Drempels voor het referendum

Donderdag zal de Tweede Kamer het debat vervolgen over de invoering van een bindend, correctief referendum. Dat vereist een grondwetswijziging, en moet in daarom steun krijgen van tweederde van de Tweede Kamer en tweederde van de Eerste Kamer. Dat wordt spannend: die meerderheid lijkt mogelijk, maar is niet vanzelfsprekend. Een analyse van Tom van der Meer, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees. Geschiedenis Het debat over de invoering van het referendum heeft een heel lange en kronkelende geschiedenis. Er is onder partijen en zeker onder kiezers over het algemeen een meerderheid. Maar omdat de Nederlandse grondwet lastig te wijzigen is, was er bij pogingen tot nu toe een blokkerende minderheid. Over de geschiedenis van de pogingen tot invoering van het bindend correctief referendum, en de daadwerkelijke invoering en afschaffing van het niet-bindende referendum (2016-2018) heb ik met Kristof Jacobs en Charlotte Wagenaar een artikel geschreven. Die geschiedenis toont het belang van sleutelpartijen en coalitieonderhandelingen voor stappen rond de invoering en intrekking van het referendum. Tussen 2016 en 2018 had Nederland een niet-bindend referendum, dat tweemaal werd toegepast: in 2016 een referendum over het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne, en in 2018 over de Wet inlichten- en veiligheidsdiensten. Politicologen hebben uitvoerig onderzoek gedaan naar die ervaringen, wat leidde tot twee publieksrapporten. Ook hebben we op StukRoodVlees en elders gerapporteerd over die onderzoeken. Zo blijkt het referendum ondanks veelgehoorde aannames níét vooral aantrekkelijk voor tegenstemmers, maar hebben voorstanders een grotere neiging om te stemmen. Zowel in 2016 als in 2018 waren zij echter met minder. Een andere studie toont dat de stemkeuze van kiezers zich gedurende de campagne steeds meer laat leiden door hun voorkeurspartij, en dat inhoudelijke argumenten steeds meer samenhangen met stemkeus. Weer een andere studie toont in hoeverre het verlies bij een referendum ook leidt tot verlies aan steun voor het instrument van het referendum zelf. De argumenten achter het correctief referendum In 2018 adviseerde de Staatscommissie Parlementair Stelsel – bepaald niet als eerste staatscommissie – voor invoering van een (bindend) correctief referendum. Het correctief referendum komt tegemoet aan een inherente tekortkoming in de vertegenwoordigende democratie, de zgn Ostrogorski-paradox. Volgens die paradox zullen kunstmatige meerderheden bestaan in elk vertegenwoordigend orgaan, als gevolg van de aggregatie van stemvoorkeuren. Een op dergelijke manier ontstane meerderheid kan ingaan tegen de bedoeling van het electoraat. Dat zal vooral gebeuren op bij verkiezingen secundaire thema’s, of bij thema’s die nog in het geheel niet speelden in verkiezingstijd. In coalitielanden is er nog een tweede aggregatieronde – de vorming van een regeerakkoord – die het risico op onbedoelde meerderheden nog verder vergroten. Denk aan de meerderheid die na de verkiezingen en formatie van 2017 plots in de Tweede Kamer bestond voor de dividendbelasting. Hoewel toenmalig premier Rutte ‘tot in het diepst van zijn vezels’ voelde, kwam het voorstel electoraal uit de lucht vallen. Het probleem van onbedoelde meerderheden is niet aan de voorkant van het proces (via het kiesstelsel) op te lossen, maar wel achteraf. Daarom staat het correctief referendum niet op gespannen voet met de vertegenwoordigende democratie, maar is het juist het sluitstuk. Dit geldt ongeacht of je het model aanhangt waarin vertegenwoordigers een vrij mandaat hebben, of juist het model waarin vertegenwoordigers strikt gebonden moeten zijn. Belangrijk om hierbij in de gaten te houden: Het bindend, door burgers geïnitieerde correctief referendum