Pasternak

In 1912 liep de Russische dichter Samuil Marshak (1887-1964) voor het eerst door Londen. Hij vraagt aan iemand op straat: ‘Please, what is time?’ Waarop de aangesprokene hem zegt: ‘That’s a philosophical question. Why ask me?’ Ik noem dit heerlijke voorbeeld niet om propaganda te maken voor de invoering van het Esperanto op het middelbaar schoolniveau, noch om u (ook u!) nog eens te wijzen op uw gebrekkige kennis van de Engelse of Russische taal, die bijvoorbeeld geen lidwoorden kent of een woord voor ‘pols’. (Dat laatste heb ik, zodra ik het hoorde, vreemd gevonden. Wat zegt ge als ge uw pols gebroken of verzwikt hebt tegen de dokter?) Ik noemde het voorbeeld om duidelijk te maken dat de mens over één taal beschikt waarmee hij met iedereen kan communiceren: de muziek. Ik bedoel niet het spreken over crescendo of arpeggio’s, ik bedoel ten eerste de muziek an sich, de opeenvolging van klanken, en ten tweede bedoel ik het notenschrift. Oké, dat moet je je even aanleren, maar dat is zo gebeurd. Als je het notenschrift eenmaal kent, en je weet waar de C zit op de piano of de fluit of de viool, dan kun je in principe alle muziek spelen, van waar ook ter wereld.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.