Verlies

Nieuws komt op vele manieren binnen. Het nieuws over de MH17 kwam met een telefoontje van de buurman, of we even op zijn kinderen wilden passen. Hij was bij de ouders van zijn allerbeste vriendin. Zij, haar man en hun drie kinderen zaten in het vliegtuig, op weg naar Indonesië om vakantie te gaan vieren. Na het ophangen werd het even zwart. Wat een verlies, wat een verdriet, wat een onzinnig, onnodig, stompzinnig ongeluk. Tot dat moment besefte ik de ernst wel van het ongeluk, maar was het nog niet persoonlijk. Ik kon de afstand nog bewaren. Na dit telefoontje niet meer. Ik wist direct om wie het ging. Ik kwam haar en haar zoontje bijna iedere dag tegen op het schoolplein en af en toe zag ik haar bij een borrel. Een kennis, zoals je er zo veel hebt. We deelden de liefde voor het Corverbos hier in Hilversum. Ik loop daar bijna dagelijks en kwam haar regelmatig tegen, met één, soms twee enorme honden. We maakten wel eens een praatje, veel vaker bleef het bij een hallo en soms liepen we een kort stukje samen. 

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: sean dreilinger (cc)

Muis

COLUMN - Vorige week beschreef ik in mijn column hoe moeizaam het opkrabbelen kan zijn na de dood van een geliefde. Ik kreeg daar veel persoonlijke reacties op. Sommige lezers betoonden zich geschrokken, anderen wilden troosten, maar de meeste mensen die iets terugschreven, zeiden vooral: ja, zo moeilijk is het inderdaad.

Daar had ik eigenlijk nog het meest aan: te weten dat dit normaal is, ook al voelt het uitzonderlijk hard. Ineens werd de kitsch waarmee we verlies gewoonlijk overladen, me duidelijk. We zien zo graag moedig gedragen verdriet, en hopen op een spoedig herstel.

De werkelijkheid is anders. Geen zacht verdriet, niks weemoedige herfstbeelden, geen beschaafd weggepinkte tranen, en weg ook met die harmonieuze grijstonen. Rouw is schriller dan dat, heftiger, en vooral: rauwer en langduriger.

Misschien is het goed zijn om minder beschaafd en besmuikt te zijn over ons verdriet. Want dat weet ik van de maanden dat Christiane nog leefde, terwijl ze haar eigen nabije dood onder ogen moest zien: het hielp haar ontzettend om daar geregeld over te kunnen praten, zonder soesah, zonder poespas. Het was goed om er een alledaags onderwerp van te maken, op vergelijkbaar plan als de boodschappen en wat ze die avond wilde eten. Met harde grappen, met natte ogen, met een angstaanval hier en een lachbui daar, maar vooral: met heel veel mensen om haar heen, waren de dood en het verdriet beter te verdragen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: jamelah e. (cc)

Woede en schaamte

COLUMN - In rouw blijk ik vrij slecht te zijn. Althans: ik bak niks van de geëigende stadia van rouwverwerking, ik haal ze allemaal door de war. Van depressie – stadium vier volgens de boekjes; aanvaarding, het vijfde en laatste stadium, scheen daarna eindelijk binnen bereik te liggen – schoot ik hopeloos en redeloos stadium twee in: boosheid.

Zeg maar gerust woede.

Niet dat ik tegenwoordig tierend door de straten loop, maar zodra iets me niet zint, overvalt een onblusbare boosheid me en neemt die me in de greep. Mijn lontje is kort, momenteel.

Mijn woede richt zich op niemand in het bijzonder en dus op alles en iedereen in het algemeen. Een ongerichte boosheid die zich hunkerend een uitweg zoekt. Met als gevolg dat ik bijna blij ben wanneer ik denk dat mijn woede dit keer gerechtvaardigd is. Dan mag ik namelijk eindelijk met recht & reden flink zieden, kan ik te langen leste echt schaamteloos laaiend zijn.