kan alleen een parlement corrigeren, maar niet opzij schuiven. Zelfs bij een nee ligt het primaat voor handeling gewoon weer bij het parlement. Dat maakt het middel fundamenteel anders dan de vaak aangehaalde dreigbeelden van referenda als in het VK (Brexit), Catalonië (onafhankelijkheid), Turkije (autocratisering) geldt dus niet voor dit Nederlandse voorstel. De referenda elders werden door opportunistische politici (topdown) geïnitieerd als bypass van reguliere tegenmachten (niet-correctief). Er zijn ook aanvullende voordelen van het correctief referendum. Het is een middel dat het gevoerde beleid beter overeen laat komen met de publieke opinie, vooral in stelsels met meervoudige politieke tegenstellingen. Dat vergroot immers het risico van onbedoelde thema’s op niet-dominante tegenstellingen. Daarnaast is het referendum een van de weinige participatiekanalen die niet voornamelijk door academisch geschoolden maar ook door praktisch geschoolden wordt gebruikt én omarmd. Dat is belangrijk in een zogeheten ‘diplomademocratie’ waarin academisch geschoolden toch al bovenmatig aan hun trekken komen. In zijn recente academische afscheid heeft bestuurskundige Mark Bovens hierover terecht harde noten gekraakt. Wat het referendum echter niet doet, is het vergroten van het vertrouwen van burgers in de politiek. Het ondermijnt dat vertrouwen overigens evenmin. In het algemeen is de invloed beperkt. Als er al invloed is, leidt de mogelijkheid van het referendum tot iets meer vertrouwen, maar het daadwerkelijke organiseren ervan tot iets minder vertrouwen. Netto lijken die twee kleine effecten tegen elkaar weg te vallen. Hamvraag: Drempels De Staatscommissie gaf aan dat het bindend, correctief (en door burgers geïnitieerde) referendum aan voorwaarden gekoppeld zou moeten zijn. Een wezenlijke drempel en draagvlak vooraf (handtekeningen), én een uitkomstdrempel achteraf voor de geldigheid. Juist die uitkomstdrempel is al 10 jaar de centrale discussie. Het niet-bindende referendum (2016-2018) had een perverse opkomstdrempel die een deel van de kiezers voor een onmogelijk dilemma stelde. In de praktijk bleek dit principiële probleem niet doorslaggevend voor de uitslag, maar het was niet minder onwenselijk. De vorige poging tot invoering van een referendum reageerde adequaat door geen opkomstdrempel, maar een uitkomstdrempel in te voeren. Maar nu ontstond een nieuw probleem. Via een amendement werd (naar een advies van de Raad van State) een uitkomstdrempel toegevoegd die in de praktijk nauwelijks haalbaar zou zijn: onnodig en onrealistisch hoog. Die uitkomstdrempel zou van het referendum een dode letter in de grondwet hebben gemaakt. Geen van de Nederlandse referendums op nationaal niveau zou geldig zijn verklaard. En hetzelfde geldt voor het overgrote deel van referendums in andere landen. Het voorstel werd uiteindelijk weggestemd. In het nieuwste voorstel is daarom gekozen om de nadere invulling van de drempels vooruit te schuiven naar een uitvoeringswet. Op zich is het verstandig dat de precieze hoogte van de drempels bewaard wordt voor een uitvoeringswet in plaats van de grondwet. Bovendien heeft de initiatiefnemer toegevoegd dat er twee inhoudelijke principes zijn waaraan die drempels moeten voldoen (haalbaarheid, representativiteit). Die principes geven indicaties voor onder- en bovengrenzen. Dat is belangrijk: de drempels (die pas later in de uitvoeringswet zouden worden bepaald) zijn immers bepalend voor de werking van het referendum. Te laag, en er wordt te gemakkelijk en wellicht door een selectieve groep naar het middel gegrepen. Te hoog, en instrument is een wassen neus. Ik vermoed dat de drempels en de uitvoeringswet ook deze week in de Tweede Kamer een voornaam discussiepunt zullen blijken. Kortom, veel plezier bij het debat donderdag.

