Verrechtsing? Nee, polarisering

Laagopgeleiden zijn negatiever geworden over immigratie, hoogopgeleiden zijn juist positiever geworden. De kloof tussen hoger en lager opgeleiden lijkt steeds breder te zijn worden. Dat is niet iets om blij van te worden, schrijft Matthijs Rooduyn (Politiek socioloog aan de Universiteit van Amsterdam)  op Stuk Rood Vlees. Veel politici maken zich zorgen over de verharding van het asieldebat. Een paar maanden geleden schreven de fractievoorzitters van vrijwel alle partijen in de Tweede Kamer een brief waarin ze hun zorgen uitspraken over het volgens hen ontstane “klimaat van bedreiging en intimidatie”. Vorige week gaf PvdA-voorzitter Hans Spekman een interview aan NRC Handelsblad waarin hij soortgelijke zorgen uitte. De publieke opinie is volgens hem uitspraken over “revoltes” en het “verdelgen” van de islam normaal gaan vinden. Maar dat is volgens hem slechts één kant van het verhaal. Hoewel Wilders veel mensen heeft die hem ogenschijnlijk steunen, zijn er “nog veel méér mensen die een ander soort samenleving steunen, waarin we samen vooruit komen en elkaar niet vergeten”.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wegen naar het leraarschap – mbo

Stel je hebt het plan opgevat om leraar te worden. Hoe wordt je dat dan eigenlijk?

Een simpele vraag, maar het antwoord is dat zeker niet. Ik vroeg een vijftal experts die al meer dan 20 jaar actief zijn op het terrein van lerarenopleidingen om een simpel stroomschema te maken. Het antwoord verbaasde me zeer: enkelen vertelden dat ze zelf wel eens een poging hadden gedaan, maar steevast helemaal vastliepen. Er is géén overzicht en wie dat probeert te maken wordt direct ingehaald door de realiteit.

Ik vroeg naar een stroomschema voor de masteropleidingen: dus hoe kun je een 1e graad halen voor leraar in het voortgezet onderwijs? Welke “Wegen naar het leraarschap” zijn er?

Er zijn twee “hoofdroutes”: via het hbo en via de universiteit. De grootste stroom in het hbo krijgt een 2de graad, met een kleine stroom 1e graders (master). In het wo is het precies andersom: via een educatieve minor kun je daar ook een 2de graad halen.

Maar als je het precies wilt weten, wordt het al gauw heel ingewikkeld. Want met een 2de graadbevoegdheid uit het hbo, kun je niet zomaar doorstromen naar een master op de universiteit om daar een 1e graadbevoegdheid te halen. Veel schoolvakken zijn niet meer als zelfstandig vak te volgen aan een universiteit. En daarbij komt dat faculteiten eisen stellen aan de vakinhoudelijke kennis. Ook de NVAO, Inspectie en examencommissie kijken mee. Conversietabellen, pre-masterprogramma’s, schakelprogramma’s, toetsing van je vooropleiding middels EVC’s, examencommissies… het zijn slechts een paar aspecten die bepalen hoe de weg er uitziet. En dan heb je nog alternatieve trajecten als “Eerst de Klas” en onderwijstraineeships, die ook tot het leraarschap leiden.
Wegen naar het leraarschap mbo

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Hogeropgeleiden gaan vaker naar alternatieve genezers dan lageropgeleiden

Zo meldt het CBS:

Het gebruik van zorg blijkt samen te hangen met opleidingsniveau. Lager en hoger opgeleiden hebben elk een specifieke zorgconsumptie. […]

De samenhang tussen opleidingsniveau en zorggebruik komt deels voort uit verschillen in leeftijd en geslacht. […]

Als rekening wordt gehouden met deze verschillen, dan zouden de verschillen tussen lager en hoger opgeleiden voor de consulten met de huisarts, ziekenhuisopnamen, dagopnamen en voorgeschreven medicijnen verdwijnen. Hoger opgeleiden zouden dan juist meer naar de specialist, tandarts, fysiotherapeut en alternatieve genezer gaan en ze zouden meer vrij verkrijgbare medicijnen gebruiken dan lager opgeleiden. Een mogelijke verklaring is dat hoger opgeleiden meer kennis hebben van ziekte en gezondheid en meer aandacht hebben voor preventie.

Foto: Bert Kaufmann (cc)

‘Academisch werk- en denkniveau’ betekent niet zoveel meer

Academisch werk- en denkniveau bestond nog in 1938, maar nu 40% van de bevolking hoger onderwijs heeft gevolgd, is die term niet veel meer waard. Volgens HROrganizer, een bedrijf gespecialiseerd in HR-instrumenten, is de term niet langer bruikbaar:

Mensen met een afgeronde HBO studie scoren gemiddeld nagenoeg hetzelfde op cognitieve tests als mensen met een afgeronde WO studie. Maar ook tussen MBO en HBO is er geen significant verschil te ontdekken.

