Kunst op Zondag | Lente, het eerste ijsje

Wil je ook een ijsje? Ja, lekker Welke smaak wil je? Welke hebben ze? Aardbei, Banaan, Bosvruchten, Citroen, After Eight, Amarena Variegato, Caramel, Chocolade, Cookies, Fior Pana, Hazelnoot, Kaneel, Kokos, Malaga Mokka, Panna Cotta Brownies, Limoncello, wat was die ene nou? Limoncello? Nee, daarvoor. Panna Cotta Brownies. Nee, toch niet. Maracuja, Tequilla Sunrise, Framboos, Mango, Bloedsinaasappel, Honing Meloen, Panna Crema, Pistache, Pralinone, Smurf, Stracchiatella, Strawberry Cheese Cake, Torta al Limone, Vanille, Witte Chocolade, Yoghurt, Yoghurt Framboos, Zabayone met chocolade, Watermeloen en Suikervrij. Doe maar aardbei.

Door: Foto: Maria Willems (cc)

Poetry du Jour | On Ukranian Independence

De Russische dichter, vanaf 1972 wonend in Amerika, overleden in 1996, Joseph Brodsky, winnaar van de Nobelprijs van de literatuur, blijkt een controversieel gedicht over de onafhankelijkheid van Oekraïne te hebben geschreven, (maar niet gepubliceerd), dat niet helemaal past in het plaatje van nu. En ook niet bij Brodsky zelf.

Het gedicht is geschreven in 1991, en er wordt bepaald niet vleiend in gesproken over Oekraïne. De toon is kwetsend, neerbuigend, beschuldigend en verachtend. Het gedicht klinkt en leest als een grote vervloeking van het land en zijn inwoners: ‘moge je verkracht worden, moge je opgehangen worden, dat is leuk.  We willen je koren en zonnebloempitten niet meer, ik zal spugen in de Dnjepr.’

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Ze danste aritmisch

Ze stond midden op de dansvloer, en ze danste aritmisch.
Dat zag er niet uit, dat gehups van haar en het zwaaien
met haar armen, uit de maat. Eigenlijk kende ze deze muziek
niet goed genoeg, het was te werelds. Ze had geen aangeboren
talent om te dansen, en ze was niet bepaald in het meest
ideale gezin opgegroeid: zwarte kousen, zware zeden.
Het was om te stikken geweest. Ze had altijd gehoopt
dat er op een dag een barst zou komen, waardoor lucht
en licht naar binnen zou komen en dat dat op haar zou
schijnen en haar zou verlichten. Het moest allemaal nog
vorm krijgen. Hoe zou ze zijn in de nieuwe wereld?
Ze zag zichzelf lopen, ooit, ergens, hand in hand,
met iemand die ze nu nog niet kende.
Ze had nog geen gezicht, geen beeld. Maar daar
liep zij naast, het zonlicht spatte van d’r haar, goud.
Met haar blote armen, daar liep zij, door de barst,
stralend, van God los, de wereld in. De tijd dat ze dacht
dat Hij haar en haar zonde zag, lag achter haar.
En vanavond ging ze dansen, aritmisch
en uit de maat, kom, barst maar, dacht ze.

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Doel, België

Doel, Belgie

Ik heb hier niet gewoond, ik heb hier geen verbintenis.
Ik ben hier slecht als doorgangsreiziger, als toerist op de fiets.
Maar ik ken uw dorp. Uit de media, het voelt gelijk vertrouwd;
“daar bij die molen”of is dat al te afgezaagd?
Is het eerder nu:”Daar bij die koeltorens”?
Ik fiets hier door uw straten, ik verken de boel.
Ik slalom langs het glas dat uit de sponningen
geslagen is. Ik kan niet om de graffiti heen:
elk huis is hier een palet of een ezel geweest.
Het klopt wat ze over u schrijven, die dichtgetimmerde
vensters en deuren, alsof er een Tsunami
werd verwacht, of een overval. Dat er slecht volk
op pad hier naar toe was. En dat klopte ook wel.

De dijk bood uitzicht als altijd, de bankjes
stonden klaar. De kroeg bij de molen: Stella Artois.
De dijk doet wat tie moet doen: het water buiten
houden, en de mensen en het land droog.
Dit is immers het land waar ze land maken van water,
maar waar ze water willen maken van huizen,
van leven, van bewoond historisch gebied,
niets ontziend – want dat kan ook niet.
Het land waar een dijk geen onoverkomelijk
obstakel is, en protest of argument evenmin.
Doel, daar bij die molen. En die kerncentrale.