Door: Foto: Mohamed hassan, via Picabay.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Als elke motie een referendum was

Het Kamerdebat over de laatste ontwikkelingen rondom het coronavirus (1 december) resulteerde ook nu weer in flink wat moties. Er werden uiteindelijk 52 moties in stemming gebracht.

Het is gebruikelijk dat de voor het onderwerp verantwoordelijke bewindspersonen hun mening over de moties kenbaar maakt. In het jargon heet dat de appreciatie en kent vijf mogelijke reacties:

1. De bewindspersoon ziet er wel wat in en geeft aan de motie te zullen overnemen. In dit geval is er geen stemming nodig, behalve als de indiener dat toch wil.

2. Of men wil het ‘oordeel aan de Kamer laten’. De bewindspersoon kan zich vinden in de intentie van de motie. Men erkent het probleem dat in de motie wordt genoemd en staat open voor oplossingen. Altijd handig voor later. Als de minister met een maatregel komt die het probleem moet tackelen, kan tegen een eventueel tegensputterende Kamer worden gezegd: maar u wilde bij motie zus-en-zo toch dat we er wat aan doen?

3. Als de bewindspersoon om welke reden dan ook er niets in ziet kan de motie worden ontraden. 4. De allersterkste afwijzing is een motie onaanvaardbaar te noemen.

5. Een bewindspersoon kan ook aan de Kamer vragen een motie aan te houden. Meestal om eerst wat ander onderzoek te doen of een of ander overleg af te wachten.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Schots parlement stemt voor nieuw onafhankelijkheidsreferendum

NIEUWS - Het was te verwachten:

MSPs have voted to back a Government motion calling for the Scottish Parliament to have the power to hold another independence referendum.

Ze hebben nog wel een ‘hobbeltje’ te nemen voordat het referendum daadwerkelijk plaats kan vinden:

The Scottish Government has proposed that the vote should happen in 2020, but would need to acquire powers from Westminster to hold a referendum – something Prime Minister Boris Johnson has said he will not authorise.

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (cc)

Vijfsterrenbeweging boekt een succesje

ELDERS - De Italiaanse centrum-linkse regering haalt opgelucht adem na een referendum over grondwetswijzigingen en regionale verkiezingen. Ze hoopt de rechtse oppositie ook in de toekomst van het lijf te kunnen houden met een nieuw migratiebeleid van de EU en een succesvolle aanpak van de corona-pandemie.

In het referendum steunde bijna 70 procent van de kiezers het voorstel om het aantal leden van parlement en senaat te reduceren van 630 naar vierhonderd resp. van 315 naar tweehonderd. Het plan komt oorspronkelijk van de inmiddels wat kwakkelende Vijfsterrenbeweging (M5S) die nu al twee jaar in de regering zit, eerst met de rechtse Lega en sinds vorig najaar met de centrum-linkse Democratische Partij (PD). De populistische Vijfsterrenbeweging wil nog veel verder gaan met het hervormen van de Italiaanse staat.  Luigi Di Maio, voorman van de Vijfsterrenbeweging (hier op de foto met zijn Nederlandse collega-minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok) was niettemin enthousiast over het resultaat van het referendum: “We krijgen weer een normaal parlement, met 345 zetels en privileges minder”.

Tegelijk met het referendum werden in enkele regio’s ook verkiezingen gehouden. De rechtse oppositie won op veel plaatsen. Maar niet in Toscane. Daar won Eugenio Giani, de kandidaat van de PD. Nicola Zingaretti, de PD-leider die in zwaar weer terecht zou zijn gekomen als zijn partij weer had verloren toonde zich tevreden met dit resultaat. Di Maio sprak als overwinnaar: “We hebben het weer gedaan. Degenen die probeerden dit referendum om te zetten in een stem tegen de regering, kregen een boemerang.”

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Het probleem met referenda

ANALYSE - Een referendum is alleen zinvol als het duidelijkheid schept

Mislukte referenda

Laten we eerlijk zijn: de grote referenda van de afgelopen jaren zijn allemaal mislukt. Ze hebben chaos, onduidelijkheid, wantrouwen en onvrede opgeleverd.

Neem het referendum over de Europese grondwet. De tegenstanders wonnen, maar gaven totaal verschillende geluiden over of verdrag moest worden aangepast, en zo ja hoe, of dat het helemaal moest verdwijnen.

Zo ook met het Oekraïnereferendum. Hier werd zelfs expliciet duidelijk dat het veel tegenstemmers niet eens om dat verdrag zelf te doen was.

Het Brexitreferendum leidde tot een politieke chaos waar geen einde aan lijkt te komen. Het is zelfs jaren later nog volkomen onduidelijk wat de meerderheid van het volk nu eigenlijk wil, terwijl dat te weten komen toch het doel van een referendum moet zijn.

