Een held of een boef? Ideologisch gedreven of een opportunist? Ik stelde deze vragen al over Snowden, het NSA-lek. Na lezing van Jams Bamfords They Know Much More Than You Think (NYRoB) moet ik volledigheidshalve nog drie namen van klokkenluiders vermelden: Adrienne J. Kinne, William Binney en Mark Klein.
Alle drie hintten al eerder over de enorme aflusiterpraktijken van de NSA. James Bowden sprak ze eerder en in zijn stuk zijn ze weer tot leven gewekt. De journalisten die Snowden op de voet volgen, aangehaakt. Rijst de vraag: waarom we na Snowden deze bronnen wel serieus nemen en voor Snowden nog maar weinig aandacht hadden voor de NSA en haar klokkenluiders hadden. Het verschil zit ‘em waarschijnlijk in de vier laptops die Snowden wel en de anderen (waarschijnlijk) niet hadden. Daarop explosief materiaal dat onze ergste vermoedens, eerder geopperd door Kinne, Klein en Binney, definitief bevestigden.
Maar wie zijn deze klokkenluiders?
Adrienne Kinnen was afluisteraar. Zij vertelde Bowden in 2001 mee te luisteren met landgenoten die belde. Alsof ze dagboeken zat te lezen, vertelde ze Bowden. ‘It was incredibly uncomfortable to be listening to private personal conversations of Americans,’ she said. ‘And it’s almost like going through and stumbling and finding somebody’s diary and reading it.’
William Binney nam in 2001 afscheid van de NSA. Hij kon het afluisteren niet meer rijmen met zijn geweten. Bowden: ‘In March 2012, Wired magazine published a cover story I wrote on the new one-million-square-foot NSA data center being built in Bluffdale, Utah. In the article, I interviewed William Binney, a former high-ranking NSA official who was largely responsible for automating the agency’s worldwide eavesdropping network. (…) “They’re storing everything they gather,” he said.’