Dat is een interessante bevinding.

Maar leuker nog vond ik de grafiek die bij de blog is opgenomen, De grafiek is van Jacob Luning Prak, een bedrijfspsycholoog die onder andere werkte voor Stork en Philips. In 1938 schreef hij Menschen en mogelijkheden waarin hij onderstaande grafiek opnam.

De slimste 2,5% was geschikt om aan hoger onderwijs deel te nemen. Onderwijzer(es) staat in hetzelfde rijtje als directeur. Tjonge, wat was het onderwijs toen overzichtelijk. Mooie grafiek, ook vanuit stilistisch oogpunt.

Jacob Luning Prak
 
Klik of de afbeelding voor een grotere versie.

Originele publicatie.

Via Onderwijs in grafieken.

Foto: Euro Realist Newsletter (cc)

Wie zijn Henk en Ingrid eigenlijk?

ANALYSE - Het lijkt erop dat Henk en Ingrid, niet alleen in Nederland maar ook in andere West-Europese landen, de verliezers van het globaliseringsproces zijn, vindt Matthijs Rooduijn.

Er is de laatste maanden veel geschreven over de samenwerking tussen de PVV en radicaal rechtse zusterpartijen als het Front National in Frankrijk, de United Kingdom Independence Party (UKIP) in het Verenigd Koninkrijk en de Lega Nord in Italië. Onlangs heeft de PvdA de aanval op deze partijen ingezet. Met een speciale website, getiteld devriendenvanwilders.eu, probeert de partij kiezers over te halen niet op de PVV te stemmen.

Ook de ‘lijsttrekker’ van de fractie van de sociaaldemocratische partijen in het Europees Parlement, Martin Schulz, is niet zo blij met het succes van radicaal rechts. Hij zei dat deze partijen haat voorstaan en noemde het ondenkbaar dat er straks een nazipartij in het Europees Parlement zit die propaganda maakt voor Adolf Hitler. Of dit een goede strategie is valt te betwijfelen. Maar vooral laten deze acties en uitspraken van de sociaaldemocraten zien hoe het publieke debat over het succes van radicaal rechts een sterk veroordelende ondertoon heeft en bovendien puur en alleen gaat over de partijen zelf.

In plaats van radicaal rechts tot vervelens toe te veroordelen is het voor gevestigde partijen misschien een beter idee om eens te proberen te begrijpen waar het succes van Wilders en de zijnen eigenlijk vandaan komt. Een goed begin is dan wat langer stil te staan bij de vraag wie nu eigenlijk de mensen zijn die op radicaal rechts stemmen en waarom ze dat doen. Het zijn uiteindelijk immers de kiezers die bepalen hoe succesvol radicaal rechtse partijen zijn. Om het succes van deze partijen te begrijpen zullen we, in andere woorden, moeten uitzoeken wie Henk en Ingrid zijn.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: samuel bausson (cc)

Waarom hogeropgeleiden meer politiek participeren

ACHTERGROND - Opleidingsniveau is een belangrijke voorspeller van politieke participatie. Maar waarom?

Binnen de politicologie wordt opleidingsniveau vaak gezien als een belangrijke voorspeller van politiek gedrag. Zo zouden lager opgeleiden minder politiek participeren dan hoger opgeleiden. Maar over de vraag waarom opleidingsniveau nu eigenlijk een belangrijke voorspeller is van politieke participatie bestaat meer onduidelijkheid.

Ten eerste zou je iemands opleiding zélf als belangrijkste oorzaak kunnen zien. Een goede opleiding zou dan tot meer politieke kennis, meer politieke interesse, en meer politieke vaardigheden leiden. Mensen met een betere opleiding zullen om deze reden meer politiek participeren.

Het zou echter ook zo kunnen zijn dat de oorzaak niet zozeer in de opleiding zelf gezocht moet worden. Misschien zijn mensen die een hoge opleiding hebben genoten meer geneigd politiek te participeren door hun cognitieve vermogens of de opvoeding die ze gehad hebben. Het is dan niet de opleiding zelf die politieke participatie in de hand werkt, maar het zijn de sociale omstandigheden en de cognitieve vermogens die al aanwezig waren vóórdat iemand aan zijn of haar opleiding begon, die van invloed zijn op de mate van politieke participatie. Welke verklaring is nu het meest waarschijnlijk?

In een recent onderzoek (paywall) vindt Mikael Persson ondersteuning voor de tweede verklaring. Hij maakt gebruik van een Brits vragenlijstonderzoek, een zogenaamde ‘cohortstudie’, waarbij mensen die op ongeveer hetzelfde moment geboren zijn (tussen 5 en 11 april 1970) hun leven lang gevolgd worden en één keer in de zoveel jaar worden gevraagd een vragenlijst in te vullen (tijdens hun kindertijd werd de vragenlijst door hun ouders ingevuld).