Ik fiets door Pastorijstraat, Parkstraat,
Havenweg en Camermanstraat. Systematisch,
links, rechts, links, het dambord af, maar
het hart is weg, er klopt hier iets niet.
Ik denk: er zullen ooit vissen zwemmen
door deze straten. In deze huizen zal wier wuiven.
En de kerkklokken zullen onder water luiden.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Quote du Jour | Leve de vrijheid!

Hoe bijziend ben je als je Russen wilt cancelen die precies dat meemaakten wat de Oekraïners nu te verstouwen krijgen? Niet het Russisch is het probleem, noch het Russisch volk en al zeker niet de dichters, schrijvers en componisten en andere kunstenaars. Maar de man Poetin is het probleem.

Leve de vrijheid!

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Ballade van het déjà vu

Ballade van het déjà vu

Je was hier al een keer geweest.
Je hebt dit al ‘ns eerder gezien.
Je weet al wat ze zullen zeggen.
Je weet al wat er komen gaat.

Wie of wat trekt er hier aan welke touwtjes?
Je knikt na weer iets wat je al wist.
Je knikt: dat had je al verwacht.
En dat je dit al wist, dat brengt je uit balans.

Je hebt een gesprek, maar het is
alsof je midden in een echo zit.
Je ziet het nu ineens ook niet zo scherp.
Wat was ook alweer de vraag?
Want het antwoord dat wist je immers al.

Je voelde je licht, de tijd ging tergend traag.
Je houdt je adem in om dit niet te verstoren.
Het is alsof een afgesproken script wordt uitgevoerd.
De tijd, je wist het, die komt je tegemoet.
Je was moe, je kon gerust je ogen sluiten.

déjà vu

Foto: Marieke Rijneveld (zelfportret), CC BY-SA 4.0 , via Wikimedia Commons.

De boy uit je willen halen

COLUMN - Pronomina in de lyriek

In gebarentalen werkt de wijzende vinger vaak als een persoonlijk voornaamwoord: de gebaarder zet de personen over wie ze praat eerst in de gebarenruimte voor zicht: Marieke staat links, Lucas staat rechts. In de rest van het betoog wijst ze dan naar de plek waar zij geplaatst zijn als ze het over hen wil hebben.

In zekere zin werken pronomina altijd zo: ze verwijzen, maar vooral: ze bepalen samen de ruimte waarin je je het gesprek laat plaatsvinden. Tot een paar jaar geleden goldt dat vooral voor de tweede persoon: je verandert een gesprek als je van u overschakelt naar jullie. De laatste jaren ligt de focus ineens meer op de derde persoon.

En niet iedereen bevalt de ruimte die de spreker definieert. Zo kreeg de dichter Marieke Lucas Rijneveld de afgelopen dagen ineens een storm van kritiek over zich heen toen hij verklaarde dat hij er voortaan de voorkeur aan gaf dat we naar hem verwijzen met hij en hem. Hij reageerde superieur op die kritiek, door in de Volkskrant een tegelijkertijd stoer en breekbaar gedicht te publiceren dat tjokvol veelzeggende pronomina is (de vette letters voor de persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden zijn van mij):

Vrij van beren

Ik ben bijna in alles heldhaftig geweest:
in met de kont tegen de geboortekrib
en waar ik thuiskom, wil ik Lucas heten.
In het dagelijks brood opnieuw tot mij te
nemen – vanuit een graatmager landschap
leerde ik niet bang te zijn voor een
vetter seizoen. Of in het afschudden
van de wolfsmeneer en nooit weer een
prooi acteren, zijn streken uit mij te leven.
In de dood, door hem een verkeerd reisadvies
te geven en niet angstig zijn voor stille
polderwegen. Maar ook in kleine
dingen, zoals het opdoeken van mijn
berenverzameling; ik spaarde ze vooral
in het schemerdonker, of als ik iets
niet dacht te kunnen, zoals een lampje
verwisselen, een band plakken,
mijzelf lijmen na een onhebbelijk oordeel.
Waar ik nooit heldhaftig in ben geweest:
het verdragen van al dat geraas en getier,
van men die het altijd beter weet,
die de boy uit je willen halen en je
ongevraagd naar hun schepping willen
vormen, je wanstaltig noemen.
Nee, niets is moeilijker dan de mens
die de ander het menszijn niet gunt,
die het blad voor de mond plaatst,
terwijl iedereen als ontwerp ter
wereld komt en een eindversie
nooit definitief, nooit compleet is.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Uitgaan na de lockdown

