De Europese canon (16-20)

In de alweer vijfde aflevering in de reeks over de Europese canon gaan we kijken naar de overgang van Middeleeuwen naar Nieuwe Tijd. De Grote Ontdekkingen Periode: Vanaf 1419 Vanaf 1419 organiseerden de Portugezen systematische verkenningstochten langs de westelijke kust van Afrika. Die werden steeds ambitieuzer. Bartolomeu Dias passeerde in 1488 Kaap de Goede Hoop, Vasco da Gama bereikte in 1497 India. In de tussentijd was Columbus namens de reyes católicos de Atlantische Oceaan overgestoken. Rond 1500 begonnen de Europeane nte begrijpen dat Columbus niet in India was aangekomen, zoals hij dacht, maar een nieuwe wereld had ontdekt. [caption id="attachment_350573" align="aligncenter" width="348"] Vroege kaart van Amerika[/caption] We spreken van “de grote ontdekkingen”, namelijk de ontdekking van de al bestaande handelsnetwerken rond de Indische Oceaan en de Caribische Zee. Maar de grootste ontdekking was dat er een nieuwe wereld was, met bewoners die niet stonden vermeld in de Bijbel. De vraag naar hun herkomst speelt nog altijd, maar rond 1500 was er een veel belangrijkere vraag: wat was de informatie uit de Bijbel nog waard? [caption id="attachment_350575" align="aligncenter" width="400"] Collegium Trilingue, Leuven - foto Jona Lendering[/caption] Humanisme Periode: Rond 1516 De vraag naar de compleetheid van de Bijbel kwam niet uit de lucht vallen. Al een eeuw waren er geleerden, ze zogeheten “humanisten”, die probeerden antieke teksten zo wetenschappelijk mogelijk te bestuderen. Erasmus van Rotterdam paste de nieuw ontwikkelde technieken toe op de Bijbel. Om christenen in contact te brengen met het Woord van God, ontdaan van alle onvolkomenheden die kopiisten er (ondanks alle goede intenties) in het voorgaande anderhalve millennium in hadden laten sluipen, publiceerde hij in 1516 een nieuwe, zo betrouwbaar mogelijke editie van het Nieuwe Testament. Dat betekende echter ook dat hij botste met de christelijke traditie. Erasmus vernieuwde ook het onderwijs: hij was betrokken bij de oprichting van het Collegium Trilingue in Leuven, waar behalve het Latijn en het Grieks ook het Hebreeuws werd bestudeerd. Feitelijk was de bestudering van de Romeins-Grieks-Oosterse Oudheid nu een van de kerntradities van Europa. [caption id="attachment_350576" align="aligncenter" width="240"] Luther (Catharijneconvent, Utrecht) foto Jona Lendering[/caption] Reformatie en Contrareformatie Periode: De zestiende eeuw Kritiek op de kerk is zo oud als de kerk, maar rond 1400 was deze scherper dan ooit. Sinds 1378 waren er namelijk twee pausen, sinds 1409 zelfs drie, en allemaal beweerden ze de ware patriarch van Rome te zijn. Uiteindelijk organiseerden twee pausen en de keizer het Concilie van Konstanz (1414-1418), dat zichzelf bevoegd verklaarde regels voor de kerk op te stellen. De hervorming van de kerk was dus al een actueel thema toen Martin Luther in 1517 zijn stellingen publiceerde, weigerde die terug te nemen en een schisma ontketende. Al snel waren er naast de lutheranen ook wederdopers en calvinisten, terwijl er ook binnen de kerk van Rome hervormingen waren. Alles draaide uiteindelijk om de wetenschappelijke bestudering van de Bijbel en de mate waarin men eerdere tradities wilde aanvaarden. We spreken van de Reformatie en van de Contrareformatie, en deze twee processen, wortelend in een eerder verlangen naar hervorming, markeren de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd. [caption id="attachment_350577" align="aligncenter" width="276"] Een zestiende-eeuwse munt als gevelsteen (Zandhoek 14, Amsterdam) foto Jona Lendering[/caption] Kapitalisme Periode: 1531 Alternatieven: Venetië, de Prijsrevolutie In het antieke en middeleeuwse wereldbeeld kende men geen economische groei. De rijkdom van de een ging automatisch ten koste van de ander. Wie een bedelaar iets toestopte, gaf hem geen aalmoes, maar gaf alleen maar terug wat altijd al van hem was geweest. Een koopman moest dus uitkijken dat hij niet teveel winst maakte, want dat zou zijn onsterfelijke ziel in gevaar brengen. Tegelijk was duidelijk God wel handel had gewild, want anders waren de natuurlijke hulpmiddelen wel gelijkmatig over de aarde verspreid geweest. In de vijftiende eeuw begon men anders tegen handel te kijken en ontstond een vroege vorm van kapitalisme. Wie een jaartal zoekt, zou 1531 kunnen noemen, toen Antwerpen zijn Handelsbeurs kreeg. Als je een eerder begin wil, denk dan aan Venetië. Je zou ook kunnen wijzen op de Prijsrevolutie van de zestiende eeuw: door de aankomst van enorme zilvervloten uit de Nieuwe Wereld was zilver niet langer schaars, verloor het aan waarde en werden zilverstukken voor het eerst handzame betaalmiddelen. De economie monetariseerde en dat bevorderde weer de handel. [caption id="attachment_350578" align="aligncenter" width="300"] Simon Stevin, Public domain, via Wikimedia Commons.[/caption] Wetenschappelijke Revolutie Periode: Vanaf 1543 In 1584 stelde Simon Stevin, die daarvoor de toren van de Nieuwe Kerk in Delft was beklommen, vast dat een loden en een houten bal even snel vielen en dat het aloude idee dat zware voorwerpen sneller vielen dan lichte, onjuist was. Het is maar een van de vele experimenten waarmee Europese geleerden de natuur onderzochten. Had men aanvankelijk de inzichten van de oude Joden, Grieken en Romeinen nog hoog aangeslagen, voortaan gold de eigen waarneming als doorslaggevend. Onderzoekers als Tycho Brahe en Andreas Vesalius kwamen met nieuwe ideeën, mannen als Stevin werkten die verder uit, Johannes Kepler voegde de wiskunde toe, en uiteindelijk vatten geleerden als Isaac Newton alles samen in grote, overkoepelende theorieën. Wie een jaartal zoekt, kan aan het begin van de Wetenschappelijke Revolutie 1543 noemen, toen Vesalius en Copernicus hun boeken publiceerden, of kan kiezen voor 1666, toen de Académie des sciences werd opgericht en wetenschap tot overheidstaak werd gemaakt. Ik kies voor 1584, om een blunder te compenseren van het Rijksmuseum van Oudheden, dat in 2022 een expositie had over belangrijke wetenschappelijke boeken, en het presteerde Simon Stevin te negeren en de Wetenschappelijke Revolutie te illustreren met een boek van een of andere Italiaan, waarvan de naam me even niet te binnen wil schieten. De Europese canon … … gaat ook morgen weer verder, en er is een verantwoording. U blijft op de hoogte van deze reeks (en van alle blogjes) via het WhatsAppkanaal. Dit artikel verscheen eerder bij Mainzer Beobachter.