Foto: Sharon Drummond (cc)

Nederland best hoog op ranglijst ‘on-the-job training’

ACHTERGROND - In Nederland zijn voldoende mogelijkheden om bij te scholen, maar er wordt weinig in geïnvesteerd.

Met de invulling van levenlang leren gaat Nederland scoren op de ‘global competitiveness index’, stelde Rinnooy Kan deze week in de krant naar aanleiding van het sociaal akkoord. Nederland staat nu al vijfde, maar bij de indicator om- en bijscholing stond ‘jaar na jaar een rood licht’. ‘Hier schoolt maar 17% van de werknemers bij of om. Dat zou 35% moeten zijn. Nederland als kenniseconomie wens ik toe dat hier nu serieus werk van wordt gemaakt.’

Ik zocht even op hoe Nederland precies scoort op deze indicator. In de database van de global competitiveness index staat één indicator voor “on-the-job training”, die is samengesteld uit twee deelvragen.

Nederland scoort tweede als het gaat om het aanbod van trainingsmogelijkheden, maar een stukje lager als het gaat om investeringen door bedrijven in opleidingen (tussen 8 en 11 in de laatste jaren).

Ik weet niet of Rinnooy Kan precies verwijst naar deze cijfers, want er wordt niet gesproken over percentages, maar over een score op een waarderingsschaal van 1 tot 7.

Feit is dat het in Nederland relatief lastig is om op latere leeftijd bij te scholen; dat geldt eigenlijk voor alle niveaus. Op mbo-niveau staan de O&O-fondsen alleen open voor werknemers. Die hebben het door de hoge arbeidsproductiviteit in Nederland veel te druk om bij te scholen. En als je dan een tijdje een verplichte sabbatical hebt, omdat je tussen twee banen in zit, is het aanbod of te duur, of te inflexibel om deel te kunnen nemen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: madaroni (cc)

Opleiden om te leiden?

OPINIE - Kan je een afdeling of organisatie goed leiden als je nog nooit het werk gedaan hebt wat je leidt? Of beter gezegd, zijn opgeleide leiders goed voor bedrijven of organisaties? Meer in het algemeen, goed voor de economie of het functioneren van de overheid? Een deeldiscussie die daarover op The Economist gevoerd wordt, is ook relevant voor Nederland.

Opleidingen bestuurs- en bedrijfskunde en MBA’s zijn al jaren gemeengoed. En zonder harde cijfers te kunnen geven, is het evident dat daarmee een steeds groter deel van de managementlagen en directies gevuld zijn met mensen met slechts deze opleidingen.
Ze hebben meestal niet tien jaar de ‘handen aan het bed’ gehad, niet jaren achter de lopende band gestaan, geen vierkante kilometers muur gemetseld, niet voor de klas gestaan, niet computers ontworpen, niet duizenden vergunningen beoordeeld, geen wekenlange opsporingszaken verricht en ze zijn ook nooit afgerekend op een werkelijk relevante “key performance indicator” (KPI).

Maar ze geven leiding aan mensen die dat wel doen.

Ze weten veel van besturen, van financiën en van methodieken om complexe vragen op te lossen. Maar ze hebben nooit het werk “geleefd”. Kan je dan wel altijd de juiste keuzes maken? En raken organisaties niet sneller op het verkeerde pad wanneer het contact met het werkelijke werk zo ver te zoeken is?

Foto: Toban Black (cc)

Eigen portemonnee eerst is asociaal

OPINIE - De mediastorm over koopkrachtplaatjes en de inkomensafhankelijke zorgpremie werd veroorzaakt door hogeropgeleide mensen die óf in de media werken, óf goede toegang ertoe hebben. 

De ophef over de zorgpremie zal nog wel even duren, maar twee jaar geleden werden er ook afspraken gemaakt door het toen nieuwe kabinet CDA-VVD en gedoogpartner PVV. Ook daar moesten sommige mensen inleveren, en kregen anderen er wat bij. Toen werden bepaalde groepen ook buitensporig hard geraakt. Het verschil met nu is dat toen vooral de lage en middeninkomens werden geraakt, en nu de hogere middeninkomens.

Volgens de Volkskrant kwam het toen niet tot een discussie omdat de maatregelen de achterban van VVD-CDA-PVV niet erg raakte, de maatregelen iets beter gespreid waren, men teveel bezig was met de formatie zelf die eindeloos duurde en dat het anti-islamgeluid van de PVV nog teveel op de voorgrond lag.

Het lijkt slechts een deel van het verhaal, want er vallen wel wat gaten in die argumentatie te schieten.
Dat het de achterban van de regeringspartijen niet raakt, wil bijvoorbeeld nog niet zeggen dat er geen ophef over kan ontstaan. En of het de achterban van de PVV niet raakte, waag ik te betwijfelen. Maar er zijn nog twee factoren die in het stuk niet genoemd worden, die volgens mij wel van belang zijn.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Volgende