Uitgaan na de Lockdown

Weet je, als we straks weer uit mogen,
als we straks weer feest mogen vieren,
naar de kroegen, de stad in, tot laat,
tot erg laat, de straat over, flesje bier
in de hand, zingend hier, pissend daar,
in mekaars armen hangend, beetje
schreeuwen weetjewel, beetje lallen,
zo blij als een kistkalf in de wei,
geen avondklok, wel bier en nog eens bier,
boel plezier, buren boos maar boeien,
wij zijn los, wij vieren feest, mag iedereen
weten, kots in het portiek, fietsen omgooien,
gewoon geintjes weetjewel, huissleutel kwijt,
aankloppen, bellen, bonzen, roepen, buren boos,
muziek nog in de kop, die kroeg, man, man, man,
hossen, struikelen, meisje gemist, wel gezien,
volgende keer misschien. Ochtendgloren,
grauwe kop, helemaal brak, bonzend hoofd,
ogen dik, trage wereld, droge mond, sigaret.
Gordijnen dicht, luxaflex gesloten, mobiel uit,
nee, toch aan, dit wil je niet missen, laatste
berichtjes, hoe ist? En jij denkt: dit was het dus,
zo was het dus, zo gaat het worden. Je denkt:
Ik weet eigenlijk niet of ik het allemaal wel
weer net zo leuk ga vinden als vroeger.

UItgaan na de lockdown

Drie bier

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Niet-Bestaand Gedicht IV

Voormalig, (zo noemt hij zichzelf) dichter, schrijver en Tirade redacteur Daan Doesborgh, had voor Tirade het lumineuze idee bedacht om over niet-bestaande gedichten te schrijven. Dat idee had hij dan weer van Seymour, an introduction, een boek van J. D. Salinger. En in dat boek leeft de familie Glass. Buddy, de broer van Seymour Glass, vertelt over de gedichten die Seymour heeft nagelaten. Gedichten waar we dus geen woord over te lezen krijgen.

Ik weet niet of het kleine, maar piekfijne oeuvre van J. D. Salinger bekend is, maar hij schetst en creëert daarin de leden van de familie Glass. En zoals een vriendin van mij eens verzuchtte: ‘god, wat hield ik van die familie’. En dat kan ik mij wel voorstellen, want alles was vanzelfsprekend en bijzonder bij hen. De zeven (!) kinderen figureerden allemaal in de (fictieve) radioquiz ‘It’s a wise Child’. De Glass kinderen waren allemaal bovenmatig intelligent, leek wel. Wijsneusjes. Weliswaar overleed Seymour door suïcide, maar toch bleef het een gezin met een jaloersmakende aantrekkelijkheid.

Daan Doesborgh, dat is de dichter die voordraagt met de stem van Tom Waits, (‘Ik ben de man van rabarber’) je vergeet hem niet gauw wil ik maar zeggen, raakte kennelijk gefascineerd door die niet bestaande gedichten. Hoe zagen ze eruit? Hoe zouden ze geklonken hebben? Wat zou je erover kunnen zeggen? En dus schreef Daan Doesborgh voor het blog Tirade enkele beschrijvingen, recensies over gedichten die er niet waren, die nooit bestaan hebben. Hij schreef deel 1, deel 2, deel 3 en deel 5. Maar hij schreef niet deel 4. Waar was dat? Over welk gedicht ging dat? Er ontbrak een deel. Een ontbrekende aflevering over een ontbrekend gedicht.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Maria Willems (cc)

Hardlopen door de regen in december

Hardlopen door de regen in december

En daar gaan we
de spoorbrug huilt
de trein die suist
de wind die blaast
de boom die buigt
het blad dat waait
de golven wit
het water wild
m’n sokken nat
mijn handen koud
het tempo straf
de wind die striemt
mijn bril beslaat
mijn hart dat bonst
de tak die kraakt
m’n jack kletsnat
het slechte zicht
mijn tijd beroerd
de spieren stram
de route lang
het hoekje om
de luwte in
het modderpad
het valse plat
de hongerklap
het zoute zweet
het zweet dat bijt
de wil die kraakt
de regenplas
de enkel zwikt
het rechte eind
het licht valt weg
je hapt naar lucht
een vaag besef
je vindt dit leuk
de regen in
decemberkou
de finish lonkt
je concentreert
je pas wordt lang
je grijns komt terug
je bent er weer.

Vorige Volgende