Nee, ik ben oprecht niet boos op mijn hartsvriendin annex echtgenote omdat zij dood ging, zoals iemand laatst suggereerde: zó verblind ben ik nou ook weer niet. Ik ben alleen maar immens – en vreselijk onvruchtbaar – boos op het lot. Boos dat zo’n grandioos mens geen langer leven beschoren was. Boos dat mijn allerbeste vriendin er niet meer is. Boos omdat ik me sindsdien zo ongeneeslijk kut voel.

Foto: Trevor Henry (cc)

Traag, maar toch

COLUMN - Ze zeggen dat er een jaar overheen moet gaan eer de dood van een intimus draaglijk wordt. Morgen is het elf maanden geleden dat mijn hartsvriendin annex echtgenote overleed, en inderdaad, het verlies wordt allengs lichter. Mijn verlamming wijkt. Ik kom weer het huis uit, mijn werk komt op streek, de erfenis is bijna afgehandeld, en ik denk niet langer minstens eens per minuut aan haar. Belangrijker nog: ik denk gaandeweg eindelijk ook weer aan de leuke Chris, de inspirerende Chris, de uitbundige Chris, de nieuwsgierige Chris.

De zieke Chris zakt wat weg. Dat is vreemd genoeg geen onverdeeld genoegen: het enige dat me uiteindelijk met haar dood kon verzoenen, is het besef dat ze zo onvoorstelbaar ziek was geworden, zo dodelijk vermoeid. Het kostte haar op ’t laatst de grootste moeite om haar hoofd helder te houden. Dat beeld mag dan hoogst akelig zijn, maar het was ook het enige dat haar dood verteerbaar maakte. Zo kon het overduidelijk niet doorgaan. Wie zo ziek is, laat je met verwarrende opluchting gaan.

Nu de mooie herinneringen langzaam terugkomen, mis ik haar des te harder. Niksniet haar even bellen, nooit meer horen wat zij ergens van denkt, geen avonden tot diep in de nacht doorbomen over leven en politiek, nooit meer goedmoedig van haar op mijn kop krijgen, nooit meer samen wilde plannen maken. Nooit meer ergernis over die eindeloos uitwaaierende uitwijdingen van haar, nooit meer vertedering over haar grote hart.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: John Potter (cc)

Uitgesteld leed

COLUMN - Het is nu een jaar geleden dat mijn hartsvriendin hoorde dat ze een dodelijke kanker had en snel zou sterven. Anderhalve dag later besloten we te trouwen.

We deden dat deels opdat ik haar zo veiligheid kon bieden (ik mocht dan wettelijk voor haar instaan), deels omdat een huwelijksfeest haar een prachtig publiek afscheid bood, deels omdat zo’n verbintenis haar vrienden verzekerde dat ze zelfs bij een naderende dood in goede handen was.

Na dat doodvonnis heeft Christiane nog zeven maanden geleefd. Elke vrijdagmiddag weer verzamelden haar vrienden zich in café Saarein, hopend dat ze daar opnieuw acte de présence zou geven. Na haar dood hebben haar zus, haar broer, haar ex en ik al haar spulletjes zorgvuldig geordend en verdeeld onder haar vrienden.

Je kunt je bijna geen publieker, geen gezamenlijker afscheid voorstellen. Iedereen die erbij betrokken was, was onder de indruk hoe Christiane – samen met ons, haar getrouwen – haar ziekte en dood met haar buitenwereld heeft gedeeld. Inmiddels is het een half jaar geleden dat ze is gestorven, en nog steeds melden zich mensen die vertellen hoe blij ze zijn dat ze hier deelgenoot van konden zijn.

Toch zat ik de afgelopen weken in mijn eentje te kniezen. Het kostte me veel gepieker om te snappen dat ik ernstig last had van de aankomende kruisjes in mijn agenda, data bezwangerd van verlies en dood. 11 juli: haar doodvonnis. 13 juli: onze verloving. 27 juli: haar verjaardag. 19 augustus: onze trouwdag.

Foto: Nico Veenkamp (cc)

Opruimen

COLUMN - Nadat we Christiane’s huis na haar overlijden eindelijk leeg hadden – het heeft ons al met al tien weken gekost – ben ik in mijn eigen huis aan de slag gegaan. De exemplaren die ik uit de bibliotheek van Chris had meegenomen, pasten niet meer in mijn boekenkast; mijn eigen boeken pasten er eigenlijk al een paar jaar niet allemaal meer in.

