COLUMN - Iedereen verdient zijn leven te vullen met aangename dagen, zoals flirten met potentiële liefdes. Ook als je net weduwnaar bent geworden. Toch?
Mijn buurvrouw Madeleine ging dood, anderhalve maand geleden. Zij woonde tegenover mij, al tientallen jaren, met haar man Daan, beeldend kunstenaar van beroep. Zij was huisvrouw: ‘Werken? Het lukt me niet eens om het hele huiswerk naar behoren te doen!’ Waar ze gelijk in had. We werken allemaal naar hartenlust, maar de woningen verslonzen. Het huiswerk bungelt onderaan onze to-do-lijstjes.
Zij waren onafscheidelijk. Amsterdammer van geboorte, uit een rebels nest, verhuisden zijn ouders naar Brabant toen hij een puber was. Zo kwam hij op de Kunstacademie te Breda, waar hij in 1953 uitgeknikkerd werd, omdat hij met Madeleine hokte. Wat een schande is, als u het mij vraagt. Dat uitknikkeren, niet dat hokken. Je verwacht van een kunstacademie dat ze kunstenaars opleiden voor het kunstenaarschap, niet waar? En kunstenaarschap, dat rijmt met vrije liefde, vrije seks, vrij drugsgebruik, vrije belastingsinterpretatie, vrije wat-u-maar-wilt. Ik zou maar oppassen voor de kunstenaars die uit Breda komen, als ik u was. Keurig nette lieden van onbesproken gedrag en dito kunst, verwacht ik zo. Maar terug naar Daan en Madeleine. Hokken konden zij, die twee. Zelden mensen zo zien hokken. Altijd saampjes, altijd binnen. In dat pikdonkere benedenwoninkie annex atelier in ons smalle straatje kunstwerkte hij en las zij de ganse dag: voornamelijk filosofie, uit alle windstreken. Zij was intelligent en belezen, en ik mocht ze graag, dus kwam ik er over de vloer tot ik zelf huwde. Op die gelegenheden zat ik met haar te kletsen, voornamelijk over de Chinese wijsgeren die ik in die tijd vertaalde uit het Klassiek Chinees, maar ook over het hele spectrum dat het leven heet en waar zij een heerlijk kritische kijk op had, op het cynische af.