘socialbesitas’ en ‘sletvrees’, respectievelijk de nummers twee en drie uit het lijstje. Een vermelding in de prestigieuze Dikke Van Dale was de bijbehorende hoofdprijs. Vanaf die tijd ging het eigenlijk mis met het veelgeprezen woordje. De roem en aandacht zorgden ervoor dat de selfie niet meer zichzelf kon zijn. Met alle gevolgen van dien.

Wanneer we het hebben over de eerst gemaakte selfie, klinkt dit alsof we praten over een opgraving uit de Middeleeuwen. Voor ons gevoel lijkt 2002 inmiddels eeuwen geleden, maar feitelijk is dat nog niet zo gek lang terug in de tijd. Op een Australische website plaatste een jongen destijds een ingezoomde foto van de hechtingen in zijn lip. Het was een stille getuige van de verwondingen die hij had opgelopen tijdens een avondje stappen. ‘Sorry van de focus, het is een selfie,’ plaatste hij als begeleidende en verontschuldigende tekst bij zijn ietwat onsmakelijke foto van een opgezwollen en gehechte onderlip. Waarschijnlijk had hij in de verste verte niet kunnen vermoeden wat hij zo’n twaalf jaar later zou hebben aangericht met zijn selfie van destijds.

In 2002 bestonden de grootste social media-grootmachten, zoals Twitter en Facebook nog niet. Daarnaast waren de mobiele belapparaatjes nog niet uitgerust met een fotocamera. Wanneer dat wel zo was, werden het echter foto’s waarbij je het aantal pixels met het blote oog zou kunnen tellen. Toen deze mobiele hightechbranche echter in de jaren erna explodeerde, qua mogelijkheden, snelheid en vooral verkoop, was er dan ook geen houden meer aan. Naast het volledig apathische turen op het beeldschermpje, in welke willekeurige situatie dan ook, en het overal bereikbaar kunnen zijn, werd de selfie een onontkoombaar fenomeen waar we – helaas – niet meer omheen konden.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Esparta Palma (cc)

De ‘phub’-factor

COLUMN - Nadat ik de titel van deze column heb getikt, ontvang ik een WhatsApp’je. Of ik zin heb om vanavond nog ergens iets te gaan drinken in de stad met enkele vrienden? Het brengt me aan het twijfelen. Ik stuur dit keer een ‘Vanavond even niet meer’-app’je terug aan de afzender, afgesloten met een welgemeend: ‘Maar bedankt voor het aanbod.’ Heb ik nu, helemaal aan het begin van deze column, zitten ‘phubben?’, vraag ik me af.

Enfin. ‘phubben’ staat voor de op-de-irritatiegrens-werkende combinatie van ‘phone’ en ‘snubbing’ (iemand negeren). Dus, in een sociale setting geregeld afgeleid zijn, doordat je op je smartphone kijkt of er nog nieuwtjes zijn, app’jes zijn binnengekomen, je een Facebook-like hebt gemist óf dat wellicht iemand je heeft gebeld. De zogenaamde ‘sociale setting’ wordt dan langzaam omgetoverd tot een ‘setting’, waar weinig sociaals meer aan is. Het is zelfs een steeds groter wordende bron van ergernis aan het worden onder de hedendaagse bevolking.

En ik kan het begrijpen. Ik stoor me ook al enige spreekwoordelijke eeuwen aan het gebruik van mobieltjes in het openbare leven. En dan bedoel ik dus het ongepaste gebruik ervan. Waar men jaren geleden alleen nog maar de mogelijkheid had tot luidruchtig bellen en alles negerend sms’en in het openbaar, is daar tegenwoordig het ‘social media-monster’ bijgekomen. Sinds deze allesvernietigende, digitale en (a-)sociale opmars, is het leven er niet empathischer op geworden. Of denken we dat maar?

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Zuid-Amerika: voetbalgeweld, social media protestanalyse, Snowden (zucht)

ELDERS - Deze week vanuit Latijns-Amerika: journalisten kwijlen de kolommen vol over Snowdenjacht en vergeten de inhoud, Brazilianen kunnen ook scheidsrechtermoorden en aardige analyse van de tweets die demonstranten in Brazilië de wereld insturen.

Sinds Latijns-Amerikaanse landen – inmiddels zes stuks – zich mengen in de discussie over waar klokkenluider Snowden asiel kan en mag en misschien wel zal aanvragen kan deze rubriek ook schaamteloos meehijgen in de jacht op de held/verrader/anderszins. Of nouja, schaamteloos.. De hoeveelheid verhalen over “Where Is Snowden“, is Greenwald wel een echte journalist (alsof dat ertoe doet) moeten we hem niet in het gevang gooien (uitstekende reactie van Greenwald hier) en meer onzinnige vragen staat natuurlijk in schandelijke proportie tot de wél inhoudelijke stukken, zoals de analyse van de Boston Review over (Amerikaanse) democratie, media en klokkenluiders. Met daarin de mooie Rawls-quote:

In a democratic society, each citizen is responsible for his interpretation of the principles of justice and his conduct in light of them. . . . The final court of appeal is not the court, nor the executive, nor the legislature, but the electorate as a whole. The civilly disobedient appeal in a special way to this body.

Een productie over uitleveringsverdragen van The Guardian is nog wel het vermelden waard, meer vanwege de vorm dan de inhoud, hoewel het overzicht van alle verdragen interessant is.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende