De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
Immigration: why Brussels will be blamed
Liberal Sweden elects an explicitly anti-immigrant party to parliament for the first time. France’s president and the European Commission lacerate each other in public over deportations of Roma. A former German central banker publishes a bestseller warning that immigration is diluting the nation’s human stock. And even Britain moves forward with plans to cap economic immigration. The last three weeks have been a startling illustration of how immigration has come to dominate European politics.
At first, the EU seemed only a marginal player in this drama. The European Commission cannot dictate how many immigrants member countries let in, how many refugees they accept or how host societies should integrate newcomers. EU powers over the issuing of work visas are limited. But, as the row between President Sarkozy and Viviane Reding, the EU’s justice commissioner, demonstrates, the Union has become a central player in immigration policy, even when governments point to public safety to defend their actions. This is mainly because the Commission is legally obliged to protect the mobility rights of citizens under a ‘free movement’ directive agreed by governments in 2004. (The law aims to make sure that EU nationals can move to each others’ countries without the need for work or residency permits, a commitment originally laid down in the EU’s founding treaties.)
Anil Ramdas en Menno ter Braak: De intellectueel vs de verachtelijke massa
Deze bijdrage aan het open podium is van Atze de VriezeGeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag Atze de Vrieze met een artikel over de overeenkomsten tussen Anil Ramdas en Menno ter Braak. Atze is muziekjournalist bij VPRO 3voor12.

De intellectueel heeft het zwaar. De weldenkende expert, die nadenkt voor hij iets zegt. Hij heeft vaker gelijk dan anderen, maar niemand luistert naar hem. De man met de feilloze, verfijnde smaak, de man die nooit anderen zal uitsluiten op basis van ras of seksuele voorkeur. Dat is wat publicist Anil Ramdas ons duidelijk probeert te maken in twee vlammende stukken (hier en hier). De schuldige: rechts. Of beter: de PVV. Ramdas zet met een paar pennenstreken 1,5 miljoen Wilders-aanhangers neer als white trash, mensen zonder principes en zonder moraal.
Die stukken zijn met weergaloze polemiek bestreden door Joost Zwagerman. Ouderwets, op een Hermansiaanse manier, merkte iemand op. Niet in een literair tijdschrift, maar gewoon in de comments op internet. Als Zwagerman Hermans is, dan is Ramdas hier Menno ter Braak, een van de leidende literatoren en intellectuelen van de jaren dertig. Een man wiens schrijfsels mij mateloos irriteerden toen ik ze las. Ter Braak was de snob der snobs, het type intellectueel dat ik zwoer nooit te worden. Maar met terugwerkende kracht moet ik hem meer credit geven. Ter Braak kon er niets aan doen. Hij rekende af met een tijdsbeeld.
Voor Ter Braak was het doodnormaal dat er een intellectuele elite was, een klein groepje hoog opgeleiden dat vanzelfsprekend autoriteit was. Maar gaandeweg veranderde dat, met dank aan de industriële revolutie. Ter Braak zegt daarover in Politicus Zonder Partij (1937): “Vroeger gaf het mij een aangenaam gevoel bij een voetbalmatch of een bioscoopvoorstelling als intellectueel onder een ‘massa’ aanwezig te zijn; door die ‘massa’ tegenover mij te weten (hetgeen ongeveer, zij het dan ook niet precies, wil zeggen: door die ‘massa’ te verachten) gaf ik mijn intellectualiteit een voordelige achtergrond van plebejischedomheid, die mij in mijn trots niet weinig versterkte. Ik was zozeer intellectueel, dat het mij mogelijk was mij buiten en zelfs boven de ‘massa’ te stellen en haar aanwezigheid uitsluitend te interpreteren te mijnen gunste.”
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
“Op naar de Blanke Macht!” in Kerkrade
In Kerkrade stemden 36,2% op Geert Wilders. Hoe reageren de inwoners van deze ‘krimpgemeente’ op het omstreden gedicht ‘Voor eigen erf’ van Gerard Reve uit 1974? Uitgeverij De Contrabas hield een experiment en confronteerden Kerkradenaren met klassieke strofen als: “Onze roomblanke dochters onteerd” en “Gooi al dat zwarte tuig eruit”. Lees ook de nabeschouwing.
Windmolens zijn vet
Windmolens zijn goed vet! Windmolens maken ons onafhankelijk van die Arabieren die alleen maar foute dingen met oliegeld doen. Windmolens leveren geen stankoverlast stinken niet. Windmolens helpen ons af van de vragen over het niet halen van de Europese normen dat Europese gezeur over C02 normen in een jaar dat niemand wat kan schelen.
En nee, we gaan die windmolens niet subsidiëren natuurlijk. Dat soort linkse hobby’s zijn oneerlijk voor de hardwerkende belastingbetalers. Nee, we gaan ze betalen met een aandelenplan! Jawel, aandelen. U weet wel, die oer-Hollandse uitvinding van de VOC. Natuurlijk staat het iedereen vrij om te beslissen of ze windmolenaandelen kopen. Maar echt vaderlandslievend is het natuurlijk niet. Wil je soms dat al die moslims uit die olielanden met ons geld het land hier overnemen en de Sharia invoeren?
Kom! Wees een echte Nederlander en koop een aandeel en hou Nederland zuiver!
………..
Nah…
Dat is het ook niet.
Bas Heijne gaf in een lezenswaardig stuk aan dat er een ander antwoord moet komen op het populisme. Hij drukt het als volgt uit:
“Wie er tegenin wil gaan, zal een nieuwe, aansprekende taal moeten leren spreken. Die taal moet, net als de taal van het populisme, vanuit de dagelijkse praktijk uitgaan, speels en uitdagend, zuigend en aanvallend zijn. Minder beginselen, graag, en wat meer passie.”
De formatie en de angst voor het populisme
Eén editorial in de Franse linkse kwaliteitskrant Le Monde over de Nederlandse politieke situatie en de hele journalistieke wereld wil kunnen laten zien dat ze Frans kunnen lezen (de Trouw, PowNed, JOOP, De Volkskrant). Le Monde stelt dat Nederland (en België) aan populisme lijden: in Nederland hebben de grote partijen het laten gebeuren dat de islamofobe, anti-Europese, egoïstische partij van Wilders is uitgegroeid tot een grote macht en nu waren zij gedwongen om met hem te onderhandelen. Wat uiteraard gedoemd was te falen.
Ik denk niet dat het populisme het probleem is dat deze formatie zo moeilijk maakt. De reden dat de formatie zo moeilijk loopt, is volgens mij het onvermogen van de grote, gevestigde partijen om met elkaar samen te werken. De formatie over Paars+ faalde op de onwil van de VVD om samen te werken met de PvdA. De PVC formatie loopt nu spaak op de instabiliteit van het CDA. De laatste serieuze mogelijkheid (een middencoalitie) was al uitgesloten door de PvdA, voor dat hierover onderhandeld was.
De vraag is waarom de grote partijen er niet uit kunnen komen. Waarom ze niet in staat zijn om een compromis te sluiten. Dan wel over een linkervariant, een rechtervariant of een centrumvariant. De rek en veerkracht lijkt uit de consensusdemocratie verdwenen te zijn. De regeringspartijen durven geen verantwoordelijkheid meer te nemen.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.