Door: Foto: Flickr CC BY 2.0 DEED European Parliament - A smile hidden behind the European flag
Foto: The Integer Club (cc)

Gods schaduw

RECENSIE - Plots lijkt er iets mis te gaan. Na honderd pagina’s over de voorouders en de jonge jaren van sultan Selim moet de lezer onverwacht 150 pagina’s tot zich nemen over Columbus, de val van Granada, de ontdekking van Amerika en ga zo maar door. Pas daarna, rond pagina 250, pakt Alan Mikhail de draad weer op en komt Selim ‘de Grimmige’ aan de macht. Wat Mikhail de lezer (klaarblijkelijk) duidelijk wil duidelijk maken is dat de ontdekking van Amerika niet los kan worden gezien van de strijd van de Europeanen tegen de islam. Hij zal uitleggen hoe dat écht zit.

Voor wie een beetje ingevoerd is in de geschiedenis van Europa rond 1500, is dat een open deur. Iedereen weet dat Columbus zijn gevaarlijke plan om naar het Westen te varen, om zo het oosten te bereiken, aan het Spaanse koningspaar Ferdinand en Isabella probeerde te verkopen door te stellen dat hij zo contact kon leggen met de tegenstanders van de islam in Oost-Azië, waardoor de aartsvijand van Spanje ingesloten zouden worden. Columbus werd daarbij, zo blijkt uit zijn overvloedige papieren, gedreven door zijn obsessie om in navolging van de Portugezen grote ontdekkingen te doen. Hij schreef over zeereizen, getuigenverklaringen, kaarten, astronomie – maar vrijwel geen woord over de islam. Maar volgens Mikhail was Columbus een echte moslimhater. Al in zijn inleiding noemt hij Columbus een matamoros, een ‘morendoder’, en voegt daaraan toe (p.12):

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Luther copyright ok. Gecheckt 24-10-2022

Veelschrijver Luther en de Joden

RECENSIE - De boekdrukkunst moge rond 1450 zijn uitgevonden, dankzij Maarten Luther is ze volwassen geworden. Hij maakte de drukpers tot een massamedium. Luther had niet alleen een fenomenale productie, alles wat hij schreef werd ook nog eens in onvoorstelbare oplagen gedrukt en verspreid.

Dat begon met zijn beroemde vijfennegentig stellingen uit 1517, en daarna hield het nog vele jaren aan. Voornamelijk korte pamfletten en boekjes, maar ook steviger werken. Zijn topjaar was 1523, toen er 400 nieuwe edities onder zijn naam verschenen. Daarna daalde zijn productie wat, maar zijn oplagen, bleven met kop en schouder uitsteken boven die van alle andere sterauteurs (tot irritatie van Erasmus).

Nijvere archivarissen hebben uitgerekend dat hij in zijn actieve jaren 1800 bladzijden per jaar schreef – en dat naast zijn verplichtingen als stadspredikant, hoogleraar, huisvader (hij trouwde in 1523 met een uitgetreden non) en natuurlijk zijn werk aan de Bijbelvertaling in het Duits. In 1522 verscheen zijn Nieuwe Testament; in 1523 en ’24 verscheen het Oude Testament, in drie delen. Om de prijs per boek te drukken. Maar ze was zeker niet goedkoop. Dat deed er niet toe. Ze verschenen allemaal in oplagen van vele tienduizenden. Zijn woonplaats Wittenberg werd het centrum van de Duitse boekdrukkunst. Luther was zonder twijfel de beschermheilige van der drukkers.