In het afgelopen jaar was er een boel blijven liggen. Overal bevonden zich stapels papier en knipsels, de tuin had een grote beurt nodig, en de tuinstoelen waren helemaal grijs uitgeslagen. Mijn schoenenrek was veranderd in een stofnest, de kledingkast hing bomvol. En waar moest ik al die geërfde fotolijstjes laten? Ik had amper plek op mijn muren.

Voorjaarsopruiming, dus! Telkens blijkt dat ik heel blij wordt van klussen in het huis. Inmiddels heb ik drie boekenkasten uitgemest, de stapel dozen uitgezocht die godbetert al tien jaar onder de eettafel verstopt stonden, de tuinmeubels opgeknapt, alle videotapes en cassettebandjes weg gemieterd, en stapels papier de deur uitgedaan. Het schoenenrek is verplaatst, en alle schoenen zijn schoongemaakt. Mijn lange leren jas is weer zwart, alle snoeren van computers en toebehoren zijn ontward en weggewerkt. Ik heb een plan voor de kledingkast en voor een fotolijstenmuurtje.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: patries71 (cc)

Afpellen

COLUMN - Al ben je nog zulke goede vrienden, je zult niet snel in iemands kasten snorren of in diens laatjes wroeten. Na Christianes dood was dat precies wat we moesten doen. Haar huis moest worden ontruimd, en om haar spullen een ander onderdak te kunnen geven, moesten die eerst nauwgezet worden doorgevlooid.

Chris was nogal op haar privacy gesteld, zodat het als een akelige inbreuk voelde om al haar spullen uit hun gewone doen te halen. Bovenal onderstreepte onze arbeid dat Chris er écht niet meer was – anders had ze er vast iets van gezegd, toch, dat we dit zomaar deden?

Zus, broer, ex en ik – soms aangevuld met andere vrienden – scheidden samen de boedel. We zochten juwelen uit: wat had ze van wie gekregen, ter gelegenheid waarvan was die ring, die ketting? Wat was van waarde, wat een frutsel? We sorteerden honderden foto’s. We liepen schoenendozen vol correspondentie door, en maakten stapeltjes voor alle verschillende afzenders. Nadat we voor de tiende keer op een verliefde brief van een aspirant-vriendje stuitten, brak de eerste lach door: ja, Chris was inderdaad geliefd geweest, en hoe!

Naarmate we meer van Christianes bezittingen hadden gesorteerd, raakte het verband uit haar spulletjes kwijt: wat jarenlang bij elkaar was gehouden door Chris zelf, werd los zand.

Foto: Gwen Harlow (cc)

Fusioneel huwelijk

COLUMN - Iedereen verdient zijn leven te vullen met aangename dagen, zoals flirten met potentiële liefdes. Ook als je net weduwnaar bent geworden. Toch?

Mijn buurvrouw Madeleine ging dood, anderhalve maand geleden. Zij woonde tegenover mij, al tientallen jaren, met haar man Daan, beeldend kunstenaar van beroep. Zij was huisvrouw: ‘Werken? Het lukt me niet eens om het hele huiswerk naar behoren te doen!’ Waar ze gelijk in had. We werken allemaal naar hartenlust, maar de woningen verslonzen. Het huiswerk bungelt onderaan onze to-do-lijstjes.