Geen serieus te nemen referenda

Wat ging er bij al die referenda nu eigenlijk steeds mis? Eigenlijk is dit vrij duidelijk. Telkens werd één antwoord voorgelegd waarvan volkomen onduidelijk was wat de consequenties waren.

Bij een “Ja” in het EU-referendum en het Oekraïne-referendum was duidelijk wat er zou gebeuren: het ongewijzigd doorvoeren van een compromisvoorstel. Maar bij een “Nee”? Volstrekt onduidelijk. Helemaal geen verdrag? Of toch een ander verdrag? En wat zou er dan veranderd moeten worden om een meerderheid te behalen? Niets was ingevuld.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Het gelijk van Baudet

ANALYSE - Als de gevestigde politiek het extreemrechts populisme wil stoppen, moet ze eindelijk serieus werk gaan maken van democratisering.

Wat hebben D66, Fortuijn en Thierry Baudet met elkaar gemeen? Twee dingen: ze veroorzaakten alle drie een stembusrevolutie, en alle drie hadden ze op dat moment een sterke democratiseringsagenda.

Stembusrevoluties gaan altijd gepaard met een schreeuw van het volk om beter gehoord te worden.  Een deel van het succes van Baudet valt daar dan ook mee te verklaren. En daar zouden we een keer wat van mogen leren. Onze democratie faalt namelijk op vier punten:

Vier democratische tekorten

Ten eerste bij het parlement. De kritiek van Baudet dat de debatten in het parlement slechts voor de bühne is, is voor een groot deel terecht. Voor aanvang van ieder debat zijn de standpunten van de oppositie en de coalitie al lang duidelijk: afgezien van wat details zullen zij nooit iets aan elkaar toegeven. Politieke besluitvorming vindt in ons land achter gesloten deuren plaats, en niet in de tweede kamer. Die is er voor de show.

Ten tweede worden belangrijke posten nog altijd via de partijpolitieke handjeklap gevuld. Een burgemeester of commissaris van de koningin is in praktijk altijd een afgedankt kopstuk van een grote partij. Outsiders krijgen geen kans, en de sollicitatie is niet openbaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

“Een referendum over het eindresultaat van de Brexit onderhandelingen is niet ondemocratisch”

Honderdduizenden demonstranten trok de anti-Brexit betoging in Londen zaterdag 20 oktober. Een van de eisen: een nieuw referendum. De reactie van het conservatieve pro-brexit parlementslid Jacob Rees-Mogg: ‘we have already had a People’s vote’

Een van de demonstranten, de student Jude Wilkinson geeft hem van repliek:

We haven’t. When the public voted, they did not know what the actual deal would look like, so to imply that they’ve endorsed any deal irrespective of its merits is ludicrous. To use the analogy of a protestor on BBC News, if you were engaged to someone and they turned out to be a psychopath just before the wedding, you would be well within your rights to cancel the whole affair.

It is deeply frustrating that the response to any form of democratic engagement is simply a dogmatic insistence that ‘the people have spoken’. As a young person today, it is maddening to have everything that I care so deeply about trampled by those who have a jihadist certainty of the merits of their own post-Brexit utopia.

The Tory right are like the Oliphaunts in Lord of the Rings – ancient, blundering creatures, impervious to nuance or compromise. And they are trampling us all in their wake.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Intrekking raadgevend referendum in de Senaat: zwakke fundamenten en averechtse effecten

ANALYSE - door Frans Hendriks

Raadgevend referendum exit?

De Eerste Kamer staat deze maand voor de vraag of ze kan instemmen met de intrekking van de Wet raadgevend referendum, die het korte tijd mogelijk heeft gemaakt om met een groot aantal handtekeningen een adviserend referendum af te dwingen over een parlementair aanvaarde, maar maatschappelijk betwiste wet.

Met één ervaring op zak – het veelbesproken Oekraïne-referendum – nam het kabinet-Rutte III zich voor het raadgevend referendum zo spoedig mogelijk weer af te schaffen. Over een verbeterd ontwerp voor het nationaal referendum werd niet gesproken. Een raadgevend referendum over de Intrekkingswet zelf werd onmogelijk gemaakt. De Raad van State oordeelde dat de constructie die de regering hiervoor bedacht ‘juridisch effectief’ is, maar zoals het SGP-Tweede Kamerlid Bischop terecht opmerkte: “juridisch effectief is nog niet juridisch netjes of juridisch heel goed.” Laat staan bestuurlijk heel goed of wijs.

