In de vorige KoZ werd even verwezen naar de B52 Lipstick bommenwerper van Wolf Vostell. En toen dacht ik: bommenwerpers, waar heb ik die meer gezien?
Ik zie ze het liefst niet. Hooguit als schroot. In 2012 deden graffiti kunstenaars er nog wat aardigs mee op een vliegtuigkerkhof in Arizona, USA. Afgedankt luchtmachttuig. Hier een restant van een militair vrachtvliegtuig, nu meer dan duidelijk gekarakteriseerd als oorlogsmateriaal.
Over dat kerkhof maakte Ahmet Ogut het filmpje ‘Things We Count’. De camera gaat langs het vliegtuig terwijl ze in het Koerdisch, Turks en Engels geteld worden.
Wat in de vliegerij ‘nose art’ wordt genoemd (kunst op de neus van vliegtuigen), is in het militair industrieel complex een manier om lollig te doen met bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen. De meeste versieringen (pin ups) maken volslagen duidelijk dat oorlog voeren niets anders is dan macho je pik achterna lopen.
Als bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen, non-actief, wel getoond worden, wat is dan de beste manier? Als oorlogsmonument?
Door heel ons land zijn restanten van bommenwerpers uit de Tweede Wereldoorlog te vinden, als onderdeel van monumenten ter herinnering aan de vliegers die omkwamen toen hun toestel hier neerstortte. De meesten kwamen terug van de bombardementen die ze in Duitsland hadden uitgevoerd. Op de terugweg werden sommigen door Duitse gevechtsvliegtuigen verrast.