Zij waren onafscheidelijk. Amsterdammer van geboorte, uit een rebels nest, verhuisden zijn ouders naar Brabant toen hij een puber was. Zo kwam hij op de Kunstacademie te Breda, waar hij in 1953 uitgeknikkerd werd, omdat hij met Madeleine hokte. Wat een schande is, als u het mij vraagt. Dat uitknikkeren, niet dat hokken. Je verwacht van een kunstacademie dat ze kunstenaars opleiden voor het kunstenaarschap, niet waar? En kunstenaarschap, dat rijmt met vrije liefde, vrije seks, vrij drugsgebruik, vrije belastingsinterpretatie, vrije wat-u-maar-wilt. Ik zou maar oppassen voor de kunstenaars die uit Breda komen, als ik u was. Keurig nette lieden van onbesproken gedrag en dito kunst, verwacht ik zo. Maar terug naar Daan en Madeleine. Hokken konden zij, die twee. Zelden mensen zo zien hokken. Altijd saampjes, altijd binnen. In dat pikdonkere benedenwoninkie annex atelier in ons smalle straatje kunstwerkte hij en las zij de ganse dag: voornamelijk filosofie, uit alle windstreken. Zij was intelligent en belezen, en ik mocht ze graag, dus kwam ik er over de vloer tot ik zelf huwde. Op die gelegenheden zat ik met haar te kletsen, voornamelijk over de Chinese wijsgeren die ik in die tijd vertaalde uit het Klassiek Chinees, maar ook over het hele spectrum dat het leven heet en waar zij een heerlijk kritische kijk op had, op het cynische af.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Nicoline Wouterlood (cc)

Doosje

COLUMN - In het zijkamertje was het licht gedempt, bijna beschroomd. De kamer was schaars ingericht: tafel, stoelen, een etalagekast. Op tafel stonden flesjes water, glazen en – vrij prominent – een doos tissues.

Na vijf minuten kwam de dienstdoende mevrouw weer binnen. Ze zette een grote koker, bekleed met groenig glanspapier in een bladmotief, op de tafel en keek me onderzoekend aan. Moest ze de tissues alvast naar me toe schuiven?

Vlak voor me stond wat over was van Christiane, mijn hartsvriendin en mijn onverwachte echtgenote. Ik kon alleen maar denken: ‘Dat ze daar in past! Ze is vreselijk afgevallen… Hoeveel zou ze nu wegen?’

Ik toonde mijn papieren, tekende voor ontvangst, kreeg een lichtgroene draagtas waar de koker in paste – de mevrouw bond hem dicht met een lint – en toog naar huis. (Waar ik Chris subiet op de weegschaal zette: 2,5 kilo.)

Thuis zocht ik naar een mooi doosje waar ik iets van haar as in kon overhevelen. Natuurlijk had ik niets dat geschikt was. In Christianes boedel zaten talloze mooie doosjes, maar niks dat stevig sloot, en ik wilde niet dat Chris langzaam in mijn huis zou verstuiven en ik een leeg doosje overhield.

Foto: Rhys Asplundh (cc)

Speelbal

COLUMN - ‘Hoe gaat het nu met je?’ vragen vrienden de laatste weken geregeld. Ze weten immers dat mijn beste vriendin net is overleden, dat ik met haar was getrouwd en zodoende haar weduwe ben geworden. Da’s allemaal niet heel goed voor een mens.

De vraag hoe het met me gaat is daarom terecht, prangend, en vooral: immens lief. Alleen: ik had er geen antwoord op. Ik wíst niet hoe ik me voelde – vooral niet omdat ik teveel dingen tegelijk voelde.

Er was opluchting, omdat Christianes aftakeling eindelijk was opgehouden. Er was voldaanheid, omdat haar einde precies zo verliep als ze had gehoopt – met de mensen die haar liefhadden om haar heen, en op het moment dat zíj koos. Er was uitputting, omdat ik inmiddels zelf op mijn laatste benen liep. Er was opluchting – alweer, maar dan van een andere orde – omdat ik nu eindelijk mijn eigen leven en werk weer kon opnemen. Er waren zorgen, omdat er nog zoveel moest worden geregeld: de erfenis, het uitruimen van haar huis. Er was verlatenheid, en afgesneden zijn: zij die nu al meer dan dertig jaar mijn hartsvriendin was, was er niet meer; voorgoed niet meer.

En dat alles dan dwars door elkaar heen, zo in de war dat je er geen chocola meer van kunt maken. Ik sliep nachten aaneen niet, ik schoot van hectisch naar lethargisch, trok alles dat goed was gegaan af van alles dat ik beter had kunnen doen, en bleef met lege handen achter. ‘Hoe gaat het nu met jou,’ vroeg iemand dan goedbedoelend, en ik zocht naarstig naar een antwoord, half beschaamd dat ik niet wist te zeggen hoe het nu eigenlijk met me was gesteld.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende