Hoe lang mag oma leven?

We houden onze moeder in leven, omdat de kinderen niet zonder oma kunnen. We hebben het wel eens voorzichtig aan ze voorgelegd. Hoe zouden jullie het vinden als oma er niet meer is? Nou, het huis was te klein. Hysterisch gebrul van dochterlief en onze zoon trok spierwit weg. Hij is vier, maar al een hele vent, Hij huilt nooit. Ook nu niet, maar die gelaatskleur sprak boekdelen. Dus blijft moeder leven, net zo lang tot ze in de RIVM voorspellingen valt. Veel stelt het niet meer voor. Ze is volslagen dement, niet in staat zelfstandig uit de rolstoel te komen en het eten moet er in gelepeld worden. Toch vinden de kinderen haar aardig. Dochtertje speelt met haar zoals ze met haar poppen speelt. Ze kletst maar wat aan tegen oma, die het wonderwel met iets van een glimlach ondergaat. Zoontje zit sprakeloos stil en kijkt onafgebroken naar haar gezicht, terwijl hij alleen haar linkerhand vasthoudt.

Door: Foto: Borya (cc)
Foto: Merlijn Hoek (cc)

Schrijnend

COLUMN - Ontdekten we in augustus jongstleden dat er in Nederland vijfduizend ouderen met een indicatie al langer dan een jaar wachten op een plaats in een verzorgings- of verpleegtehuis, waarbij de hulpverleners spreken van ‘schrijnende thuissituaties’, nu horen we dat de omstandigheden in verpleeginstellingen al even hemeltergend zijn. Demente bejaarden die stelselmatig zonder enige supervisie in groepjes bij elkaar worden gezet; verpleegkundigen die ’s nachts met hun tweeën vier afdelingen in de gaten moeten houden; mensen bij wie de urine langs de benen loopt; de inspectie die klaagt dat de mondzorg in verpleegtehuizen volstrekt ondermaats is en de tanden van mensen niet worden gepoetst.

‘Tsja,’ legde staatssecretaris Van Rijn desgevraagd uit, ‘de instellingen zijn helaas overbelast omdat mensen tegenwoordig langer thuis willen blijven. Er komen zodoende nu vooral zware gevallen binnen, en de zorg is daarop niet berekend.’

Het klonk als een plausibel verweer. Nou ja, op één klein puntje na dan, want het is immers Van Rijns eigen beleid om hulpbehoevende mensen zo lang mogelijk thuis te houden en plaatsing in verpleegtehuizen te reserveren voor de allerergste gevallen. Dat maakt de situatie ronduit bizar: de staatssecretaris geeft publiekelijk toe dat de verpleeginstellingen niet bij machte zijn om zijn beleid uit te voeren.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Tiziano L. U. Caviglia (cc)

Tussen plicht en instinct

ACHTERGROND - Waarom zorgen we als maatschappij eigenlijk voor onze ouderen? Vanuit biologisch oogpunt is dat allesbehalve vanzelfsprekend.

Evolutionair gezien, zijn ouderen doorgaans maar nutteloos. Aan de voortplanting doen ze niet mee en hun traagheid en zwakke fysieke gestel maken hen tot een last voor de groep. Volgens primatoloog Frans de Waal heeft onze moraal een evolutionaire oorsprong.

Maar als dit zo is, en ouderen zijn inderdaad evolutionair nutteloos, waarom zouden we dan het vijfde gebod ‘eert uw moeder en vader’ volgen? Het is een culturele aanvulling op onze natuur, meent prof. Hans Achterhuis.

Weg ermee?

De antropoloog Jared Diamond noemt vijf traditionele manieren om van ouderen af te komen. Achterhuis haalt deze methoden aan om te laten zien dat ouderenzorg niet biologisch vanzelfsprekend is.

Ten eerste kun je ouderen compleet verwaarlozen, zoals bijvoorbeeld Australische Aboriginals gewoon waren te doen. Nomadische stammen laten ouderen vaak simpelweg achter. De Yakut in Siberië laten ouderen doelbewust zelfmoord plegen. Een vierde manier om van ouderen af te komen, is door ze een handje te helpen bij hun zelfmoord. Sommige stammen zien dat als een eervol ritueel. Bij sommige stammen wordt een zoon die weigert deel te nemen aan dit ritueel zowel door zijn tribale gemeenschap als door de te doden ouder te schande gemaakt. Tenslotte kun je ouderen natuurlijk ook zonder hun instemming doden.

Foto: Paul Goyette (cc)

Zorg aan de keukentafel

ANALYSE - De zorgkosten dreigen onhoudbaar te groeien. De regering poogt ook hier te bezuinigen: deels door moralisme, deels door nieuwe woorden aan oude mechanismen te koppelen. Als we niet proberen nauwkeuriger te spreken over de problemen, zijn ongekende sociale problemen de komende jaren op de gemeentelijke agenda gezet.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft op 16 januari van dit jaar een stevige brief (pdf) aan Rutte gestuurd over de problemen van de decentralisaties in het sociaal domein. Dat moet een succes worden, maar het is de vraag of het lukt met de stapeling van bezuinigingen, zo vat ik de VNG-boodschap maar even samen.

De aansporing van Martin van Rijn (PvdA) om je om de verzorgingsbehoefte van je ouders te bekommeren stemt mij vrolijk. Hij deelt de budgettaire zorgen over de stijgende zorgkosten met Edith Schippers (VVD). Maar hij geeft er een moraliserende draai aan, waardoor deze coalitie zich zou kunnen onderscheiden in positieve zin.

Zorg en draagvlak

‘De helft van alle mensenjaren verloopt in hulpbehoevendheid,’ schreef Bram de Swaan in 1976, in De Gids. Het was de lapidaire opening van zijn stuk over de verstatelijking van de verzorgingsarrangementen. Dat gaat ook over de vergrijzingszorg, waarin ons land een opmerkelijke positie heeft. In het nieuwjaarsartikel van Chris Buijink (secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken) in Economisch Statistische Berichten (ESB), wordt geïllustreerd hoe extreem de prognose van de kostenstijging van de vergrijzing er voor Nederland uit ziet. Buijink verwacht een opwaartse premiedruk, die slecht is voor de economie.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.