Goed openbaar bestuur?

Sinds 2009 kent Nederland een code voor goed openbaar bestuur. Er zijn internationaal meer van zulke codes in omloop, maar deze is interessant omdat ze normen bevat die de rijksoverheid zelf heeft opgesteld. Ten minste vier van deze normen komen in de knel door de rigoureuze manier waarop het referendum thans wordt ingetrokken. Op vragen die Eerste Kamerleden hierover hebben gesteld heeft Minister Ollongren weinig overtuigend schriftelijk geantwoord.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Referendum en vertrouwen

OPINIE - Komende tijd buigt de Eerste Kamer zich over het referendum. De regering wil afschaffing, omdat het verwachtingen over politiek vertrouwen niet zou hebben waargemaakt. Vreemde redenering, zeker gezien gedrag van gezagsdragers bij het referendum in 2005, 2016 en 2018.

“Nepnieuwslawine” kopte De Telegraaf op 14 november. Het ging om een brief van minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) aan de Tweede Kamer. Daarin legde ze een verband tussen onderzoek naar buitenlandse “digitale dreiging” en de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv): voor “dit onderzoek is het wettelijke kader van de Wiv noodzakelijk.”

Ollongrens alarmerende taal leek onderdeel van de campagne voor het referendum over de Wiv. Die maand leek ook CU-leider Gert-Jan Segers al op campagne. Hij reageerde fel op het voornemen van PVV-collega Geert Wilders, die ook voor de Wiv is, om zich bij een eventueel ‘nee’ neer te leggen: “De heer Wilders heeft heel wat uit te leggen als er dan toch een grote aanslag plaatsvindt.”

Auschwitz

Bangmakerij in een referendumcampagne. Dat hebben we eerder gezien. Bijvoorbeeld bij het referendum over de goedkeuring van het associatieverdrag met Oekraïne in 2016. Europese Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker sprak de vrees uit dat afwijzing de “deur kan openen naar een grote continentale crisis” en koren op de molen was “van populisten die de EU willen opblazen.”

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 08-11-2022

Het geklungel van Ollongren

COLUMN - De regeringsdeelname van D66 doet de democratie geen deugd. Vooral Kajsa Ollongren, vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken, lijkt het wantrouwen dat toch al heerst jegens Den Haag flink aan te willen moedigen.

Ze kwam met een amper onderbouwd verhaal over nepnieuws en vond dat de EU desinformatie moest ‘ontmaskeren’ en bestrijden, schijnbaar zonder zich af te vragen of zoiets wel een (supra-)nationale taak moet zijn. Dat het bureau dat de EU daartoe heeft opgericht, meteen ook legitieme media – waaronder Radio 1 en De Gelderlanderonder de nepnieuwsverspreiders rekende, deed haar argumenten geen goed.

Ollongren gaf de tegenstanders een gratis schot voor open doel. ‘Wil de overheid dan soms bepalen wat er gepubliceerd mag worden?’ joelden GeenStijl, The Post Online en Thierry Baudet, allemaal geduchte verspreiders van haat, wantrouwen, complotdenkerij en aangedikt nieuws. En zo maakte ze de discussie hoe de overheid zich beter kan verhouden tot nepnieuws, propaganda en haat kapot voordat-ie fatsoenlijk was begonnen.

Dat D66 de kooltjes voor Rutte uit het vuur moest halen en juist die partij de afschaffing van het referendum verdedigde, was pijnlijk, maar kennelijk de prijs die de partij wilde betalen voor regeringsdeelname. Wat je ook van het referendum vindt: dat instrument na de eerste de beste keer dat het volk ernaar greep, gelijk weer afschaffen nadat de uitkomst je niet beviel, is een hoogst pijnlijke oplossing – zeker voor D66, voor wie het referendum altijd tot de kroonjuwelen heeft behoord. Geen wonder dat je als volk dan gaat denken dat je mening hooguit telt wanneer een partij iets van je wil, maar dat je verder vooral je kop moet dichthouden.

Volgende