Een fundamentalist…
ANALYSE - Bij het woord ‘fundamentalist’ denken mensen doorgaans aan lieden met – op zijn gunstigst – nogal letterlijke geloofsopvattingen en – op zijn slechtst – aan gewelddadigheid. Dat doet geen recht aan het werkelijke gebruik van dat woord, dat weliswaar ooit is uitgevonden om een groep christenen aan te duiden met nogal vergaande ideeën, maar tegenwoordig ook voor niet-gelovigen en zelfs atheïsten wordt gebruikt. Het wordt ook gebruikt voor gelovigen die beslist niet gewelddadig zijn. Daarom een poging tot het definiëren van wat een fundamentalist is, zonder inhoudelijk te refereren aan geloof of overtuiging, in zeven kenmerken.
…erkent slechts één waarheid.
Geen fundamentalist zonder zijn ene waarheid. Anderzijds is aan de simpele overtuiging dat er maar één waarheid zijn kan op zichzelf niets fundamentalistisch, maar voor een fundamentalist is het wel een onvoorwaardelijke voorwaarde. Wie meent dat twee of meer dingen tegelijkertijd waar kunnen zijn, kan geen fundamentalist meer worden.
…acht die waarheid ook vatbaar in taal.
Belangrijker is het idee dat taal een afdoende instrument vormt om die ene waarheid uit te drukken. Er zijn duizend en één redenen te verzinnen waarom taal wel eens tekort zou kunnen schieten als het over bepaalde onderwerpen gaat, maar daar hebben velen, waaronder fundamentalisten, geen boodschap aan. Kenmerkend voor fundamentalisten is dat ze de vraag naar de toereikendheid van taal vaak niet eens stellen: het is een impliciete vooronderstelling van hun gedachtewereld.